wo 9 juni 2021 gevorderd

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Toekomst.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Toekomst.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Tekstslide

betrouwbaar
(bijvoeglijk naamwoord (bvn)
  • dat iemand doet wat hij of zij belooft
  • synoniem: je kunt op iemand vertrouwen/ erop rekenen
  • tegenstelling: onbetrouwbaar
  • zin: Het is belangrijk dat docenten betrouwbaar zijn, dan kunnen leerlingen erop rekenen dat het goed komt.. 
  • zin: Lang geleden had ik een goede vriendin, helaas was zij niet betrouwbaar want zij deelde mijn geheim met anderen.

Slide 2 - Tekstslide

kritisch
(bijvoeglijk naamwoord (bvn)
  • heel goed onderzoeken/nadenken
  • niet alles zomaar geloven
  • heel goed afwegen: wat zijn de gevolgen wat zijn de voordelen en nadelen?
  • Iemand is kritisch
  • synoniem: scherp zijn, opmerkzaam zijn
  • tegenstelling: naïef
  • zin: Op internet moet je niet alles zomaar geloven, wees kritisch!
  • zin; Kritische mensen worden niet altijd gezien als gemakkelijke mensen.

Slide 3 - Tekstslide

spontaan
(bijvoeglijk naamwoord (bvn)
  • als je iets doet of zegt zonder lang nadenken
  • mensen kunnen spontaan zijn
  • synoniem: open zijn/gemakkelijk contact maken
  • tegenstelling: gereserveerd/terughoudend
  • zin: Sommige mensen gingen spontaan meedoen met de demonstratie.
  • zin: De spontane jongens en meisjes hadden veel plezier toen zij meteen mee gingen doen met de voetbalwedstrijd.

Slide 4 - Tekstslide

het talent
(zelfstandig naamwoord (znw)
  • de eigenschap dat  je iets vanzelf goed kunt
  • meervoud: de talenten
  • talentvol: iemand met veel verschillende talenten
  • zin: Deze jongen is goed in sport, is muzikaal en kan goed studeren, hij heeft veel talenten. 
  • zin: Ieder mens heeft een talent! Er is altijd wel iets waar je goed in bent!

Slide 5 - Tekstslide

teleurgesteld
(bijvoeglijk naamwoord (bvn)
  • een onprettig gevoel dat je krijgt als je verwachting niet uitkomt
  • als iets niet goed lukt
  • iets is jammer
  • tegenstelling: tevredenheid
  • zin: De leerlingen zijn teleurgesteld over het resultaat van de toets.
  • zin: Ik had zo goed gestudeerd en toch is de toets niet goed gelukt, ik ben heel erg teleurgesteld.

Slide 6 - Tekstslide

Als je betrouwbaar bent dan ..........
(er zijn twee goede antwoorden)
A
dan kunnen mensen niet op jou vertrouwen.
B
dan kunnen mensen op jou rekenen.
C
kunnen mensen op jou vertrouwen.
D
dan ben je onbetrouwbaar.

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord moet hier ingevuld worden?

De jongen kwam zijn afspraak niet na, ik vind hem............

A
gezellig
B
onbetrouwbaar
C
leuk
D
betrouwbaar

Slide 8 - Quizvraag

Als je kritisch bent dan ................
(Er zijn meer antwoord goed)
A
denk je na over gevolgen.
B
denk je over veel dingen goed na.
C
denk je na over voordelen en nadelen.
D
weeg je veel dingen goed af.

Slide 9 - Quizvraag

Vind je dat je zelf kritisch bent?
Waarom? Hoe zie ik dat?

Slide 10 - Open vraag

Ik zie veel jonge mensen die meteen leuk reageren, deze mensen zijn ............
(er zijn meer goede antwoorden)
A
enthousiast
B
gereserveerd
C
spontaan
D
terughoudend

Slide 11 - Quizvraag

Maak een zin!
Ik ben wel/niet/soms spontaan, dat zie je omdat ik.....................

Slide 12 - Open vraag

Maak een zin!
Zelf ben ik wel/niet/soms spontaan, dat zie je omdat ik.....................

Slide 13 - Open vraag

Wat is jouw talent?
Noem er één.
Ik kan goed.........

Slide 14 - Woordweb

Welk woord moet er ingevuld worden in de zin?

De docenten waren.....................over de resultaten van de toets, want ondanks alle lessen was het niet goed gelukt.
A
tevreden
B
heel blij
C
teleurgesteld
D
gelukkig

Slide 15 - Quizvraag

Maak de zin af.......
Ik ben teleurgesteld als...............

Slide 16 - Open vraag

Zinnen maken

We draaien het rad. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: teleurgesteld, het talent, spontaan, kritisch, betrouwbaar.

Slide 17 - Tekstslide