1KB Topic 1

1KB Topic 1
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1KB Topic 1

Slide 1 - Tekstslide

Today
- Shit Regel
- Meervouw
- Days of the week / Months of the Year / prices
- start exercises Online

Slide 2 - Tekstslide

Present Simple 
  • Wat is de Present Simple?

  • Wanneer gebruik je de Present Simple?

  • Hoe maak je de Present Simple? 

Slide 3 - Tekstslide

De present simple heet in het Nederlands de ....
A
Verleden tijd
B
Voltooide tijd
C
Tegenwoordige tijd
D
Toekomende tijd

Slide 4 - Quizvraag

The present simple... 
Gebruik je in het Engels als iets vaak, altijd of nooit gebeurt. 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Let op:
Als je een woord kunt vervangen door he/she/it dan zet je ook een -s achter het werkwoord.
Bijv.: My dog never drinks water. Want: my dog = it. ->
It never drinks water.

Slide 7 - Tekstslide

The man ..........(see) an accident
A
see
B
sees

Slide 8 - Quizvraag

Peter and Susan .......(go) to school by bike
A
goes
B
go

Slide 9 - Quizvraag

My dog ........(feel) good today
A
feel
B
feels

Slide 10 - Quizvraag

Meervoud

Slide 11 - Tekstslide

Meervoud
In het Engels zet je zelfstandige naamwoorden in het meervoud door +s hier aan toe te voegen. Dus óók als een woord eindigt op een klinker!

book > books
jacket > jackets
shoe > shoes

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het meervoud van book?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het meervoud van pizza?

Slide 14 - Open vraag

Days of the week
Iedere dag begint met een hoofdletter, ook middenin een zin!

Voorbeeld:
Today it is Tuesday. 

Slide 15 - Tekstslide

Months of the year
Iedere maand begint met een hoofdletter, ook middenin een zin!

Voorbeeld: My favourite month of the year is August.

Slide 16 - Tekstslide

Datums schrijven
Je schrijft een datum zo:
dag, getal maand

Voorbeeld: Wednesday, 7 September

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf de datum in het Engels:
woensdag 13 december

Slide 18 - Open vraag

Schrijf de datum in het Engels:
zondag 1 augustus

Slide 19 - Open vraag

Tijden schrijven
In het Engels gebruiken we een 12 uurs klok. 

  • a.m. = Nacht + ochtend
  • p.m. = Middag + avond

Voorbeeld: 11 a.m. = 11:00         2 a.m. = 2:00
                          11 p.m. = 23:00       2 p.m. = 14:00

Slide 20 - Tekstslide

15:00 =
A
3 a.m.
B
3 p.m.

Slide 21 - Quizvraag

10:30 =
A
10:30 a.m.
B
10:30 p.m.

Slide 22 - Quizvraag

20:00 =
A
8 a.m.
B
8 p.m.

Slide 23 - Quizvraag

Prijzen schrijven
Schrijf eerst het pond teken -  £
Schrijf dan het getal erachter -  £2
Geen spaties of nullen!

Als je pennies wilt schrijven, dan gebruik je een punt-  £2.20

Voorbeelden:  £5.50 -  £8 -  £25.20

Slide 24 - Tekstslide

NOW
Go to Its Learning
Click on Methodes
Choose Engels
Go to Blink
Go to Exercises
Click on Exercise 1

Slide 25 - Tekstslide

Overtreffende trap
als we dingen vergelijken en iets is het mooist/ grootst/ lekkerst/leukst etc. dan noemen we dit de
 overtreffende trap
           groot                 groter dan               het grootst

Slide 26 - Tekstslide

Voor het woord zet je eerst the en achter het woord + est
This is the smallest dog they have.

Slide 27 - Tekstslide

Bij deze lange woorden maak je de overtreffende  trap door most voor het woord te zetten
  • the most beautiful
  • the most intelligent
  • the most wonderful
  • the most exciting

Slide 28 - Tekstslide

London is .............city in Europe.
A
the largest
B
the largeest
C
the most large

Slide 29 - Quizvraag

He has .......... car in our family.
A
the most fast
B
the faster
C
the fastest

Slide 30 - Quizvraag

Martin Garrix is ...... DJ in the world
A
the most popular
B
the popularst
C
the popularest

Slide 31 - Quizvraag

My dog is ...... (small) dog I know

Slide 32 - Open vraag