Clase 3.08 - mhv3 - repaso verbo gustar, verbos como gustar I

Clase 3.08
Hacer (doen/maken):
- ejercicios 10 hasta 13, p.55 (WB)
- ejercicio 16, p.56 (WB)
- ejercicio 17, p.57 (WB)
- ejercicio 9, p.62 (WB)
- ejercicio 12, p.63 (WB)

Aprender (leren):
- vocabulario: woordenlijst unidad 3, ¡Visitamos las Canarias!
- vocabulario: woordenlijst, unidad 3, ¿Qué tiempo hace?
- werkwoorden zoals gustar (I), página 49 (TB) + aantekeningen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Clase 3.08
Hacer (doen/maken):
- ejercicios 10 hasta 13, p.55 (WB)
- ejercicio 16, p.56 (WB)
- ejercicio 17, p.57 (WB)
- ejercicio 9, p.62 (WB)
- ejercicio 12, p.63 (WB)

Aprender (leren):
- vocabulario: woordenlijst unidad 3, ¡Visitamos las Canarias!
- vocabulario: woordenlijst, unidad 3, ¿Qué tiempo hace?
- werkwoorden zoals gustar (I), página 49 (TB) + aantekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Planificación: Hoy es ...
1. Reglas de la clase
5 min
2. Repaso: el objeto directo
10 min
3. Gramática: verbos como gustar I
15 min
4. ¡En marcha!
20 min
5. Evaluación y la próxima clase
5 min
Después de esta clase... 
... has repasado el objeto directo.
... has repasado el uso del verbo gustar.
... has aprendido verbos como gustar.
... has aprendido cinco palabras nuevas.

Slide 2 - Tekstslide

Reglas de la clase
  1. Je telefoon is thuis of in de kluis.
  2. Bij binnenkomst op je plek zitten, jas uit en tas van tafel.
  3. Je hebt altijd je spullen mee: boeken, schrift, pen, opgeladen device.
  4. Als een ander praat, ben je stil en luister je.
  5. Wanneer de docente uitleg geeft, zijn jullie stil en maken jullie aantekeningen in je schrift.
  6. We lachen elkaar niet uit.
  7. Je ruimt pas op als de docent dat aangeeft.
  8. Heb je een les gemist? Vraag aan klasgenoten om aantekeningen, welke opdrachten in te halen...

Slide 3 - Tekstslide

Repaso: el objeto directo
Pak je device erbij en log in via lessonup.app

Slide 4 - Tekstslide

Los pronombres del objeto directo
yo
él / usted-masculino / cosa masculina
ella / usted-femenina / cosa femenina
nosotros/as
vosotros/as
ellos / ustedes-hombres / cosas masculinas
ellas / ustedes-femeninas / cosas femeninas
lo
la
los
las
me
te
nos
os

Slide 5 - Sleepvraag

¿Dónde pongo los huevos?
___ pones en la nevera.
A
lo
B
la
C
los
D
las

Slide 6 - Quizvraag

¿Dónde pongo las patatas?
___ pones en la despensa.
A
lo
B
la
C
los
D
las

Slide 7 - Quizvraag

¿Dónde pongo el aceite?
___ pones en el armario.
A
lo
B
la
C
los
D
las

Slide 8 - Quizvraag

¿Dónde pongo la?
___ guardas en la despensa.
A
lo
B
la
C
los
D
las

Slide 9 - Quizvraag

Gramática: verbos como gustar I
Weten jullie nog hoe je het werkwoord gustar gebruikt?

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf op: het rijtje persoonlijke voornaamwoorden bij gustar.

Slide 11 - Open vraag

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord en de juiste vervoeging van het werkwoord "gustar" in.

A Carla y a mí ___ ___________ el fútbol.

Slide 12 - Open vraag

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord en de juiste vervoeging van het werkwoord "gustar" in.

A él no ___ ___________ los restaurantes libaneses.

Slide 13 - Open vraag

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord en de juiste vervoeging van het werkwoord "gustar" in.

A mis padres ___ ___________ bailar.

Slide 14 - Open vraag

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord en de juiste vervoeging van het werkwoord "gustar" in.

A mí ___ ___________ las matemáticas.

Slide 15 - Open vraag

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord en de juiste vervoeging van het werkwoord "gustar" in.

¿A vosotros ___ ___________ ir de compras?

Slide 16 - Open vraag

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord en de juiste vervoeging van het werkwoord "gustar" in.

¿(A ti) ___ ___________ el teatro?

Slide 17 - Open vraag

Gramática: verbos como gustar I
Enkele andere werkwoorden die net als gustar vervoegd worden, zijn:
encantar (houden van), apetecer (lusten) of
dar miedo/pereza/vergüenza/asco...

Let op: vaak wordt het onderwerp achter het werkwoord geplaatst, maar het moet altijd in vorm overeenkomen.

Slide 18 - Tekstslide

Gramática: verbos como gustar I
Enkele andere werkwoorden die net als gustar vervoegd worden, zijn:
encantar (houden van), apetecer (lusten) of
dar miedo/pereza/vergüenza/asco...

VOORBEELD: 
Me da miedo volar. --> Ik ben bang om te vliegen.

Slide 19 - Tekstslide

Practicamos
Libro de trabajo: ejercicio 12, página 63
a. yo + dar miedo + las serpientes
b. Lucía + dar pereza + ir de excursión
c. ¿tú + dar vergüenza + hablar en público?
d. mis padres + encantar + los pasteles

Slide 20 - Tekstslide

¡En marcha!
Je gaat zelfstandig aan de slag:
- ejercicios 10 hasta 13, p.55 (WB)
- ejercicio 16, p.56 (WB)
- ejercicio 17, p.57 (WB) --> ¡usa el pretérito perfecto!
- ejercicio 9, p.62 (WB)
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

La próxima clase
Vamos a ...
... aprender describir el tiempo.
... practicar vocabulario.

Deberes:
- Magister.Learn, Taaldorp & clase 3.08
- vocabulario: woordenlijst unidad 3, ¡Visitamos las Canarias!
- vocabulario: woordenlijst, unidad 3, ¿Qué tiempo hace?
- werkwoorden zoals gustar (I), página 49 (TB) + aantekeningen

Slide 22 - Tekstslide

Hasta la próxima clase
  • Stoel netjes aanschuiven.
  • Papieren van de grond / tafels. 

Slide 23 - Tekstslide