1.3

Burgers en stoommachines
Economische ontwikkelingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines
Economische ontwikkelingen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
 Welke veranderingen deden zich voor in de 19e eeuw in Nederland in de landbouw, industrie en handel?

Slide 2 - Tekstslide

Specialisatie in de landbouw

Door steeds betere verbindingen richtten veel boeren en tuinders zich op de export. 
De aardappel heeft hier ook een rol ingespeeld--> men had meer geld voor producten die voorheen voor de gewone man onbetaalbaar was, zoals vlees, zuivel, suiker, groenten en fruit. 
  • Commerciële landbouw: boeren produceren voor de handel

Slide 3 - Tekstslide

Nederland industrialiseert laat 
  • Pas vanaf 1870
  • Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
  • Geen geschikte grondstoffen voor industrie.

Slide 4 - Tekstslide

Late industralisatie

  • Delfts blauw, Amsterdamse kandij, Leidens laken enz. 
  • Gericht op binnenlandse markt. 
  • Moderniseren pas later 

Slide 5 - Tekstslide

Van stapelmarkt naar transitohandel 
  • Stapelmarkt= opslag in pakhuizen
  • Transitohandeldoorvoerhandel
  • Na 1870 groeien havens van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 8 - Quizvraag

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 10 - Quizvraag

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 11 - Quizvraag

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten

Slide 12 - Quizvraag

In welke beroepen begon de Industriele revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 13 - Quizvraag