Hoe kan ik dan het volgende tegenkomen in boekopdrachten:
De hoofdpersoon is een meisje die ...
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Verwijzen
Je weet dat 'die meisje' niet klopt.
???
Hoe kan ik dan het volgende tegenkomen in boekopdrachten:
De hoofdpersoon is een meisje die ...
Slide 1 - Tekstslide
Verwijzen
Je leert de juiste verwijswoorden te gebruiken.
Zie blz 96/97
Slide 2 - Tekstslide
In deze zin staat een fout woord. Welk?
Karima vond in haar kookboek een lekker recept en gebruikte deze voor het menu.
Slide 3 - Open vraag
Corrigeer de zin.
Karima vond in haar kookboek een lekker recept en gebruikte deze voor het menu.
Slide 4 - Open vraag
In deze zin staat een fout woord. Welk?
In de krant stond een paginagrote advertentie van een bedrijf die nieuwe medewerkers zocht.
Slide 5 - Open vraag
Corrigeer de zin. In de krant stond een paginagrote advertentie van een bedrijf die nieuwe medewerkers zocht.
Slide 6 - Open vraag
In deze zin staat een fout woord. Welk?
Zodra de brandweer arriveerde, begonnen ze te blussen.
Slide 7 - Open vraag
Corrigeer de zin.
Zodra de brandweer arriveerde, begonnen ze te blussen.
Slide 8 - Open vraag
Verwijzen
Met een verwijswoord wijs je terug naar een of meer woorden die eerder genoemd zijn, het antecedent. Vaak is dit antecedent de kern van de zinsdeel. Als je verwijst, houd je rekening met het geslacht en het getal van de kern.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Het-woorden
Het-woorden zijn onzijdig. Namen van landen, provincies, steden en clubs en ook verkleinwoorden zijn onzijdig.