Bonusbadje 1-2-3

 Werkwoordspelling
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

 Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Het (1. weglopen) meisje (2. hebben) zich met haar ouders (3. verzoenen).

Slide 2 - Open vraag

Op de onlangs (4. verbreden) snelweg (5. staan, v.t.) twee lifters

Slide 3 - Open vraag

(6. Vinden) je broer dat ook?

Slide 4 - Open vraag

De acteur (7. beantwoorden, v.t.) de vraag

Slide 5 - Open vraag

Op het slecht (8. organiseren) feest (9. zijn, v.t.) rellen (10. uitbreken).

Slide 6 - Open vraag

De (11. loslaten) honden hadden in het park met elkaar (12. vechten).

Slide 7 - Open vraag

Volgens het fotomodel (14. hebben, t.t.) de roddel (15. leiden) tot een (16. verpesten) sfeer.

Slide 8 - Open vraag

De fotograaf (19. vragen, v.t.) het fotomodel naar de (20. vergroten) foto’s.

Slide 9 - Open vraag

Het (24. gebeuren, t.t.) wel dat een leraar zich vergist

Slide 10 - Open vraag

Gisteren (redden) de brandweer de bestuurder uit het autowrak op de A2.
A
redde
B
redden

Slide 11 - Quizvraag

Toevallig (ontmoeten, vt) Bianca en Sanne elkaar zojuist bij H&M.
A
ontmoetten
B
ontmoeten

Slide 12 - Quizvraag

Cas ............morgen 15.
A
word
B
wort
C
wordt
D
worden

Slide 13 - Quizvraag

Toen de afspraak uitliep, ...... Flip de laatste trein
A
miste
B
mistte
C
misde
D
misdte

Slide 14 - Quizvraag

(Braden) je moeder vanavond een kip in de oven?
A
Braadt
B
Braad
C
Braden
D
Braat

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van:
scheppen (betekenis van 'maken')
A
schepte
B
schepde
C
schiep
D
schop

Slide 16 - Quizvraag

Mijn broer (kleden) zich gistermorgen heel langzaam aan.
A
kleed
B
kleedt
C
klede
D
kleedde

Slide 17 - Quizvraag

Hij heeft haar (beschermen).
A
beschermd
B
beschermt
C
beschermdt
D
beschermde

Slide 18 - Quizvraag

Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald
C
betaaldt
D
betaalte

Slide 19 - Quizvraag

Gisteren (redden) de brandweer de bestuurder uit het autowrak op de A2.
A
redde
B
redden

Slide 20 - Quizvraag

Toevallig (ontmoeten, vt) Bianca en Sanne elkaar zojuist bij H&M.
A
ontmoetten
B
ontmoeten

Slide 21 - Quizvraag

... (Schrijven) je op wat de leraar vertelt?

Slide 22 - Open vraag

Vandaag ben ik samen met mijn buurmeisje naar huis ... (fietsen).

Slide 23 - Open vraag

Ik ... (vinden) het nieuwste boek van Carry Slee helemaal geweldig!

Slide 24 - Open vraag

... (Rijden) de president nog wel eens zelf in zijn auto?

Slide 25 - Open vraag

Op de markt ... (kopen) mijn zus lekkere broodjes.

Slide 26 - Open vraag

... (Schrijven) je op wat de leraar vertelt?

Slide 27 - Open vraag

Mijn neef en zijn vriendin ... (verhuizen) afgelopen zomer samen naar Den Haag.

Slide 28 - Open vraag

Jij ... (beantwoorden) mijn vragen altijd goed.

Slide 29 - Open vraag

Afgelopen periode ... (lezen) de brugklassers het boek 'Koning van Katoren'

Slide 30 - Open vraag

Ik ... (zullen) nooit meer mijn boek vergeten, mevrouw.

Slide 31 - Open vraag

Vorig jaar ... (branden) het café helemaal af.

Slide 32 - Open vraag

Mijn tante en oom ... (reizen) afgelopen vakantie naar Israël.

Slide 33 - Open vraag

Afgelopen zomer heb ik mijn kamer in een nieuwe kleur ... (verven).

Slide 34 - Open vraag

Dat meisje heeft tegen de lerares ... (liegen).

Slide 35 - Open vraag

Twee mensen uit de klas hebben hun toets gemist.
-->de ... toets

Slide 36 - Open vraag

Mijn moeder heeft de foto vergroot.
--> de ... foto

Slide 37 - Open vraag