6.5 Stalin en het communisme

Nieuwe Economische Politiek
Na de burgeroorlog... 
Door de revolutie en burgeroorlog was er hongersnood ontstaan: 
economie moest hersteld worden. 

Poging van de communistische regering: Nieuwe Economische Politiek (NEP)

  • Boeren mogen weer deel van hun productie verkopen op de vrije markt.
  • Kleine particuliere bedrijven werden weer toegestaan

  • Banken en grote bedrijven (industrie) blijven wel in handen van de staat.

Dit was een succes: er ontstond welvaart. 


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nieuwe Economische Politiek
Na de burgeroorlog... 
Door de revolutie en burgeroorlog was er hongersnood ontstaan: 
economie moest hersteld worden. 

Poging van de communistische regering: Nieuwe Economische Politiek (NEP)

  • Boeren mogen weer deel van hun productie verkopen op de vrije markt.
  • Kleine particuliere bedrijven werden weer toegestaan

  • Banken en grote bedrijven (industrie) blijven wel in handen van de staat.

Dit was een succes: er ontstond welvaart. 


Slide 1 - Tekstslide

Visie Marxisme:
De communistische revolutie wordt door de arbeidersklasse geleid.

Visie Leninisme:

De communistische revolutie wordt door de partij geleid.

Visie Stalinisme:
Communisme met één man als leider (Stalin zelf).

Slide 2 - Tekstslide

In maart 1919 werd Stalin als één van de vijf leden van het bestuur van de Communistische Partij gekozen.
In april 1922 werd hij secretaris-generaal van de partij. 

Slide 3 - Tekstslide

Lenin overlijdt in 1924. In zijn testament zegt hij dat Stalin niet geschikt is als opvolger! 

Slide 4 - Tekstslide

Stalin wist dat Lenin de voorkeur gaf aan anderen om het land te leiden. 
Deze tegenstanders werden in een machtsstrijd, letterlijk, uit de weg geruimd.


Stalin zal het economisch achtergebleven land snel industrialiseren
en de Sovjet-Unie laten uitgroeien tot een wereldmacht.

Maar dit had een erg hoge prijs..
Het land werd een totalitaire staat met Stalin als dictator

Slide 5 - Tekstslide

Stalin, de opvolger van Lenin
  • In 1924 volgt Stalin Lenin op

  • Zijn vorm van het communisme heet Stalinisme
  • Terreur - Hij laat zijn tegenstanders vermoorden

  • Maakte van de Sovjet-Unie een industriële supermacht

Slide 6 - Tekstslide

Stalinisme
Planeconomie
  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
  • De staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd (vijfjarenplan).
  • Kwantiteit (hoeveelheid) was belangrijker dan kwaliteit
  • Grote opbouw van zware industrie: ijzer en staal + steenkolen- en ijzermijnen. Snelle industrialisatie: in tien jaar veranderde de Sovjet-Unie in een industriële samenleving.
  • Slechte omstandigheden: lange uren, onhygiënisch, slecht weer. 

  • Stalin wil aantonen dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan de kapitalistische landen met hun vrije markt-economie.

Slide 7 - Tekstslide

Collectivisatie
Vanaf 1928: boeren moesten hun grond afstaan. 

Om de snel groeiende stedelijke bevolking te kunnen voeden moest de landbouw meer opbrengen: kleine boerenbedrijfjes werden opgeheven --> reusachtige agrarische ondernemingen. 

Tractoren en moderne werktuigen. 

Slide 8 - Tekstslide

Collectivisatie in de landbouw
  • Collectivisatie in de landbouw: Kolchozen (grote landbouwbedrijven) kregen de grond van kleine boeren. Boeren moesten gezamenlijk de grond bewerken en de opbrengst voor een vaste prijs aan de staat verkopen. 

  • Zo kunnen de boerderijen meer en goedkopere produceren leveren aan de staat, kon de opbouw van industrie van worden betaald.

Slide 9 - Tekstslide

Collectivisatie
  • Collectivisatie: samenvoeging van privé boerderijen in grote gemeenschappelijke landbouwbedrijven
  • Collectivisatie leidde in 1932-1933 tot een enorme hongersnood. 





Slide 10 - Tekstslide

Stalinisme 
  1. Snelle industrialisatie en collectivisatie van landbouw
  2. Geheime politie en verzet collectivisatie leidde naar strafkampen 
  3. Censuur en propaganda
  4. Persoonsverheerlijking
  5. Totalitaire staat

Stalinisme: extreme onderdrukking en verering van één machtige leider. 

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerken totalitaire staat Stalin:
-planeconomie
-dictatuur
-persoonsverheerlijking
-indoctrinatie
-terreur (o.a. showprocessen en strafkampen)

Slide 12 - Tekstslide

Komsomol: de jongerenorganisatie van de Sovjet-Unie
Al het goede kwam van vadertje Stalin!

Slide 13 - Tekstslide

Persoonsverheerlijking
Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider: een vader voor het volk.

Dit heet persoonsverheerlijking

Slide 14 - Tekstslide

Verheerlijking van
arbeiders en boeren


De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren, dit zijn de helden van het 
land!

Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...

Slide 15 - Tekstslide

Stalin gebruikte alles om zijn macht in het land te vergroten en te behouden, zoals censuur.
Stalin bepaalde wat er in de kranten én de geschiedenisboeken kwam te staan: vroegere medestanders werden 'er uit geschreven'
Indoctrinatie

Slide 16 - Tekstslide

De Grote Zuivering
Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die
een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.

Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 
'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

Slide 17 - Tekstslide

Goelag
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een Goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
  • Iedereen die werd aangegeven bij de geheime politie kon ook familie zijn
     werd zonder proces gevangengezet.


Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video


Stalin sterft
5 maart 1953

  • Er is geen directe opvolger
  • Na een machtsstrijd wordt Chroesjtsjov de nieuwe leider (1956)
  • Hij wil afrekenen met de terreur van Stalin: destalinisatie





destalinisatie: na de dood van Stalin wordt afstand genomen van de dictator Stalin en zijn gruweldaden.
Voor sommige Oostbloklanden is dat het sein om te denken dat er misschien meer vrijheid in hun land wordt toegestaan door de SU. Zo komen in Hogarije de mensen in opstand in 1956. Helaas is Chroesjtsjov niet veel beter dan Stalin want ook hij wil dat elk Oostblokland aan het handje van de SU blijft lopen. Hij slaat de opstand dan ook bloedig neer.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide