In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Thema 5 DNA
B6 Biotechnologie
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen?
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen
C
Mutaties in niet-coderend DNA
D
Puntmutaties in coderend DNA
Slide 3 - Quizvraag
Door mutaties ontstaat variaties in het genotype?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Bespreking
Opdracht 30
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen B6
Je kunt verschillende technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven
Weten wat genetische modificatie is en hoe dit toegepast kan worden
Weten wat cDNA is
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Biotechnologie
Biotechnologie is verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt.
- Klassieke biotechnologie
- Moderne biotechnologie
Slide 8 - Tekstslide
Klassieke biotechnologie
Biotechnologie wordt al heel lang door mensen gebruikt:
- gist (bier, brood)
- kaas
- veredeling (selecteren en kruisen)
Slide 9 - Tekstslide
Moderne biotechnologie
Nieuwe technologiën onstaan snel:
- Klonen (vanaf 1980 'Dolly')
- Genetische manipulatie
> Recombinant DNA-techniek
Zalm (groei), Muis (oor)
>Organen kweken
aap met varkenshart, kweekvlees
> Gentherapie
CRISPR-CAS9
Slide 10 - Tekstslide
Barcoding
DNA-verschillen tussen soorten worden met
barcoding in kaart gebracht.
Hierbij gaat het om coderende delen.
Om individuen te onderscheiden van elkaar worden juist vaak niet-coderende delen gebruikt.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Genetische modificatie
Eigenschappen van organismen worden veranderd door een nieuw gen in te brengen of genen te wijzigen
De organismen hoeven niet van dezelfde soort te zijn
Hierdoor nieuwe eigenschappen: genetische modificatie
Organisme waarbij het DNA is veranderd, noem je transgeen of ggo
Slide 13 - Tekstslide
Argumenten voor:
- producten kunnen goedkoper worden - hogere opbrengsten in de landbouw (minder honger) - milieuvriendelijkere gewassen - medicijnen tegen ziektes
Argumenten tegen:
- mens heeft het recht niet om te knippen en plakken met genen van andere organismen - maken van nieuwe soorten gaat tegen natuur in - Angst voor schade van gemodificeerde organismen in de natuur
Slide 14 - Tekstslide
Recombinant-DNA-techniek
Slide 15 - Tekstslide
Virus
- DNA of RNA als erfelijk materiaal met daar omheen een eiwit-mantel
- Veel kleiner dan bacteriën: 0,1 um
- Vermeerderen via specifieke cellen door aan oppervlakte-eiwit te hechten en DNA/RNA naar binnen te laten
- DNA van DNA-virus direct in celkern,
- Bij RNA-virus:
Slide 16 - Tekstslide
Virale infectie
Van DNA via RNA eiwit gevormd, samen met DNA of RNA nieuwe virussen cel uit: cel kapot
Evt via afsnoering uit cel, cel niet kapot, maar niet functioneel
Slide 17 - Tekstslide
cDNA
- Verkregen door RNA dat codeert voor een eiwit dubbelstrengs te maken door DNA ertegenaan te maken
- Vervolgens DNA dubbelstrengs maken door tweede streng DNA ertegen te maken m.b.v. DNA polymerase ---> copyDNA
Dit cDNA inbrengen in een plasmide of in een virus
Slide 18 - Tekstslide
Toepassingen genetische modificatie
Geneesmiddelen, vaccins, verbeterde wasmiddelen, houtpulp, resistente landbouwgewassen (bv. bestand tegen ziekten, kan tegen weinig water, bevat extra vitamines)
Slide 19 - Tekstslide
Genetisch gemodificeerde rijst
Deze ggo-rijst heeft een hoger proVitamineA-gehalte en kan worden ingezet tegen het vitamine A-gebrek in Azië, een kwaal waar veel kinderen aan lijden.
Per jaar worden wereldwijd 500.000 kinderen blind door een gebrek aan vitamine A en de helft van hen sterft binnen het jaar.
De gouden rijst zou in 2013-2014 verwacht worden in de Filippijnen.
Nadeel is dat er nog niet genoeg onderzoek is gedaan naar het effect op de omgeving, biodiversiteit en de overname van natuurlijke zaden door kunstmatige zaden.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Maak de opgaven 32 t/m 35
Klaar?
Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf
Slide 22 - Tekstslide
Op de volgende pagina een uitgebreide uitleg over CRISPR-Cas9
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie
Slide 25 - Quizvraag
wat is transgeen?
A
klassieke biotechnologie
B
er is geen trans aanwezig
C
een genetisch gemodificeerd dier
D
genetische modificatie
Slide 26 - Quizvraag
Is bij de toepassing van biotechnologie altijd sprake van genetische modificatie?
A
ja
B
nee
Slide 27 - Quizvraag
Bij de productie van bier en zuurkool wordt biotechnologie toegepast
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quizvraag
Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is een vorm van....
A
klassieke biotechnologie
B
gen expressie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie
Slide 29 - Quizvraag
Wat wordt er gedaan bij recombinant-DNA-techniek?
A
Met behulp van bacteriën wordt van melk yoghurt gemaakt.
B
In het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijke informatie aangebracht.
C
Door het gebruik van gisten wordt brood, bier en wijn bereid.
D
Nieuwe klonen worden gemaakt van gunstige organismen.
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de verzamelnaam van technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens?