PZ ADL verdieping les 1 Werking hart en bloedvaten

1 / 42
volgende
Slide 1: Video
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar bevindt zich het hart in het lichaam?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel liter bloed heeft een volwassen menselijk lichaam?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hart pompt bloed rond
Dit bloed bevat zuurstof en voedingsstoffen om de spieren/cellen te voeden. 
Het bloed neemt de afvalstoffen uit de cellen mee de bloedsomloop in. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:22
Hoe vaak slaat het hart gemiddeld per minuut?
A
50-60xx
B
60-70x
C
100-120x
D
160-180x

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:57
De bovenste 2 holtes van het hart worden de kamers genoemd, de onderste de boezems
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:32
Waarom heeft de linkerkant van het hart een dikkere spierwand?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het hart?
A
Een holle spier die die hele dag door bloed pompt
B
Een zakje bloed waarin geknepen wordt door de kransslagader

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:29-00:34
De blauwe kleur geeft 
zuurstofarm bloed aan, 
rood is zuurstofrijk bloed

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

02:24
Slagaders
  • Vervoeren zuurstofrijkbloed (behalve longslagader)
  • Zijn 2,5 cm tot 0.5 mm doorsnee
  • Zitten diep in het lichaam voor bescherming tegen beschadiging van buitenaf

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

02:55
Haarvaten
  • Zijn maar 1 millimeter lang en vele malen dunner dan een mensenhaar
  • Ze komen bij iedere levende cel in ons menselijk lichaam

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

03:36
Wat zorgt ervoor dat het bloed in de aders tegen de zwaartekracht in kan stromen (de pompfunctie van het hart is afgezwakt)
A
Af en toe een handstand of radslag is hiervoor goed
B
Rennen zorgt ervoor dat spieren worden aangespannen
C
Kleppen in de aders zorgt dat het bloed niet terugstroomt
D
Spierpompen rondom de aders

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:05
Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste bloedvat in het menselijk lichaam?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meten van de hartslag
-Lichaam pompt 70-100 ml bloed in lichaam. Dit zet druk op slagaders. Dit kun je voelen op plekken waar slagaders over bot lopen aan de oppervlakte: 
  • slaapslagader                           enkelslagader        
  • halsslagader
  • polsslagader
  • liesslagader

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controleren van de hartslag
  • Hartfrequentie: aantal slagen per minuut (60-90 slagen, bij kinderen hoger)
  • Hartritme: de slagen volgen zich op met gelijke tussenpozen
  • Gelijkmatigheid: zijn alle slagen even krachtig?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Praktijk. 
Pols Tellen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

steunkousen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken om steunkousen aan te doen?
A
Doff 'n donner
B
Easy slide
C
Hand en onderarmkous
D
douchehoes

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Steunkousen mogen s'nachts aanblijven.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een gesloten steunkous
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Steunkousen
A
Helpt de vochtdoorstroming te verbeteren
B
Helpt de bloedstroom te verbeteren
C
Helpt de vet stroom te verbeteren

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Praktijk
Steunkousen aandoen. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ThiemeMeulenhoff
Boek: Helpende zorg en welzijn.
Thema: 6.15 Aandoeningen aan het hart en bloedvaten.
Opdrachten: 2,4 en 5. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Embolie
- Afsluiting van een bloedvat door stolsel dat los schiet.
- Een aandoening waarbij een bloedpropje een bloedvat verstopt. Hierbij kan het achterliggende weefsel geen zuurstof meer krijgen, waardoor het kan afsterven.
- Verschijnselen afhankelijk van de plaats;
longembolie (longen) hersenembolie (kan TIA of CVA veroorzaken)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Longembolie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CVA
Een CVA is een beroerte die ontstaat wanneer de bloedtoevoer naar de hersenen wordt onderbroken.

Slide 31 - Tekstslide

Leg uit wat een CVA is en welke risicofactoren het heeft.
CVA (Beroerte)
80 % van de CVA's
20 % van de CVA' s

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van een CVA

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snel herkennen van een CVA/beroerte

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien we bij de Cliënt 
- pijn op borst 
- CVA of TIA 
- pijn bij lopen in been en bij rust over 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIA = Transiënte ischemische aanval
  • een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen. De afsluiting wordt veelal veroorzaakt door een bloedprop.
  • geen blijvende afsluiting
  • kortdurende uitvalsverschijnselen
Duurt dit langer dan 24 uur, dan is het geen TIA, maar een CVA(infarct)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

trombose
Een bloedvat is verstopt door een bloedstolsel (trombus)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Informatie: https://www.youtube.com/watch?v=jR92XnWJIlc
Wat is trombose:
Trombose is een aandoening, waarbij ongewenste bloedstolsels in de bloedvaten ontstaan. Het stolsel kan groter worden (bloedprop) en een bloedvat afsluiten, waardoor de aandoening levensgevaarlijk kan zijn.
Zo’n bloedstolsel kan in elk bloedvat (in zowel aders als slagaders) ontstaan. Een aantal vormen van trombose zijn:
Trombosebeen
Trombose voet
Trombosearm
Longembolie
Hartinfarct
Herseninfarct
Darminfarct
Oogtrombose
Dankzij uw natuurlijke bloedstolling worden wondjes automatisch gedicht. Bij trombose blijft het bloed echter stollen, ook al is de wond al dicht. Of zelfs als er geen wond is.
Bekende oorzaken van trombose zijn:
Ouderdom
Erfelijkheid
Hartritmestoornissen
Operaties
Ernstige ziektes
Overgewicht
Vaak vliegen
Langdurig stilzitten of liggen
Trombose kan iedereen, jong en oud, overkomen. Mensen hebben echter meer kans op trombose bij:
Roken
Aderverkalking
Een hoog cholesterolgehalte
Een hoge bloeddruk
Diabetes

trombosebeen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatregelen voorkomen trombose

  • Antistollingsmiddelen of elastische kousen
  • Veel bewegen 
  • Stoppen met roken
  • Stoppen met de anticonceptiepil
Wanneer je vermoedt dat er trombose is opgetreden, arts waarschuwen voor medicatie en vpk advies gegeven (leefstijl)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trombose, spataderen en oedeem
Steunkousen zijn gemaakt van elastisch materiaal en helpen tegen oedeem, trombose en spataderen.

Steunkousen zorgen ervoor dat het bloed vanuit de benen teruggeduwd wordt naar het hart.
Dit zorgt voor een betere doorbloeding.



Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Revalidatie

Behandeling is gericht op het (opnieuw) aanleren van bewegingen en handelingen

Begeleiden naar zelfstandigheid 




Reactivering

Reactivering richt zich op de algemene dagelijkse levensverrichtingen (adl)


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies