'will' en 'shall' uitleg
1 / 13
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de toekomende tijd?
A
Als iets al is gebeurt
B
Als iets nu gebeurt
C
Als iets nog gaat gebeuren
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
+ It _____ today (rain)
A
won't rain
B
will rain
C
shall rain
D
will raining
Slide 7 - Quizvraag
- My neighbour _____ his car (clean)
A
won't clean
B
will clean
C
shall clean
D
won't cleaning
Slide 8 - Quizvraag
? _____ we _____ some flowers for her? (buy)
A
will buy
B
will buying
C
shall buy
D
won't buy
Slide 9 - Quizvraag
+ You _____ piano (play)
Slide 10 - Open vraag
- They _____ pizza (order)
Slide 11 - Open vraag
? _____ the dog _____ to the vet tomorrow? (go)
Slide 12 - Open vraag
? _____ I _____ that for you? (do)
