1.3 Tijdreis (1.3.2: Bronnen)

Thema 1: Het vertrekpunt
1.3: Tijdreis (1.3.1: Bronnen)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Het vertrekpunt
1.3: Tijdreis (1.3.1: Bronnen)

Slide 1 - Tekstslide

Reisdoelen
1: Je kan uitleggen wat het verschil is tussen ongeschreven en geschreven bronnen.

2: Je kan uitleggen wat het verschil is tussen primaire en secundaire bronnen

3: Je kan uitleggen waarom bronnen zo belangrijk zijn voor geschiedenis

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak 1
Tijdvak 2
Tijdvak 3
Tijdvak 4
Tijdvak 5
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Tijdvak 8
Tijdvak 9
Tijdvak 10

Slide 3 - Sleepvraag

Bij welk onderdeel van het vak hoort deze les?
A
Oriëntatie
B
Aardrijkskunde
C
Geschiedenis
D
Actualiteit

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Waar denk je aan bij het horen van
het woord: ''bronnen''?

Slide 6 - Woordweb

Bronnen

Slide 7 - Tekstslide

Bronnen
Een bron geeft informatie over het verleden. 
Je hebt altijd een bron nodig, anders weet je niet wat er is gebeurd. 

Je maakt onderscheid tussen: 
  • Ongeschreven bronnen
  • Geschreven bronnen

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn bronnen?
A
Dingen uit het verleden
B
Dingen uit de geschiedenis
C
Dingen die ons informatie geven over het verleden
D
Dingen die mensen uit het verleden hebben achtergelaten

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Ongeschreven bronnen
  • Grotschilderingen
  • Speerpunten
  • Bodemlagen
  • Graven
  • Munten

Slide 11 - Tekstslide

...maar ook:
  • Films
  • Interviews
  • Schilderijen

Slide 12 - Tekstslide

Geef zelf een voorbeeld van een ongeschreven bron

Slide 13 - Open vraag

Geschreven bronnen
  • Boeken
  • Brieven
  • Rekeningen

Slide 14 - Tekstslide

Geef zelf een voorbeeld van een geschreven bron:

Slide 15 - Open vraag

Geschreven bronnen zijn betrouwbaarder dan ongeschreven bronnen
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 16 - Quizvraag

geschreven bronnen
ongeschreven bronnen

Slide 17 - Sleepvraag

Primaire en secundaire bronnen

Slide 18 - Tekstslide

Primaire bronnen

  • De maker van de bron komt uit dezelfde tijd als de bron 


Slide 19 - Tekstslide

Primaire bronnen

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand zijn mening misschien wel wil geven of niet alle informatie heeft.

Slide 20 - Tekstslide

Primaire bronnen
Voorbeelden:

  • Dagboek van Anne Frank
  • Egyptisch Dodenboek
  • Egyptische mummie
  • Echte filmbeelden van de moord op president Kennedy

Slide 21 - Tekstslide

Secundaire bronnen


  • Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.

  • Heeft de informatie gekregen via andere (geschreven of ongeschreven) bronnen

Slide 22 - Tekstslide

Secundaire bronnen



  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker misschien zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.

Slide 23 - Tekstslide

Secundaire bronnen


Voorbeelden:

  • Jouw M&M boek
  • Een artikel over Anne Frank op Wikipedia
  • Een documentaire over de ontdekking van het graf van Toetanchamon

Slide 24 - Tekstslide

primaire bronnen
Secundaire bronnen

Slide 25 - Sleepvraag


Een hunebed is een :
A
geschreven, primaire bron
B
ongeschreven, primaire bron
C
geschreven, secundaire bron
D
ongeschreven, secundaire bron

Slide 26 - Quizvraag

Een Netflix-documentaire over de Tweede Wereldoorlog is een:
A
Geschreven secundaire bron
B
Ongeschreven primaire bron
C
Geschreven primaire bron
D
Ongeschreven secundaire bron

Slide 27 - Quizvraag

Opdracht 
Maak 1.3.1 en 1.3.2 en 1.3.3
Gebruik paspoort 21 om informatie op te zoeken!

Slide 28 - Tekstslide