Spelling Blok 2 - les 1 & 2

Blok 2 - 2.8 t/m 2.10 (blz. 79)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Blok 2 - 2.8 t/m 2.10 (blz. 79)

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Lesdoel
Weet je het nog?
Instructie afgewisseld met
                                zelfstandig werken
Einde les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet hoe je klankvaste ww-en in de vt spelt.
  • Je weet hoe je klankveranderende ww-en in de vt spelt.
  • Je weet hoe je de regel van 't kofschip gebruikt.
  • Je weet wat een voltooid deelwoord is en hoe je het spelt.
  • Je weet wat een samenstelling is en kent de regels:                       -  Je weet wanneer je -e of -en gebruikt                                                -  Je weet of je met of zonder -s schrijft

Slide 3 - Tekstslide

2.8 Instructie - Verleden tijd
klankvaste werkwoorden -> klank verandert niet in de vt
vb. huilen -> ik huilde

klankveranderend ww -> klank verandert in de vt 
                                                -> je hoort hoe je de pv moet spellen 
vb. blazen -> ik blies

Slide 4 - Tekstslide

2.8  Instructie - Verleden tijd
Wanneer je niet kunt horen of je in de verleden tijd -te of -de spelt, dan gebruik je 't kofschip. Zie schema: 

Slide 5 - Tekstslide

samen oefenen
Wat is de verleden tijd van: 
bestellen:  ik .............
zeuren: hij ........
plakken: het.........

Schrijf de stam en de ik-vorm in de tegenwoordige tijd:
verhuizen -> stam: .............     ik vorm tt : ..........     ik vorm vt: .............
verloten -> stam: .............  ik vorm tt: ...........     ik vorm vt: .............



Slide 6 - Tekstslide

Maken: Spelling Blok 2 opdracht 1 t/m 4
Vragen? Steek je vinger op.
Klaar? Nakijken.

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

2.9 Instructie voltooid deelw.
Een vd eindigt vaak op -d of -t. 
Sommige ww-en hebben een ander vd -> -en

Als je niet weet of het een -d of -t is ->                                                        maak het langer en wat je hoort, schrijf je!                                                of je gebruikt 't kofschip.




Slide 8 - Tekstslide

samen oefenen
Vul de juiste voltooid deelwoorden in:

Ik ben op vakantie ........ (zijn). 
De zon heeft elke dag ........ (schijnen).
We hebben veel ....... (wandelen) en ......... (fietsen).
Ik heb iedere dag heerlijk ....... (eten).
Wij hebben haar een cadeau ......... (geven).

Slide 9 - Tekstslide

Maken: Spelling Blok 2 opdracht 5
Vragen? Steek je vinger op.
Klaar? Nakijken.
timer
4:00

Slide 10 - Tekstslide

2.10 Instructie samenstellingen
Samenstellingen maak je door twee of meer woorden aan elkaar te schrijven.

Bij sommige combinaties levert dat een woord op dat niet makkelijk uit te spreken is -> die woorden krijgen een tussenklank: -e, -en of -s.

Voor het gebruik van tussenklanken gelden regels.
Let op: die regels gelden niet voor woorden die je gewoon aan elkaar kan plakken, zoals zand + bak

Slide 11 - Tekstslide

Schema

Slide 12 - Tekstslide

Uitzonderingen:

Slide 13 - Tekstslide

Maken online: Spelling Blok 2 opdracht 6 en 7.
Vragen? Steek je vinger op.
Huiswerk: Spelling Blok 2 opdracht 1 t/m 7.
Klaar? Nakijken.
Klaar? Blooket.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide