H2 + H3 herhalen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Maatschappijkunde jaar 3

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen

Zelfstandig werken

Afsluiten
Planning

Slide 3 - Tekstslide

Waar ging de les van gister over?


Herhalen
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Je kan uitleggen wat arbeidsomstandigheden zijn. 

Je kan uitleggen wat de Arbowet is en waaronder het is verdeeld
Lesdoelen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe je praktische werksituatie eruit ziet (werkplek).
H2.1 Arbeidsomstandigheden
Arbeidsomstandigheden
Wat vind jij belangrijk als het gaat om jouw werkplek?

Slide 6 - Tekstslide

Door de overheid zijn allerlei regels vastgesteld waaraan je werkplek minimaal moet voldoen.

Arbowet         (Arbeidsomstandighedenwet) Hierin staat hoe werkgevers moeten zorgen voor gezonde en veilige werkplekken.

De regels uit de Arbowet worden gecontroleerd door de arbeidsinspectie. 

 

2.1 Arbeidsomstandigheden

Slide 7 - Tekstslide

De arbeidsinspectie controleert of de werkgevers zich aan de arbowet houden. Deze wet is ingedeeld in 3 onderdelen:

     Veiligheid: Machines moeten veilig zijn en goede vluchtroutes bij
      brand.

     Gezondheid: Er mag niet met gevaarlijke stoffen gewerkt worden.

     Welzijn:  Het werk mag niet te geestdodend zijn, daarnaast moeten de
      werknemers beschermd zijn tegen intimidatie en geweld. 

 

2.1 Arbeidsomstandigheden

Slide 8 - Tekstslide

Ook voor jongeren <18 jaar is er een Arbeidsbesluit Jeugdigen (ABJ). Een aantal eisen:



2.1 Arbeidsomstandigheden
  • Geen zware dingen sjouwen
  • Geen lawaai boven de 90 decibel 
  • Geen gevaarlijke stoffen of chemicaliën 
  • Geen eentonig of eenzaam werk

Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsvoorwaarden          afspraken die gelden als je ergens werkt

2.2 Arbeidsvoorwaarden
Deze afspraken worden op papier gezet in je arbeidscontract.
  • Tussen jouw en je baas: individuele arbeidsovereenkomst.  
  • Voor alle werknemers in dezelfde branche: collectieve arbeidsovereenkomst (cao). 

Slide 10 - Tekstslide

Brutoloon          Loonbedrag wat je krijgt als de belasting en sociale premies nog niet betaald zijn.

Nettoloon          Loonbedrag wat je krijgt als de belasting en sociale premies betaald zijn.


+ vakantietoeslag (8% van je brutoloon) en soms 13e maand.
Loon is bepaald in de Wet op het minimumloon (ook voor jeugdigen).



2.2 Arbeidsvoorwaarden

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt niet zomaar ontslagen worden of plotseling opstappen.

2.2 Arbeidsvoorwaarden
Opzegtermijn            tijd tussen ontslag of opzeggen en wanneer je daadwerkelijk vertrekt.

Ontslag op staande voet         Per directe beëindiging contract vanwege bijzondere, ernstige gevallen.

Slide 12 - Tekstslide

Arbeidsverhoudingen        De manier waarop collega's met elkaar omgaan en de verhoudingen tussen de werkgevers en werknemers. 

Bedrijfscultuur         De normen, waarden, gewoonten en omgangsvormen die er binnen een bedrijf zijn. 
3.1 Arbeidsverhoudingen

Slide 13 - Tekstslide

De arbeidsverhoudingen zijn gebaseerd op geschreven regels, bijvoorbeeld niet in een korte broek werken. 

Daarnaast heeft een bedrijf ook ongeschreven regels, bijvoorbeeld aan het einde van de werkweek een vrijdagmiddagborrel. 
3.1 Arbeidsverhoudingen

Slide 14 - Tekstslide

Naast de geschreven en ongeschreven regels, kan het ook zijn dat je te maken krijgt met ethische dilemma's

Bv. Je ziet dat een collega onbeleefd is tegen een klant, meld je dit bij de baas?

Deze ethische dilemma's hebben te maken met normen en waarden. Om deze dilemma's te voorkomen, kan het zijn dat een bedrijf een ethische code afspreekt.

Ethische code        afspraken waar een bedrijf aan wil houden. 
3.1 Arbeidsverhoudingen

Slide 15 - Tekstslide

Formele- en informele verhoudingen
Formele verhoudingen
De formele verhoudingen zijn gebaseerd op functies, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Informele verhoudingen
Deze verhoudingen zijn gebaseerd op persoonlijke kenmerken. 

Slide 16 - Tekstslide

stijlen van leidinggeven
Autoritaire stijl
De autoritaire baas legt de nadruk op arbeidsprestaties van de werknemers. 
Democratische stijl
De democratische baas wil de beslissingen samen met de werknemers maken. 
Raadplegende stijl
De baas geeft zijn personeel inspraak. Hij vraagt hen voordat hij beslissingen maakt. 

Slide 17 - Tekstslide

Als je als medewerker inspraak hebt, dan kun je dus meedenken en meepraten. In sommige bedrijven heb je als werknemer ook medezeggenschap, je mag dan over bepaalde zaken meebeslissen. 

De medezeggenschap van werknemers is geregeld in de Wet op de ondernemingsraden (WOR)
Meedenken en praten

Slide 18 - Tekstslide

De inspraak en medezeggenschap wordt terug gezien in drie soorten overleg. 

Werkoverleg: elke week of elke maand een werkoverleg. Je praat elkaar dan bij over de praktische problemen. 
Personeelsvergadering: Ong. twee keer per jaar hebben bedrijven een personeelsvergadering. Hier is iedereen bij aanwezig en worden de algemene zaken gedeeld. 
Ondernemingsraad (OR): Elk bedrijf met +50 werknemers moet een OR hebben. Zij vertegenwoordigen het personeel. Hierin is spraak van medezeggenschap
Overleggen

Slide 19 - Tekstslide

Leren: H1 t/m H4
Maken

Slide 20 - Tekstslide

Je kan het verschil uitleggen tussen arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. 

Je kan de bovenstaande begrippen in eigen woorden uitleggen
Lesdoelen

Slide 21 - Tekstslide