3.1 De Eerste Wereldoorlog

Planning 
Opdracht Kleine Stappen
Nationalisme, Militarisme, Wapenwedloop
Bondgenootschappen
Aan de slag


Doel: je kunt drie oorzaken van de Eerste Wereldoorlog noemen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning 
Opdracht Kleine Stappen
Nationalisme, Militarisme, Wapenwedloop
Bondgenootschappen
Aan de slag


Doel: je kunt drie oorzaken van de Eerste Wereldoorlog noemen

Slide 1 - Tekstslide

Oorlog op komst


  • Er ontstaan veel spanningen in Europa.
  • Heel veel factoren spelen mee in het ontstaan van een oorlog: o.a. Nationalisme, Militarisme, Wapenwedloop

Slide 2 - Tekstslide

Nationalisme en militarisme
  • Trots op hun cultuur en land.
  • Niet bang om oorlog te voeren.
  • Willen laten zien dat ze de beste zijn. 
  • Liefde voor het leger

Slide 3 - Tekstslide

Wapenwedloop
  • De landen willen constant beter wapens produceren dan anderen.
  • Ontstaan wapenwedloop
  • Door de industrialisatie kunnen wapens snel gemaakt worden en ontstaat er massaproductie > er komen extreem veel wapens in Europa

Slide 4 - Tekstslide

Bondgenootschappen
  • Landen beloofden dat ze elkaar zouden helpen als er oorlog uit zou breken.
  • Er ontstonden 2 verbonden in Europa: de Centralen en de Geallieerden. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 6 tm 9

Klaar? Maak Kleine Stappen af + de verdieping op blz 97
Klaar? Maak 1 tm 5 van 3.2
timer
20:00000

Slide 7 - Tekstslide

Planning 
Aan de slag!
Herhaling
Loopgravenoorlog
NL neutraal

Doel: je kunt de oorzaken van de 1e wereldoorlog benoemen en je weet wat een loopgravenoorlog is.


Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?

Slide 9 - Open vraag

Centralen
Geallieerden
Frankrijk
Rusland
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Groot- Brittannië

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Strijd
De strijdende partijen gebruiken nepnieuws om elkaar negatief in het nieuws te brengen. Dit noem je propaganda

In 1914 viel Duitsland via België Frankrijk aan. De soldaten groeven zich in loopgraven in. De plek waar gevochten wordt, noem je het front

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer was WO1?
A
1940-1945
B
1918-1940
C
1904-1908
D
1914-1918

Slide 13 - Quizvraag

Leven in een loopgraaf

Slide 14 - Tekstslide

Loopgraaf 

Slide 15 - Tekstslide

Nieuwe wapens Eerste Wereldoorlog

Slide 16 - Tekstslide

Welke oorzaak voor WO1 past bij deze afbeelding?
A
Nationalisme
B
Militarisme
C
Modern Imperialisme
D
Wapenwedloop

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Tweefrontenoorlog
Duitsland lag niet gunstig: het kon van twee kanten worden aangevallen! Dit noem je een tweefrontenoorlog

1917 was een belangrijk jaar: 
  • Rusland stopte met de oorlog
  • De VS ging juist meedoen!

Hierdoor wonnen de geallieerden de oorlog. 

Slide 19 - Tekstslide

Nederland in de WO1
Nederland deed niet mee in de oorlog. Het was neutraal. Wel merkten we er veel van: ongeveer 1 miljoen Belgen vluchten naar ons land. 

Hierdoor werd de grens streng bewaakt: dit werd de Dodendraad genoemd. 

Slide 20 - Tekstslide

Welke rol had Nederland is WO1?
A
Geallieerden
B
Centralen
C
Neutraal

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video