Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Present simple
Welcome class
Use your own name!!!
You may use emojis :) ;P xD
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome class
Use your own name!!!
You may use emojis :) ;P xD
Slide 1 - Tekstslide
How does this work?
We're recapping the grammar from chapter 1 for the testweek.
I give you a short recap of a grammar item,
then there are some practice sentences.
At the end of this lesson we will have recapped all of the grammar!
Slide 2 - Tekstslide
Do we remember this?
Slide 3 - Tekstslide
To be
"zijn"
I
am
You are
He/she/it
is
We are
You are
They are
To have
"hebben"
I have
You have
He/she/it
has
We have
You have
They have
Slide 4 - Tekstslide
Fill in to be or to have:
My parents ....... three children.
Slide 5 - Open vraag
Fill in to be or to have:
Jake ....... twelve years old.
Slide 6 - Open vraag
Fill in to be or to have:
My best friend ..... a lot of cool games.
Slide 7 - Open vraag
Present simple
Normaal: Stam / (he/she/it) stam + s
Uitzonderingen:
Eindigt op klinker (a,o,i,u) : stam + -es
Eindigt op (medeklinker) + Y : he/she/it ww + ies
Eindigt met een -s klank of bij to go/to do: he/she/it ww + es
Gebruik bij: Feiten, gewoontes, geplande dingen
Signaalwoorden: always, never, sometimes, often, every day, usually
Slide 8 - Tekstslide
Choose the correct form:
He (to walk) to school every day.
A
Walk
B
Walkes
C
Walks
Slide 9 - Quizvraag
Choose the correct form:
She always (to try) to be nice to everyone.
A
Trys
B
Tries
C
Trie
Slide 10 - Quizvraag
Choose the correct form:
The dog (to wish) to find a nice bone.
A
Wishes
B
Wish
C
Wishs
Slide 11 - Quizvraag
a/an
A: zelfst.nw begint met medeklinker
An: zelfst.nw begint met een klinkerKLANK
Slide 12 - Tekstslide
HOUR
A
A
B
AN
Slide 13 - Quizvraag
SISTER
A
A
B
AN
Slide 14 - Quizvraag
HOTEL
A
A
B
AN
Slide 15 - Quizvraag
Object pronouns
Me
You
Her
It
Us
You
Them
Interrogative pronouns
Who (wie)
What (wat)
Where (waar)
Why (waarom)
Which (welke)
Whose (wiens/van wie)
How (hoe)
Slide 16 - Tekstslide
Choose BOTH correct forms:
..... gift have you bought for ......, the big or the small one?
A
Which, him
B
What, him
C
Where, it
D
Whose, her
Slide 17 - Quizvraag
Choose BOTH correct forms:
...... can I meet ...... to see a movie together?
A
When, you
B
Which, you
C
How, them
D
Where, you
Slide 18 - Quizvraag
Choose BOTH correct forms:
... can you help ... with our homework?
A
Where, them
B
When, us
C
How, you
D
When, me
Slide 19 - Quizvraag
Get to work! (online)
Grammar 30 t/m 34
Klaar? Reading 43 t/m 47
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Modals
Juni 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Past Simple
Juni 2022
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden
22 dagen geleden
- Les met
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Persoonlijke voornaamwoorden uitleg en oefeningen
23 dagen geleden
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Persoonlijke voornaamwoorden zelfstandig oefenen
22 dagen geleden
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Week 2: Passive (8B)
Augustus 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Past Simple Questions & Negations
Juni 2022
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Present tenses + Tag Questions
September 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3