dieet

    Dieetvoeding
Marijke Westerhof
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

    Dieetvoeding
Marijke Westerhof

Slide 1 - Tekstslide

Dieetvoeding
3 lessen:
Diëten
Veelvoorkomende diëten
Ziekten en diëten
Voedingssupplementen
Ondervoeding
Verantwoordelijkheden en kritische beroepssituaties




Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een dieet?

Slide 3 - Woordweb

welke diëten komen veel voor op je werk?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een dieet?
Een voorgeschreven voedingswijze
of
voeding die om medische redenen afwijkt van normale voeding

Slide 5 - Tekstslide

Aspecten van voeding waar een dieet betrekking op kan hebben

  • De hoeveelheid voedingsstoffen
  • Voorbeeld?
  • De hoeveelheid energie
  • Voorbeeld?

Slide 6 - Tekstslide

Aspecten van voeding waar een dieet betrekking op kan hebben
  • Het aantal eetmomenten 
  • Consistentie of structuur van de voeding 
  • Temperatuur van de voeding

Slide 7 - Tekstslide

Voedingsanamnese

Slide 8 - Tekstslide

Voedingsanamnese
 Opdracht: 
Bedenk 3  vragen die belangrijk zijn over voedingsgewoonten van een patiënt. 

Slide 9 - Tekstslide

Voedingsanamnese

  • Eet u het liefste alleen of samen met anderen? 
  • Heeft u hulp nodig bij het eten? 
  • Heeft u problemen met kauwen of slikken? 
  • Heeft u ‘afwijkende’ voeding?(bijvoorbeeld op grond van geloofs- oflevensovertuiging)



Slide 10 - Tekstslide

Voedingsanamnese
  • Houdt u van tussendoortjes ?
  • Houdt u van hartige snacks? 
  • Vindt u variatie in eten en drinken  belangrijk?
  • Houdt u van gerechten uit de buitenlandse keuken?


Slide 11 - Tekstslide

Veel voorkomende diëten
1. Voedingsstofbeperkte dieten
-
2. Voedingsstofverrijkte dieten
+
3. voedingsstofvrije dieten
0

Slide 12 - Tekstslide

welke groepen voedingsstoffen leveren vooral energie?
A
Koolhydraten en vetten
B
Vetten en mineralen
C
Mineralen en vitaminen
D
Eiwitten en vitaminen

Slide 13 - Quizvraag

Wat hoort bij een gezond voedingspatroon
A
Voldoende vocht: een halve liter
B
Minimaal 250 gram groente
C
Vier maaltijden per dag
D
Regelmatig kleine tussendoortjes

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een mineraal?
A
Een koolhydraat
B
Vitamine C
C
Ijzer
D
Suiker

Slide 15 - Quizvraag

Dierlijk eiwit is te vinden in
A
peulvruchten
B
eieren
C
granen
D
brood

Slide 16 - Quizvraag

Welke uitspraak over eiwitten is juist
A
Iedereen heeft evenveel eiwitten nodig
B
In fruit zitten geen eiwitten
C
Plantaardig eiwit zit o.a. in granen
D
Van eiwitten val je af

Slide 17 - Quizvraag

Welke vissoort valt onder vette vis?
A
Haring
B
Talapia
C
Kabeljauw
D
Koolvis

Slide 18 - Quizvraag

Welke uitspraak over Na-dieet is juist?
A
Je lichaam heeft geen natrium nodig
B
Bij hoge bloeddruk is sambal een goede smaakmaken
C
Je mag maximaal 8 gram zout per dag hebben
D
Na- dieet wordt o.a.bij nier patiënten voorgeschreven

Slide 19 - Quizvraag

Waar zitten de meeste vezels in?
A
1 lepel bruine bonen
B
2 volkoren boterhammen
C
3 tomaten

Slide 20 - Quizvraag

Waar zitten 250 calorieën in?
A
En softijsje
B
Een gevulde koek
C
Een croissant

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel % van de 65 plussers heeft overgewicht?
A
59%
B
15%
C
20%
D
65%

Slide 22 - Quizvraag

Welke uitspraak over vezels is onjuist?
A
Vezels zijn goed voor je bloedsuikers
B
Vezels zijn belangrijk voor een goede darmwerking
C
Voedingsvezels leveren veel voedingsstoffen
D
Vezels hebben een goed effect op cholesterol

Slide 23 - Quizvraag

Waar zit meer suiker in?
A
Een glas sinaasappelsap
B
Een appel
C
Een stukje melkchocolade

Slide 24 - Quizvraag

Vet bevat geen vitamines
A
Waar
B
Onwaar

Slide 25 - Quizvraag

Een vegetariër snoept geen spekjes
A
Waar
B
Onwaar

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel patiënten zijn ondervoed bij de eerste opname dag in het ziekenhuis
A
5
B
15
C
30
D
40

Slide 27 - Quizvraag

Om 1 kilo biefstuk te maken is 25 kilo voer nodig
A
Waar
B
Onwaar

Slide 28 - Quizvraag

Bij gluten intolerantie kun je speltbrood eten
A
Waar
B
Onwaar

Slide 29 - Quizvraag

Kauwen stimuleert de hersenen
A
Waar
B
Onwaar

Slide 30 - Quizvraag

https://www.youtube.com/watch?v=yi4FJoLFsAo

 

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht
Kies in 4 groepen:
  1. energie beperkt
  2. eiwitbeperkt
  3. koolhydraat beperkt
  4. cholesterolbeperkt dieet

Slide 32 - Tekstslide

Energiebeperkt
1. welke voedingsmiddelen bevatten vooral energie?
2. Voor welke patiënten is dit dieet?
3. Welke voedingsmiddelen kiezen deze patienten bij voorkeur?
4. Welke producten van het assortiment in het ziekenhuis 
     adviseer je juist niet en welke juiste wel?

Slide 33 - Tekstslide

Eiwitbeperkt
  1. Wat zijn eiwitten? Welke soorten zijn er?
    2. Wat doen eiwitten in het lichaam?
    3. Voor welke patiënten is dit dieet?
4. Welke voedingsmiddelen kiezen deze patienten bij voorkeur?
5. Welke producten van het assortiment in het ziekenhuis 
    adviseer je juist niet en welke juiste wel?

Slide 34 - Tekstslide

Koolhydraatbeperkt
  1. Wat zijn koolhydraten? Wat doen koolhydraten in het lichaam?
2. Waar zitten eiwitten in?
3. Voor welke patiënten is dit dieet?
4. Welke voedingsmiddelen kiezen deze patienten bij voorkeur?
5. Welke producten van het assortiment in het ziekenhuis
    adviseer je juist niet en welke juiste wel?

Slide 35 - Tekstslide

Cholesterol beperkt dieet
  1.  Wat is cholesterol? Wat doet cholestrol in het lichaam?
  2. Welke twee soorten cholestrerol zijn er?
  3. Voor welke patiënten is dit dieet?
4. Welke voedingsmiddelen kiezen deze patienten bij voorkeur ?
5. Welke producten van het assortiment in het ziekenhuis
    adviseer je juist niet en welke juiste wel?

Slide 36 - Tekstslide

  • Eiwit en energieverrijkt dieet: ondervoeding
  • glutenvrij dieet

Slide 37 - Tekstslide