H3 waarnemen 3.2 Zien

H3 Waarnemen 
De grote hersenen kunnen je waarnemingen beïnvloeden.



Je waarnemingen zijn niet goed verwerkt. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

H3 Waarnemen 
De grote hersenen kunnen je waarnemingen beïnvloeden.



Je waarnemingen zijn niet goed verwerkt. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

3.2 Zien 
Aan het eind van de les weet ik...

Uit welke onderdelen je ogen bestaan. 
Hoe je ogen werken 
Hoe je ogen genoeg licht krijgen.
Hoe je scherp kan zien
Hoe je diepte kan zien 

Slide 3 - Tekstslide

Blinde vlek?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Iris
Pupil
Oogwit

Slide 6 - Sleepvraag

Hoe werken je ogen?
1. Harde oogvlies: Beschermt alles wat binnen het oog ligt. Het doorzichtige deel van het harde oogvlies heet het hoornvlies, hier komt het licht binnen 
2. Vaatvlies: Hier zitten de bloedvaatjes. Aan de voorkant is dit gekleurd --> Iris 
3. Netvlies: Hier zitten de lichtgevoelige zintuigcellen. 

4. Glasachtig lichaam: Houdt netvlies op zijn plaats. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De binnenkant van een oog
Aan het harde oogvlies zitten oogspieren vast. Daarmee kun je je ogen draaien.

Het vet in de oogkassen beschermt je oogbollen. 


Slide 9 - Tekstslide

Binnenkant oog
  • Vaatvlies: Voorziet oog van zuurstof en voedingsstoffen
  • Netvlies: Bevat de zintuigcellen van het oog
  • Lens met kringspieren: Zorgen voor de vorming van een scherp beeld op de gele vlek
  • Glasachtig lichaam: Houdt netvlies op zijn plaats

Slide 10 - Tekstslide

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 11 - Sleepvraag

Pupilreflex
Licht valt door de pupil

De pupil regelt hoeveel licht op de netvlies valt
Veel licht: pupil wordt kleiner (beschermen van netvlies)
Weinig licht: pupil wordt groter



Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdracht 9 t/m 12 +14 
blz. 101 
H3: 3.2 zien
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

de lens
Als de lens bol is kan je dichtbij scherp zien

Als de lens plat is kan je veraf scherp zien

Accommoderen = scherpstellen

Slide 15 - Tekstslide

Lens - scherpstellen
Veraf: platte lens
Dichtbij: bolle lens

Slide 16 - Tekstslide

Hoe zie je diepte?
2 ogen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

wanneer heb je een bril nodig?
• niet scherp ziet 
• twee oorzaken: 
 - ooglens kan zich niet goed
plat of bol maken 
 - vorm van je oogbol is niet
goed
 • jonge mensen vaak
verkeerde vorm

Slide 19 - Tekstslide

bril nodig?
Oogbol te kort = verziend
beeld dichtbij valt achter het netvlies, bril met + lens

Oogbol te lang = bijziend
beeld veraf valt voor het netvlies, bril met - lens

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk 9 t/m 22 
H3 waarnemen 
3.2 Zien
Blz 101

Slide 21 - Tekstslide

Tot ziens!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video