In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Ordening en evolutie
b3 Argumenten voor
de evolutietheorie
Bladzijde 162 handboek
'Biologie voor Jou'
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Vragen over de opdrachten van b2? Je handboek
Herhalen definities evolutie
Bespreken argumenten voor evolutie
Opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Wat moet je na deze les kunnen?
Na deze les kun je:
- omschrijven wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie.
- wat de overeenkomsten tussen verschillende soorten organismen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie. Je kunt toelichten dat overeenkomsten in bouw van de organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap.
Slide 3 - Tekstslide
Vragen over de opdrachten van basisstof 2?
Opdr 14, 15, 17 t/m 19
Slide 4 - Tekstslide
Definities
Evolutie: de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen
Populatie: een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten
Natuurlijke selectie: het verschijnsel dat individuen met bepaalde gunstige eigenschappen in een bepaald gebied meer nakomelingen krijgen dan individuen zonder deze erfelijke eigenschappen.
Slide 5 - Tekstslide
Natuurlijke selectie
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de beste omschrijving van evolutie?
A
Evolutie is een geleidelijke ontwikkeling, waarbij steeds ingewikkelder gebouwde organismen ontstaan.
B
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is het ontstaan van een nieuwe soort, doordat een andere soort uitsterft.
D
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde doordat organismen zich aanpassen aan hun milieu.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle olifanten op aarde
B
Alle vissen in een sloot
C
Alle koolmezen in het streekbos
D
Een paar mussen op een balkon
Slide 8 - Quizvraag
Als in een populatie veel verschillende genotypen voorkomen, heeft deze populatie een grote overlevingskans.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Door een overstroming wordt een populatie van elkaar gescheiden. Ze leven een aantal jaar apart van elkaar, totdat het water verdwijnt. De populaties komen vervolgens weer samen. Ze behoren nog steeds tot dezelfde soort als ze.......
A
Samen naast elkaar kunnen leven.
B
Dezelfde eigenschappen hebben.
C
Als ze gezamenlijk kunnen voortplanten
Slide 10 - Quizvraag
Argumenten voor evolutie
1. Fossielen
2. Overeenkomsten in bouw van organen
3. Rudimentaire organen
4. Overeenkomst in bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in de cellen
Slide 11 - Tekstslide
1. Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten.
Fossielen kunnen ontstaan als resten van organismen snel worden bedekt door sedimenten (zand/klei)
Vaak in bepaalde gesteentelagen van een bepaalde ouderdom
Slide 12 - Tekstslide
Wat zijn fossielen?
- versteende overblijfselen van organismen. - Fossielen ondersteunen de evolutietheorie omdat het overblijfselen zijn van de harde delen van een organisme. - Deze harde delen zitten in diepe oude aardlagen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Leg uit waardoor er weinig fossielen van wormen worden gevonden
Slide 16 - Open vraag
Leg uit dat fossielen een argument vormen voor de evolutietheorie
Slide 17 - Open vraag
2. Overeenkomst in bouw
Door aanpassingen aan verschillende milieus hebben organen van de oorspronkelijke voorouders verschillende functies gekregen.
Slide 18 - Tekstslide
2. Overeenkomst in bouw
Je ziet dat de organen in de afbeelding hiernaast een grote overeenkomst in de bouw van het armskelet hebben.
Waarschijnlijk zijn ze uit eenzelfde grondvorm ontstaan.
Door aanpassingen aan verschillende milieus hebben de organen een verschillende functie gekregen
Slide 19 - Tekstslide
3. Rudimentaire organen
Organen die geen functie meer hebben en niet of nauwelijks tot ontwikkeling komen.
Door aanpassingen aan verschillende milieus hebben organen van de oorspronkelijke voorouders hun functie verloren.
Slide 20 - Tekstslide
0
Slide 21 - Video
4. Overeenkomst in cellen en stoffen
Bij verschillende organismen zie je dat de cellen dezelfde celonderdelen bevatten
In deze cellen vinden processen plaats zoals celdeling en verbranding. Bij bijna alle organismen verlopen deze processen op dezelfde manier. Denk bijvoorbeeld aan hoe de celdeling gaat.
Tegenwoordig steeds meer mogelijk: DNA vergelijken
Bij verschillende organismen is de samenstelling van stoffen vergelijkbaar. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de samenstelling van DNA of bepaalde eiwitten.
Slide 22 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Maak opdracht 20 /m 27 blz 157 uit je werkboek.
Blz 162 t/m 165 uit je handboek
Slide 23 - Tekstslide
Hebben de staartwervels bij de mens een functie?
Slide 24 - Open vraag
Welke functie kunnen de staartwervels bij voorouders van de mens hebben gehad?
Slide 25 - Open vraag
Staartwervels van de mens bewijzen evolutie..
A
doordat ze rudimentaire organen zijn.
B
door dat ze embryologisch gelijk zijn
C
door dat ze overeenkomst in bouw laten zien.
D
totaal niet.
Slide 26 - Quizvraag
Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten
Slide 27 - Quizvraag
Heb je je leerdoel behaald? Aan het einde van de les ken je aantal argumenten voor de evolitietheorie