gesprekstechnieken 2024-2025

        Gesprekstechnieken
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijskundeHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

        Gesprekstechnieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inhoud les
  • theorie                                           20 min
  • e-learning                                     10 min
  • oefeningen                                   60 min

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel
  1. De student kan aan het eind van de les 4 gesprekstechnieken benoemen.
  2. De student kan aan het eind van de les minimaal 2 gesprektechnieken technieken toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: 1 en 2 zijdige communicatie. 
Doel verschil 1 en 2 zijdige communicatie.
Docent heeft een aantal geometrische figuren getekend.
Docent vraagt 1 van de studenten naar voren te komen om deze tekeningen voor de rest van de klas te beschrijven.
De student toont de tekeningen niet maar geeft instructies hoe de klas ze moet tekenen. Er mag niets gevraagd worden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gesprekstechnieken kennen jullie?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisteren, samenvatten, doorvragen
Een gesprek samenvatten
  •      Wees kort en volledig
  •      Zeg het in je eigen woorden
  •      Geef geen oordelen
Functies
  • Het is een controle voor jezelf, om na te gaan of je de ander werkelijk goed begrepen hebt.
  • Je moet goed luisteren, omdat je anders niet kunt weergeven wat al is gezegd.
  • Je brengt een ordening aan in het verhaal: dit is de hoofdzaak van wat je verteld hebt en dit zijn de bijzaken.
  • Het geeft de gesprekspartner de gelegenheid om terug te horen wat hij wel of nog niet verteld heeft. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesprekstechnieken: 4 principes

1. Wees empathisch: het gaat om daadwerkelijk inleven in de cliënt en niet doen alsof.
2. Ontwikkelen van discrepantie: richt je op het verschil (vanuit het perspectief van de cliënt) tussen het huidige en toekomstige gedrag. ‘Hoe ben of doe ik nu en hoe wil ik doen of zijn?’
3. Meeveren met weerstand: vermijd discussie of argumentatie. Veer mee met de weerstand en zie dit als een kans.
4. Ondersteunen van eigen effectiviteit: het gaat er hierbij om dat je het geloof in eigen kunnen ondersteunt en versterkt. Eigen effectiviteit is een directe voorspeller van gedragsverandering.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.Wat is voor jou belangrijk in het gedrag van anderen om te merken dat er naar je geluisterd wordt?
2.Welke luister fouten constateer je het meest bij anderen?
3.Hoe laat je zelf merken dat je luistert?
4.Aan welke luister fouten maak jij je zelf het meest schuldig?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

opbouw gesprek 
Beginfase
  • verwachtingen en doelen uitspreken
  • Creëer een goede sfeer
  • Aangeven van de structuur
  • stem en taalniveau afstemmen
Middenfase
  •  Gebruik gesprekstechnieken
  •  Wat wil patiënt/voorlichting/advies
Eindfase
  •  Afronding
  • samenvatting

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen stellen
Vraagsoorten
:
  • open vragen
  • gesloten vragen
  • waarom vraag (en waarom niet)
  • retorische vraag

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraagtechniek oefening. Luisteren, samenvatten, doorvragen.
Hoe
Neem een bizarre hobby in gedachten; je verzamelt b.v. stukjes tapijt. Je hebt altijd een nagelschaartje bij je en overal waar je komt, knip je stiekem een stukje uit het tapijt. De deelnemers moeten erachter komen wat je hobby inhoudt.

Er is 1 spelregel: ze mogen niet vragen: “Wat is jouw hobby?”
De deelnemers stellen om de beurt een vraag. 
Gesloten vragen beantwoord je alleen met ja of nee, open vragen met een ruimer antwoord, meerkeuze vragen met nee, suggestieve vragen met “Dat zijn jouw woorden.” 
Hou het luchtig.
Om de 4 à 5 deelnemers vraag je iemand om samen te vatten wat er tot nu toe bekend is over de hobby. Als de samenvatting niet klopt, benoem je dat en vraag je aan de anderen of ze weten wat er niet klopt.

Slide 17 - Tekstslide

Hobby:
- ballen rapen bij tenniswedstrijden
- zwemmen door de grachten van Utrecht
- suppen om afval op te ruimen

Vragen stellen 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gesprekken in de zorg hoe moet het niet en hoe wel doen?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefeningen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisteren onder druk 
Doelen:
Leerlingen laten ervaren welke gevoelens er parten spelen bij het luisteren.
Hun vaardigheid in het samenvatten op inhouds- en betrekkingsniveau vergroten.
Voorbereiding:
Theorie actief luisteren en samenvatten op inhouds- en gevoelsniveau.
Stoelopstelling:
Uitvoering:
Elke leerling formuleert een mening waar hij achter staat, met een korte onderbouwing.
Zet een stoel voor de hoofdpersoon neer , en daar tegenover, in een halve cirkel op twee meter afstand, de stoelen van de aanvallers.
Ga tegenover elkaar zitten ,en geef in een paar zinnen je mening.
De anderen vallen je om beurten aan.
Na iedere aanval mag je alleen samenvatten, met de gevoelens die je bij de ander opmerkt. Verder niets. Je mag je dus niet verweren.
Als iedereen aan de beurt geweest is vertelt de hoofdpersoon wat zijn of haar gevoelens bij deze gesprekken is geweest.
Nabespreking:
Uitwisseling van ervaringen van de groep.
Wat houdt actief luisteren in?
Wat is het effect van goed samenvatten en gevoelens te benoemen? 




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aandacht en luisteren 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
  • Interview de persoon die naast je zit over zijn grootste nachtmerrie/angst. Bereid dit kort voor.
  • Gebruik zoveel mogelijk van de technieken en vraagsoorten. Noteer in het schema jouw voorbeelden en/of beoordeel jezelf/ het werk van de interviewer aan de hand van de aan vinklijst.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht Fins communiceren 
Wie: tweetal
Wat: De ander bewust helemaal uit laten praten.
Hoe:
Tweetallen. A en B voeren gedurende 5 minuten een discussie over een heet hangijzer,
Bijv. ‘Mag een 14-jarig meisje in haar eentje rond de wereld zeilen’? Er is één regel: je mag pas iets zeggen als de ander helemaal is uitgesproken en jij daarna vier seconden stilte in acht hebt genomen.
Nabespreken op:
Wat merk je?
Hoe ervaar je de rust, het uitpraten, het niet mogen onderbreken, die 4 seconden stilte, etc.?
Wat is het effect op de discussie?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewust worden van je eigen cultuur
Een voorbeeld: 
In Nederland zijn we niet gewend onze emoties te veel te tonen, dat gebeurt dus ook niet tijdens begrafenissen.
In Algerije wordt een begrafenis begeleid met luide klaagzang, schreeuwen en huilen. Vanuit Nederlandse ogen wordt misschien wat geschokt naar de Algerijnse begrafenis gekeken: zoveel geschreeuw zijn we niet gewend. Vanuit Algerijnse ogen wordt misschien geschokt naar de Nederlandse begrafenis gekeken: zou de dode zo weinig geliefd zijn geweest dat er geen emoties zichtbaar zijn?
Dat je je cultuur niet even terzijde kunt schuiven en vanuit een andere cultuur kunt leven en denken, blijkt uit het feit dat je cultuur een onderdeel is geworden van jezelf: hoe je denkt, handelt en voelt.

Slide 26 - Tekstslide

Voor je naar andere culturen gaat kijken, is het belangrijk dat je je bewust wordt van je eigen cultuur. Je beoordeelt culturen immers vanuit je eigen cultuur. Je eigen cultuur is wat je kent, wat vertrouwd is en wat jij als normaal beschouwt. De neiging bestaat om van andere culturen te denken dat ze afwijken van wat jij normaal vindt. Dat gebeurt omgekeerd dus ook: iemand die in een niet-Nederlandse cultuur is gesocialiseerd, kijkt naar de Nederlandse cultuur en beschouwt deze als afwijkend van wat hij normaal vindt. (Bedenk dat afwijkingen negatief, maar ook positief kunnen uitvallen!)
Kunnen jullie een paar culturele verschillen opnoemen in communicatie?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Interculturele communicatie
Het begrijpen van verschillende culturen, talen en gebruiken van een bepaald land om beter met elkaar te communiceren.

Bijv. Zuid Amerikaanse landen praten hard en met veel passie, waardoor het kan lijken dat ze boos zijn.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel
  1. De student kan aan het eind van de les 4 gesprekstechnieken benoemen.
  2. De student kan aan het eind van de les minimaal 2 gesprektechnieken technieken toepassen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

e-learning
https://www.free-learning.nl/modules/goed-in-gesprek/start.html



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruimteverdeling

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Roos van Leary
communicatie
gedrag afzender en ontvanger
interacties
Boven- en onder as
Voor - en tegen as
Flexibel

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbale en non verbale communicatie

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies