HAVO 5 Thema 2 DNA B6

1 / 29
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen?
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen
C
Mutaties in niet-coderend DNA
D
Puntmutaties in coderend DNA

Slide 2 - Quizvraag

Door mutaties ontstaat variaties in het genotype?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Bespreking 
Opdracht 30

Slide 4 - Tekstslide

B6 Biotechnologie
Leerdoelen:
  • Je kunt verschillende technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven
  • Weten wat genetische modificatie is en hoe dit toegepast kan worden
  • Weten wat cDNA is

Slide 5 - Tekstslide

Biotechnologie
Biotechnologie is verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt.

- Klassieke biotechnologie
- Moderne biotechnologie

Slide 6 - Tekstslide

Klassieke biotechnologie
Biotechnologie wordt al heel lang door mensen gebruikt:
- gist (bier, brood)
- kaas
- veredeling (selecteren en kruisen)

Slide 7 - Tekstslide

Moderne biotechnologie
Nieuwe technologiën onstaan snel:
- Klonen (vanaf 1980 'Dolly')
- Genetische manipulatie
    > Recombinant DNA-techniek
        Zalm (groei), Muis (oor)
    > Organen kweken 
        aap met varkenshart, kweekvlees
    > Gentherapie
        CRISPR-CAS9

Slide 8 - Tekstslide

Barcoding
DNA-verschillen tussen soorten worden met 
barcoding in kaart gebracht.
Hierbij gaat het om coderende delen.

Om individuen te onderscheiden van elkaar worden juist vaak niet-coderende delen gebruikt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Genetische modificatie
Eigenschappen van organismen worden veranderd door een nieuw gen in te brengen of genen te wijzigen

De organismen hoeven niet van dezelfde soort te zijn
Hierdoor nieuwe eigenschappen: genetische modificatie
Organisme waarbij het DNA is veranderd, noem je transgeen of ggo

Slide 11 - Tekstslide

Argumenten voor:

- producten kunnen goedkoper worden
- hogere opbrengsten in de landbouw (minder honger)
- milieuvriendelijkere gewassen
- medicijnen tegen ziektes

argumenten tegen:

- mens heeft het recht niet om te knippen en plakken met genen van andere organismen
- maken van nieuwe soorten gaat tegen natuur in
- Angst voor schade van gemodificeerde organismen in de natuur 

Slide 12 - Tekstslide

Recombinant-DNA-techniek
Recombinant-DNA-techniek

Slide 13 - Tekstslide

Virus
- DNA of RNA als erfelijk materiaal met daar omheen een eiwit-mantel
- Veel kleiner dan bacteriën: 0,1 um
- Vermeerderen via specifieke cellen door aan oppervlakte-eiwit te hechten en DNA/RNA naar binnen te laten
- DNA van DNA-virus direct in celkern, 
- Bij RNA-virus: 

Slide 14 - Tekstslide

Virale infectie
Van DNA via RNA eiwit gevormd, samen met DNA of RNA nieuwe virussen cel uit: cel kapot
Evt via afsnoering uit cel, cel niet kapot, maar niet functioneel

Slide 15 - Tekstslide

cDNA
- Verkregen door RNA dat codeert voor een eiwit dubbelstrengs te maken door DNA ertegenaan te maken
- Vervolgens DNA dubbelstrengs maken door tweede streng DNA ertegen te maken m.b.v. DNA polymerase ---> copyDNA

Dit cDNA inbrengen in een plasmide of in een virus

Slide 16 - Tekstslide

Toepassingen genetische modificatie
Geneesmiddelen, vaccins, verbeterde wasmiddelen, houtpulp, resistente landbouwgewassen (bv. bestand tegen ziekten, kan tegen weinig water, bevat extra vitamines)

Slide 17 - Tekstslide

Genetisch gemodificeerde rijst

Deze ggo-rijst heeft een hoger proVitamineA-gehalte en kan worden ingezet tegen het vitamine A-gebrek in Azië, een kwaal waar veel kinderen aan lijden. 

Per jaar worden wereldwijd 500.000 kinderen blind door een gebrek aan vitamine A en de helft van hen sterft binnen het jaar. 

De gouden rijst zou in 2013-2014 verwacht worden in de Filippijnen. 

Nadeel is dat er nog niet genoeg onderzoek is gedaan naar het effect op de omgeving, biodiversiteit en de overname van natuurlijke zaden door kunstmatige zaden.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Maak de opgaven 32 t/m 35
Klaar? 
Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf op de ELO

Slide 20 - Tekstslide

Op de volgende pagina een uitgebreide uitleg over CRISPR-Cas9

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 23 - Quizvraag

wat is transgeen?
A
klassieke biotechnologie
B
er is geen trans aanwezig
C
een genetisch gemodificeerd dier
D
genetische modificatie

Slide 24 - Quizvraag

Is bij de toepassing van biotechnologie altijd sprake van genetische modificatie?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Bij de productie van bier en zuurkool wordt biotechnologie toegepast
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is een vorm van....
A
klassieke biotechnologie
B
gen expressie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 27 - Quizvraag


Wat wordt er gedaan bij recombinant-DNA-techniek?
A
Met behulp van bacteriën wordt van melk yoghurt gemaakt.
B
In het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijke informatie aangebracht.
C
Door het gebruik van gisten wordt brood, bier en wijn bereid.
D
Nieuwe klonen worden gemaakt van gunstige organismen.

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de verzamelnaam van technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens?
A
DNA- recombinant techniek
B
Genetische modificatie
C
Biotechnologie
D
Klonen

Slide 29 - Quizvraag