In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5
poging en deelneming
Slide 1 - Tekstslide
5.2 - Poging
(Probeert om een strafbaar feit te plegen, maar lukt niet)
art. 45 Sr:
opzet om een misdrijf te plegen
begonnen met uitvoeren van misdrijf
niet uit vrije wil besluit misdrijf te stoppen
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Opzet
Intentie om het misdrijf te plegen
Slide 3 - Tekstslide
Begin van uitvoering
Je moet echt begonnen zijn met de uitvoering. (naar de plaats toe rijden, is niet strafbaar)
Slide 4 - Tekstslide
Niet uit vrije wil gestopt
De reden van ophouden, ligt aan de omstandigheden. Niet omdat de dader het wil.
Slide 5 - Tekstslide
Straf bij poging
Strafmaximum twee derde van de maximumstraf die op het verboden gedrag staat!
Slide 6 - Tekstslide
5.3- Strafbare voorbereiding
art. 46 Sr - voorbereidingshandelingen voor misdrijven strafbaar met een maximumstraf van 8 jaar of meer.
Maximumstraf = helft van het strafmaximum van de strafbepaling.
timer
2:00
Slide 7 - Tekstslide
5.4 - Deelneming
Betrokkenheid bij een misdrijf
art. 47 & 48 Sr:
medeplegen - samen misdrijf voorbereiden en uitvoeren en buit ongeveer eerlijk verdelen
uitlokken - iemand op het idee brengen strafbaar feit te plegen (zelf niet actief betrokken!)
doen plegen - de dader iemand, die niet strafbaar is, als min of meer willoos werktuig gebruikt wordt voor misdrijf.
medeplichtigheid - iemand heeft een duidelijke afgebakende ondergeschikte rol (maximum twee derde van de maximumstraf)
Slide 8 - Tekstslide
Welke van de onderstaande opties is GEEN voorwaarden voor een strafbare poging?
A
Als de verdachte de opzet heeft het misdrijf te plegen.
B
De verdachte al begonnen is aan het uitvoeren van het misdrijf.
C
De verdachte tijdens de voorbereiding zelf heeft besloten het misdrijf toch niet te plegen.
D
De verdachte niet uit vrije wil besluit te stoppen met het plegen van het misdrijf.
Slide 9 - Quizvraag
Bart, Iris en Karlijn besluiten samen een gewapende overval te plegen op de bank. Bart zorgt voor de tassen om het geld in te doen. Karlijn regelt de wapens. Iris observeert de locatie, regelt een vluchtauto en koopt een bewaker om. 20 mei 2021 is de dag. Bart, Iris en Karlijn lopen met de lege tassen en geladen wapens richting de bank. Dan zien ze een politieauto op de hoek van de straat staan. Ze besluiten de overval niet te plegen. Is er hier sprake van een strafbare poging? Motiveer je antwoord.
Slide 10 - Open vraag
Welke vorm van voorbereiding van een strafbaar feit is wel strafbaar?
A
Voorbereiding van een overtreding.
B
Voorbereiding van een misdrijf waarop een maximumstraf van 8 jaar of meer staat.
C
Voorbereiding van een misdrijf waarop een maximumstraf van 4 jaar of meer staat.
D
Voorbereiding van een overtreding waarop de maximum boete een categorie 1 boete is.
Slide 11 - Quizvraag
Noem 3 voorbeelden van voorbereidingshandelingen.
Slide 12 - Open vraag
Welke van de onderstaande opties hoort niet bij de vormen van deelneming?
A
Uitlokking
B
Medeplegen
C
Doen plegen
D
Eigenbeweging
Slide 13 - Quizvraag
Terug naar Bart, Karlijn en Iris. Onder welke vorm van deelneming zou dit vallen?
A
Medeplegen
B
Medeplichtigheid
C
Uitlokken
D
Doen plegen
Slide 14 - Quizvraag
Stel: Bart vraagt Iris en Karlijn om de overval met zijn tweeën te plegen. Hij belooft Karlijn en Iris heel veel geld als ze het doen. Zelf wacht hij ze op na de overval op een veilige plek. Welke vorm van deelneming is dit?
A
Medeplegen
B
Medeplichtigheid
C
Uitlokken
D
Doen plegen
Slide 15 - Quizvraag
Stel: Bart vraagt aan Iris om voor een overval de vluchtauto te besturen. Hij belooft Iris hiervoor 50 euro te betalen. Over welke vorm van deelneming hebben we het hier?
A
Medeplegen
B
Medeplichtigheid
C
Uitlokken
D
Doen plegen
Slide 16 - Quizvraag
Stel: Een man wil zijn vrouw vermoorden. Terwijl hun dochter eten aan het klaarmaken is voor haar moeder doet de man stiekem gif in het eten. De dochter heeft niks door. De dochter brengt het eten bij haar moeder en de moeder sterft. Over welke vorm van deelneming hebben we het hier?
A
Medeplegen
B
Medeplichtigheid
C
Uitlokken
D
Doen plegen
Slide 17 - Quizvraag
In de vorige casus, wie is er strafbaar in dat geval?
A
Dochter
B
Vader
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de maximale straf in het geval van een strafbare voorbereiding?
A
De helft van de maximumstraf die op het strafbare feit is gesteld.
B
1/3de van de maximumstraf die op het strafbare feit is gesteld.
C
Dezelfde straf als de maximumstraf die op het strafbare feit is gesteld.
D
1/4de van de maximumstraf die op het strafbare feit is gesteld.
Slide 19 - Quizvraag
Stelling 1: Poging tot uitlokking van een misdrijf kan strafbaar zijn. Stelling 2: Het verschil tussen medeplegen en medeplichtigheid is dat bij medeplegen er sprake is van een ongelijkwaardige rolverdeling en bij medeplichtigheid een gelijkwaardige rolverdeling.
A
Beide stellingen zijn juist.
B
Beide stellingen zijn onjuist.
C
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
Slide 20 - Quizvraag
Stelling 1: In het geval van een strafbare poging is de strafmaximum 2/3de van de maximumstraf die op het verboden gedrag staat. Stelling 2: Uitlokken is het laten plegen van een misdrijf door een onschuldige.