Les vpl3 Venapunctie en bloedonderzoek

Venapunctie en bloedonderzoek deel 2
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingBijscholingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Venapunctie en bloedonderzoek deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigdheden
  • Naald
  • Huls (Vacutainer)
  • Stuwband
  • Desinfectie (Chloorhexidine/Alcohol)
  • Gaasjes
  • Pleister
  • Afnamebuizen (onderdruk)
  • Handschoenen 
  • Naaldencontainer
  • (Onderlegger optioneel)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten systeem; zo steriel mogelijk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten systeem
Open systeem
(Voorbeeld Astrup/BGA i.a.) 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 systeem
Vlindernaald/ Vleugelnaald

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed afnemen met een vlindernaald (gesloten systeem) 

https://www.youtube.com/watch?v=j8Y0FXUdAtY

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten buizen,
juiste volgorde van belang
Veilige naalden

Slide 7 - Tekstslide

volgorde buizen
vloeistof buizen
Het is belangrijk dat de verschillende (gekleurde) bloedbuizen in een bepaalde volgorde worden gevuld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwenken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk flesje vul je eerst bij een bloedkweek?
A
Anaërobe flesje
B
Maakt niet uit
C
Aërobe flesje
D
Eerst de andere buisjes

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aerobe en anaerobe kweekflesjes 
- aeroob: blauwe dop, grijs kapje  (kijk op de fles wat erop staat !)
- anaeroob: paarse dop, paars kapje
- 8-10 ml bloed per flesje is optimaal, bij gebruik vacuumsysteem,
 zelf op tijd afname stoppen.
• Eerst aerobe flesje (blauwe dop) afnemen
• Bij volwassenen 2 setjes afnemen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Venapunctie plaatsen
  • Binnenkant elleboog
  • Onderarm
  • Handrug
  • Voet (enkel/bovenkant, alleen als het op arm/hand niet lukt)
  • Prik aan de arm waar geen lopend infuus op loopt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
Vena mediana 
cubiti
Vena cephalica
Vena Basilica

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw de Wit komt voor de volgende bloedonderzoeken:
Hb, bloedplaatjes, antistoffen, stollingsonderzoek.

De bepalingen kunnen uit dezelfde buis worden gedaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gebieden zijn minder geschikt voor een venapunctie?
A
Bestraald gebied
B
Ontstoken gebied
C
Rood/blauw bestraald
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een complicatie zijn tijdens een venapunctie?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties tijdens venapunctie
  • ader onvoldoende zichtbaar
  • ader voelt hard aan
  • ader rolt weg
  • ader niet goed aangeprikt -> geen bloed
  • zenuwbeschadiging
  • Zwelling/bloeduitstorting
  • flauwvallen
  • hyperventileren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • niet vaker dan 1x op dezelfde plek
  • plek arm ondersteunen
  • antistolling?
  • stuwen 
  • warmte
  • goed licht

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Baby's moeilijk te prikken
Onder echogeleiding 
(vaak ook bij volwassen oncologie zorgvragers)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed prikken onder echogeleiding 
https://www.youtube.com/watch?v=ZnzNkuMxNjU

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je voert een venapunctie uit bij meneer Harmsen Je hebt de naald ingebracht, maar er stroomt geen bloed in de bloedbuis
A
De naald laten zitten en de bloedbuis vervangen door een andere.
B
De naald laten zitten en de stuwband strakker aantrekken.
C
De naald iets terugtrekken en de ader opnieuw proberen aan te prikken.
D
De naald verwijderen en op een andere plek opnieuw een ader aanprikken.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je volgens de wet voordat je aan de handeling venapunctie (voor iedere handeling) begint?
A
Je vraagt de patiënt om de juiste gegevens (naam + geboortedatum)
B
Je zorgt ervoor dat je werkbegeleider met je mee kijkt tijdens venapunctie
C
Je vraagt de patiënt om toestemming
D
Je mag als student, volgens de wet, geen venapunctie uitvoeren

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na hoeveel keer verkeerd prikken draag je de venapunctie over aan een collega?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Mw. Zariouh heeft borstkanker gehad. Haar rechterborst is verwijderd. Ook de lymfeklieren in haar rechteroksel. Haar rechterarm is ongeschikt voor venapunctie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Mw. van Loo is opgenomen omdat ze overmatig veel braakt tijdens de zwangerschap. Ze een heeft een infuus op haar linker-onderarm om de tekorten in haar bloed aan te vullen. Haar linkerarm is ongeschikt voor een venapunctie.
A
waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang mag je stuwen bij een venapunctie


A
niet meer dan 5 minuten
B
1 minuut
C
2 minuten
D
niet meer dan 3 minuten

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van stuwing tijdens bloedafname
Stuwing
Hemolyse
afwijkende
onbetrouwbare
 bloedwaarde bepaling
Verhoogd
Kalium

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proces uitgelegd
Een vals verhoogd kalium (pseudohyperkaliëmie)
Dit komt veel voor bij een gestuwde bloedafname. Wanneer er te lang gestuwd is mbv een stuwband, kan er geringe hemolyse optreden. Bij hemolyse gaan de bloedcellen kapot en komt er kalium van binnen de cel vrij.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Pieterse heeft een hematoom opgelopen tijdens een venapunctie, wat betekent dit?
A
een blauwe plek op de plaats waar geprikt is
B
Mw lijdt aan een stollingsziekte
C
Mw heeft een huidafwijking tgv een schimmel
D
Mw reageert heel extreem op het aanprikken

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Complicatie na het bloed prikken 
De ene zorgvrager is gevoeliger voor dan de ander. (Gebruik van anti-coagulantia) 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gecentrifugeerd bloed
Net afgenomen labbuis

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips zicht- en/of
voelbaar
maken venen

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Van bloedprikken tot uitslag EMC
https://www.youtube.com/watch?v=HYwMoU5EeP8

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En wat doe je als een zorgvrager aangeeft dat hij al eerder is flauwgevallen tijdens een bloedafname? 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog meer TIPS
-Laat de zorgvrager vooraf tenminste 1/2 liter water drinken
-Benen laten kruisen 
-Na bloedafname de zorgvrager nog tenminste 2 min laten liggen


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor bloedafname moet je de huid desinfecteren.
A
Altijd
B
Nooit
C
Bij afname van bloedkweken
D
Bij mensen met verminderde afweer

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groter de gauge, hoe... de naald.
A
dikker
B
dunner

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de ader hard aanvoelt...
A
is dat prima, hij is goed stevig
B
prik je beter in een andere ader

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies