Week25_Maandag_Dictee_Poepverhaal

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Terugblik vorige les
Stillezen
Dictee individueel
Samen verhaal lezen
Evalueren 
Vooruitblik 

Slide 2 - Tekstslide

Wat ging goed?
- zelfstandig werken
- stillezen
 - aanvang voor de les spullen klaarleggen

Wat kan beter?
-

Mededeling
- Boekendoos cijfers

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Voordoen
Visualiseren
Voorkennis
Voorspellen
Vragen

Slide 5 - Tekstslide

Kijk op je eigen blaadje!

Slide 6 - Tekstslide

Alleen voor de docent!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Dictee
1 m.a.w.             anders gezegd (afkorting van: met an¬de¬re woor¬den) 
2 nauwelijks   amper, ternauwernood, bijna niet
3 noteren         opschrijven
4 o.a.                 behalve andere zaken, ook (afkorting van: onder                                   andere)
5 ondanks       afgezien van, ongeacht

Slide 9 - Tekstslide

Dictee
6 opheffen       stoppen met iets, eindigen, compenseren
7 het principe  idee, stelregel, de manier waarop het werkt of in                                   elkaar zit
8 reeds               al
9 uniek                buitengewoon, eenmalig, onovertroffen
10 volkomen     helemaal

Slide 10 - Tekstslide

Dictee
11  vrijwel                bijna helemaal
12 waarnemen     merken, constateren, zien
13 zelfstandig        zonder hulp van anderen, onafhankelijk
14 zich onderscheiden van           anders zijn dan
15 zogenaamde         veronderstelde, vermeende, schijnbare

Slide 11 - Tekstslide

Wat ga je doen? 
Je krijgt je blad terug van je klasgenoot. Kijk goed naar je dictee.

Fout(en) gemaakt? Maak een nieuwe zin met het schooltaalwoord. 




timer
25:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent opheffen?

Slide 13 - Open vraag

Antwoord
stoppen met iets, eindigen, compenseren

Slide 14 - Tekstslide

Maak een zin met het woord voorzien zijn van.

Slide 15 - Open vraag

Antwoord

Voorbeeeldzin:
Ik ben voorzien van genoeg kleding om de komende dagen te kamperen.

Betekenis hebben, toegerust zijn met

Slide 16 - Tekstslide

Maak een zin waarin de betekenis van het volgende woord naar voren komt: tamelijk

Slide 17 - Open vraag

Antwoord
Betekenis: behoorlijk, nogal

Voorbeeldzin:

Het is tamelijk zeker dat hij de volgende keer niet meegaat op schoolreis, hij heeft zich de afgelopen keer niet gedragen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Maak de vragen in tweetallen:
  1. Welke karaktereigenschappen hebben de hoofdpersonen?
  2. Wat vind je van dit verhaal?
  3. Wat is het tekstdoel?
  4. Wat is het onderwerp?
  5. Wat is de hoofdgedachte?

Slide 20 - Tekstslide

Evalueren
Wat ging er goed?
Wat kan er de volgende keer beter?


Slide 21 - Tekstslide

We gaan aan de slag met begrijpend lezen, woordenschat 

Wat ga je doen of wat neem je mee?
  • Schooltaalwoorden M t/m Z 
  • Leesboek 
  • Opgeladen laptop
  • Boekendoos!

Slide 22 - Tekstslide