>>
Gistermorgen zette Iris een kop koffie voor de docent Frans.1. pv = zette
2. Gistermorgen / zette / Iris / een kop koffie / voor de docent Frans.
3. ow = Iris
4. wg = zette
5. lv = een kop koffie
6. Voor wie/wat zette Iris een kop koffie?
mv = voor de docent Frans