Kla3 BK hfd veilig verkeer 8.1 wrijving

hfd 8/7 Veilig Verkeer klas 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

hfd 8/7 Veilig Verkeer klas 3

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Weten wat wrijving is en waarvoor het nodig is

Slide 2 - Tekstslide

Wrijving
Op het moment dat twee voorwerpen langs elkaar gaan ontstaat er wrijving.
Dat is dus ook zo op het moment dat een voorwerp in beweging is. De wrijving die dan ontstaat is een tegenwerkende kracht.

Slide 3 - Tekstslide

Er zijn verschillende soorten wrijving:
- Rolwrijving: is de wrijving op draaiende wielen

     - Rolwrijving is klein als de wielen soepel draaien 
        en het contactoppervlak tussen de wielen en de  
       ondergrond klein is

Slide 4 - Tekstslide

- Luchtweerstand: de wrijving van de lucht op bewegende 
   voorwerpen .

- Luchtweerstand is klein bij
    - een kleine snelheid
    - wind mee
    - een goede stroomlijn

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Smalle banden hebben ........... last van wrijving met het wegdek dan brede banden.
A
meer
B
minder

Slide 7 - Quizvraag

Waardoor heeft Ilana haar handen verbrand?
A
Zon
B
heet water
C
wrijving
D
glijding

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN tegenwerkende kracht?
A
Remkracht
B
Stuwkracht
C
Luchtweerstand
D
Rolwrijving

Slide 9 - Quizvraag


A
Tegenwind en luchtwrijving
B
Voortstuwende en tegenwerkende kracht
C
trek en een duw kracht
D
luchtwrijving en rolwrijving

Slide 10 - Quizvraag

Personenauto's hebben een gestroomlijnde vorm, omdat daardoor de rolwrijving veel kleiner wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Een wielrenner zorgt ervoor dat zijn banden hard zijn opgepompt. Waarom doet hij dat?
A
Dat verkleint de luchtwrijving
B
Dat verkleint de rolwrijving
C
Dat vergroot de rolwrijving
D
Dat verkleint de zwaartekracht

Slide 12 - Quizvraag

Welke kracht zorgt samen met luchtweerstand voor een tegenwerkende kracht op een rijdende auto?
A
Motorkracht
B
Stuwkracht
C
Rolwrijving
D
Zwaartekracht

Slide 13 - Quizvraag

Op een rijdende trein werken altijd tegenwerkende krachten, zoals de luchtwrijving en de rolwrijving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

De rem op het achterwiel wordt warm bij het remmen. Door welke kracht?
A
luchtweerstand
B
rolwrijving
C
zwaartekracht
D
wrijvingskracht

Slide 15 - Quizvraag

Welke vormen van wrijving moet jij overwinnen als je op de fiets zit. (meerdere antw. mogelijk)
A
Luchtwrijving
B
schuifwrijving
C
trapwrijving
D
rolwrijving

Slide 16 - Quizvraag

Noem twee dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 17 - Open vraag

Leg uit waar wrijving voor nodig is

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
KB: maken de vragen 1 t/m 4 in je theorieboek
Maken de vragen 1 t/m 8 in je werkboek
BB: maken de opdrachten van paragraaf 7.1

Slide 19 - Tekstslide