Module C1, week 4 Agressie

Omgaan met agressie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Omgaan met agressie

Slide 1 - Tekstslide

Terugkoppeling
Boek( e-edition): Communicatie en begeleiding-

Com5: onvoorziene situaties in de zorg
Opdracht: Orientatie Onvoorziene situaties in de zorg- 
Opdracht 3
Vragen?



Slide 2 - Tekstslide

Wat kan aanleiding zijn voor agressief gedrag?

Slide 3 - Woordweb

Aanleidingen voor agressief gedrag
  • Machtsconflict
  • Gevoel van machteloosheid en afhankelijkheid
  • Symptoom van een psychische stoornis
  • Agressie wordt gebruikt als communicatiemiddel





Slide 4 - Tekstslide

Hoe handelen bij agressief gedrag

Slide 5 - Woordweb

Handelen bij agressief gedrag
  • Observeer het gedrag zorgvuldig
  • Blijf luisteren naar de zorgvrager en probeer te achterhalen wat zijn behoeften en gevoelens zijn.
  • Laat hem voelen dat hij zelf in staat is beslissingen te nemen en handelingen uit te voeren. Gebruik humor
  • Bied gelegenheid zijn agressie in jouw bijzijn te uiten.
  • Blijf zelf rustig
  • Blijf de zorgvrager aankijken en maak geen plotselinge bewegingen.
  • Straal rust uit

Slide 6 - Tekstslide

vervolg handelen bij agressief gedrag
  • Voorkom dat de zorgvrager of jij verwondingen oploopt.
  • Praat op een rustige toon en schreeuw niet.
  • Stel alleen vragen die beginnen met hoe of wat
  • Probeer keuzes te formuleren als ‘Zullen we naar buiten gaan?’, Gebruik niet ‘moeten’.
  • Zoek een rustige plek op waar je kunt praten.
  • Vermijd afkeuring en een autoritaire houding.
  • Wees eerlijk en doe geen beloften die je niet waar kunt maken.

Slide 7 - Tekstslide

Mag je zomaar fysiek ingrijpen bij fysiek gedrag?
Ja
Nee
Dat ligt aan de situatie

Slide 8 - Poll

Fysiek ingrijpen bij agressie
Noodplan voor onvoorziene fysieke agressie
In acute geweldsituaties staat voor de verpleegkundige de eigen veiligheid en die van medezorgvragers en collega’s voorop. 
Het is daarom belangrijk om met de collega’s en leidinggevende een noodplan op te stellen voor een acute geweldsituatie. Daarin spreken jullie af hoe te handelen in zo’n situatie. We neemt de leiding bij gewelddadig gedrag? Wie roept hulp?
Probeer altijd maatregelen te nemen die het gevaar bij gewelddadig gedrag afnemen. Blijf bijvoorbeeld in de buurt van een deur zodat je weg kunt, bescherm je gezicht en zorg dat de ander niet achter je kan staan.

Slide 9 - Tekstslide

Fysiek ingrijpen bij agressie

Soms moet je ingrijpen om te voorkomen dat de agressie uit de hand loopt. Als een zorgvrager zichzelf iets wil aandoen (snijden-stoten-ophangen-brand) bijvoorbeeld, of een ander iets wil aandoen. 
Maar het kan ook zijn dat hij wil ontsnappen terwijl dat gevaarlijk is voor hem of voor anderen. Een andere aanleiding kan een gevecht tussen zorgvragers onderling of met een andere hulpverlener zijn. 
Fysiek ingrijpen wordt alleen toegepast in (nood)situaties om onveiligheid af te wenden en wanneer er geen alternatieven voorhanden zijn.
Dit mag enkel gedaan worden door daarvoor opgeleide collega’s.

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijke uitgangspunten bij fysiek ingrijpen

Slide 11 - Woordweb

Belangrijke uitgangspunten bij fysiek ingrijpen
  • wordt veilig uitgevoerd: gericht op risicobeheersing, zonder pijnprikkels, zonder opzettelijke beschadiging;
  • wordt humaan uitgevoerd: proportioneel, zonder vernedering, transparant, op maat;
  • wordt deskundig uitgevoerd: met geroutineerde techniekbeheersing, met zo veel mogelijk resultaat, een minimum aan kracht;
  • wordt als laatste optie ingezet: wanneer alle andere methoden onderzocht en niet effectief gebleken zijn;
  • wordt voor zo kort mogelijke duur ingezet.
  • Zorgvrager staat altijd centraal

Slide 12 - Tekstslide

Fysiek oefenen
Vorm duo's en oefen de volgende situaties met elkaar 
20 min

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Opdracht
De persoonlijke grensMax. 15 minuten. Elke deelnemer zoekt concrete gedragingen die hij lastig of agressief vindt. Het kan gaan om verbale, non-verbale, fysieke, psychische of seksuele agressie. Je schrijft elke handeling op een afzonderlijke post-it. Zoveel als maar kan.
  • Wat brengt je uit evenwicht?
  • Welk gedrag vind jij agressief?
  • Wat pik je niet?
Denk eens terug: Welke situaties met lastig en agressief gedrag heb jij al meegemaakt? Op de BPV, maar ook daarbuiten?
Beschrijf het agressieve gedrag op elke post-it zo concreet mogelijk op een 'post it' in de Padlet (zie il).


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Opdracht onderwijsleergesprek
Je denkt voor jezelf na welke post-its je boven of onder de prikkeldraad zou plakken als dit gedrag zich zou voordoen op jouw BPV.



Gedrag onder het prikkeldraad gaat aan je voorbij, op gedrag erboven reageer je. Als het gedrag dat op de post-it staat zich voordoet op je BPV, wat doe je dan? Laat je het passeren? Of ga je het bewust negeren?

Slide 17 - Tekstslide

Oefenopdrachten 

Slide 18 - Tekstslide