V3 Taalverzorging 6 spelen met taal


Welkom v3t!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom v3t!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Korte terugblik vorige les
  3. Taalverzorging 6: spelen met taal
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Doel: Je leert welke vormen van spelen met taal er zijn en je leert deze herkennen. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Spelen met letters
 acrostichon
 ambigram
 anagram



Spelen met woorden
 neologisme
 portmanteau
 palindroom
 woordspeling (homoniem, homograaf, letterlijk-figuurlijk, verhaspeling)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Met welke vorm van spelen met letters heb je hier te maken?

Tokyo - Kyoto
A
acrostichon
B
ambigram
C
anagram

Slide 8 - Quizvraag

Met welke vorm van spelen
met letters heb je hier te
maken?
A
acrostichon
B
ambigram
C
anagram

Slide 9 - Quizvraag

Met welke vorm van spelen met letters heb je hier te maken?

In de Harry Poter-boeken is I am Lord Voldemort een ... voor Tom Marvolo Riddle.
A
acrostichon
B
ambigram
C
anagram

Slide 10 - Quizvraag

In het spelprogramma Ik hou van Holland bestond een ronde 'anagrammen'. Welke namen van bekende Nederlanders zie je in de volgende woorden?
a) (zanger) oost cobra arm
b) (presentator) maten rob hut

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Met welke vorm van spelen met woorden heb je hier te maken?

bugnugget (een snack gemaakt van insecten)
A
neologisme
B
portmanteau
C
palindroom
D
homoniem

Slide 14 - Quizvraag

Met welke vorm van spelen met woorden heb je hier te maken?

carnavalshit
A
neologisme
B
portmanteau
C
homograaf
D
verhaspeling

Slide 15 - Quizvraag

Met welke vorm van spelen met woorden heb je hier te maken?

Handgemaakte veterschoenen voor heren met een smaltoelopende neus.
A
neologisme
B
homoniem
C
palindroom
D
letterlijk-figuurlijk

Slide 16 - Quizvraag

Met welke vorm van spelen met woorden heb je hier te maken?

Weet je hoe ze een stalker met ski-stokken noemen? (...) Een Nordic Stalker
A
verhaspeling
B
portmanteau
C
palindroom
D
letterlijk-figuurlijk

Slide 17 - Quizvraag

Met welke vorm van spelen met woorden heb je hier te maken?

Wat mij betreft, mogen ze de files gerust afschaffen. Maar wat wil je, ze staan ervoor in de rij.
A
neologisme
B
portmanteau
C
palindroom
D
letterlijk-figuurlijk

Slide 18 - Quizvraag

Met welke vorm van spelen met woorden heb je hier te maken?

parterretrap
A
neologisme
B
portmanteau
C
palindroom
D
homoniem

Slide 19 - Quizvraag

Met welke vorm van spelen met woorden heb je hier te maken?

treitervlogger
A
neologisme
B
letterlijk-figuurlijk
C
palindroom
D
homograaf

Slide 20 - Quizvraag

Met welke vorm van spelen met
woorden heb je hier te maken?

Slide 21 - Open vraag

Met welk soort woordspeling
heb je hier te maken?

Slide 22 - Open vraag

Wat is er bijzonder aan de volgende woorden?

vakantiewerk, volledig, boosaardig en IJsbrand

Slide 23 - Open vraag

Maak een verborgen boodschap met een acrostichon. Het onderwerp van je acrostichon is de reis van je huis naar school.

Slide 24 - Open vraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag 5 maart
  • Huiswerk: leren p. 46-47, 50-51 (let op: zegswijze en gezegde NIET) en p. 54-55 (let op: lipogram en pangram NIET)
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift en pen
  • Programma: herhaling taalverzorging 

Repetitie taalverzorging 4, 5 en 6: maandag 11 maart

Slide 25 - Tekstslide