m2 u5 santé intro

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Je me présente!

Mme Rogers

Mevrouw Rogers

Le programme d´aujourd´hui

• je me présente
  
• Unité 5: santé
  
• LessonUp
• Ton opinion et expérience sur la santé

Le but: à la fin de ce cours:

1) Je comprends une video sur une dame qui visite le médecin

2) Je comprends le grammaire: avoir mal à + lidwoord (le, la, l', les)

3) J'ai appris des mots sur la santé

Zou je in de schoolkantine alleen maar gezond eten moeten kunnen kopen?

Ja

Nee

Vind je dat op scholen de verkoop van frisdrank en snoep verboden moet zijn?

Ja

Nee

Let je bij het kiezen van je eten op de schijf van vijf?

Ja

Nee

Ben je wel eens bij de dokter of in het ziekenhuis geweest in het buitenland?

Ja

Nee

Denk je dat Nederlanders voedingsstoffen tekort komen omdat we boterhammen eten tijdens de lunch?

Ja

Nee

Tu regardes une vidéo

Je krijgt steeds vragen over wat je hebt gehoord / gezien.

00:10

Wanneer heeft mevrouw Dubois een afspraak gemaakt bij de dokter?

1. gisteren
2. vorige week
3. vanochtend
4. maandag

00:31

Hoe heet de arts waar mevrouw Dubois heen gaat?

1. Monsieur Bernard
2. Madame Élodie

00:42

Mevrouw Dubois heeft last van haar hoofd en van haar .....

1. ogen
2. oren
3. benen
4. armen

01:04

Hoe lang voelt mevrouw Dubois zich al ziek?

1. sinds gisteren
2. sinds twee dagen
3. sinds vandaag
4. sinds drie dagen

01:15

Waar heeft mevrouw Dubois GÉÉN last van?

1. verstopte neus
2. moeheid
3. keelpijn
4. niezen

01:26

Hoe vaak moet mevrouw Dupois de medicijnen innemen?

1. 2 x per dag
2. 3 keer per week
3. 3 keer per dag
4. 2 keer per week

01:40

Welk advies krijgt mevrouw Dubois NIET?

1. Veel water drinken
2. Rust houden
3. Gezond eten
4. Een paar dagen thuis blijven.

01:47

Waarom wordt de dokter boos?

1. Omdat mevrouw Dubois niet thuis wil blijven.
2. Omdat mevrouw Dubois geen medicijnen wil nemen.
3. Omdat mevrouw Dubois niet gelooft dat ze verkouden is.
4. Omdat mevrouw Dubois niet naar bed wil gaan.

01:51

Mevrouw Dubois volgt de adviezen van haar dokter op.

1. Waar
2. Niet waar

01:55

Hoe wenst de dokter mevrouw Dubois beterschap?

1. Bon voyage!
2. Bon rétablissement!
3. Bonne route!
4. Bon appétit!

Einde van dit deel

Wat valt je op?

Je vais à l'école

Je vais à la maison

Je vais au marché

Je vais aux toilettes

avoir mal à + lidwoord (le, la, l', les)

J'ai mal à le nez.        J'ai mal au nez.        Ik heb pijn aan mijn neus.

J'ai mal à la tête.                                                Ik heb hoofdpijn.

J'ai mal à l'oreille.                                              Ik heb oorpijn.

J'ai mal à les dents. J'ai mal aux dents.  Ik heb tandpijn.

au

à la 

aux

à l'

à + le 

à + la 

à + les 

à + l'

Wat betekent het volgende?
J'ai mal à la tête.

1. Ik heb buikpijn.
2. Ik heb hoofdpijn.

Wat betekent het volgende?
J'ai mal au nez.

1. Ik heb pijn aan mijn hand.
2. Ik heb pijn aan mijn neus.

j'ai mal à la jambe

j'ai mal à la tête

j'ai mal au ventre/ j'ai mal au coeur

j'ai mal à l'oreille

j'ai mal au dos

Ik vond deze les:

😒🙁😐🙂😃

Les devoirs

Apprendre 1 - basis vocabulaire

welke 4 highlights heb je gehoord?

wat zag je op de achtergrond?

wat betekent 'je t'aime'?