In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
De Sovjet-Unie
2.2 Stalin en het communisme
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Visie Marxisme: De communistische revolutie wordt door de arbeidersklasse geleid.
Visie Leninisme: De communistische revolutie wordt door de partij geleid.
Visie Stalinisme: Communisme met één man als leider (Stalin zelf).
Slide 3 - Tekstslide
In maart 1919 werd Stalin als één van de vijf leden van het bestuur van de Communistische Partij gekozen. In april 1922 werd hij secretaris-generaal van de partij.
Slide 4 - Tekstslide
Lenin overlijdt in 1924. In zijn testament zegt hij dat Stalin niet geschikt is als opvolger!
Slide 5 - Tekstslide
Stalin wist dat Lenin de voorkeur gaf aan anderen om het land te leiden.
Deze tegenstanders werden in een machtsstrijd, letterlijk, uit de weg geruimd.
Stalin zal het economisch achtergebleven land snel industrialiseren
en de Sovjet-Unie laten uitgroeien tot een wereldmacht.
Maar dit had een erg hoge prijs..
Het land werd een totalitaire staat met Stalin als dictator
Slide 6 - Tekstslide
Stalin, de opvolger van Lenin
In 1924 volgt Stalin Lenin op
Ook wel 'man van staal' genoemd
Zijn vorm van het communisme heet Stalinisme
Terreur, hij moordt zijn tegenstanders uit
Besloot van de Sovjet-Unie een industriële supermacht te maken.
Slide 7 - Tekstslide
Video
Josef Stalin, leider van de Sovjet-Unie (1878-1953) (1:41)
Introductie op het onderwerp
Vraag: met welke twee ideeën wilde Stalin een moderne industriële samenleving bereiken in Rusland?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Met welke twee ideeën wilde Stalin een moderne industriële samenleving bereiken in Rusland?
Slide 10 - Open vraag
Stalinisme
Planeconomie
Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
De staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd (vijfjarenplan).
Kwantiteit was belangrijker dan kwaliteit
Grote opbouw van zware industrie: ijzer en staal + steenkolen- en ijzermijnen. Snelle industrialisatie: in tien jaar veranderde de Sovjet-Unie in een industriële samenleving.
Slechte omstandigheden: lange uren, onhygiënisch, slecht weer.
Stalin wil aantonen dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan de kapitalistische landen met hun vrije markt-economie.
Slide 11 - Tekstslide
Collectivisatie
Vanaf 1928: boeren moesten hun grond afstaan.
Om de snel groeiende stedelijke bevolking te kunnen voeden moest de landbouw meer opbrengen: kleine boerenbedrijfjes werden opgeheven --> reusachtige agrarische ondernemingen.
Tractoren en moderne werktuigen.
Slide 12 - Tekstslide
Collectivisatie in de landbouw
Collectivisatie in de landbouw: Kolchozen (grote landbouwbedrijven) kregen de grond van kleine boeren. Boeren moesten gezamenlijk de grond bewerken en de opbrengst voor een vaste prijs aan de staat verkopen.
Zo kunnen de boerderijen meer en goedkopere produceren leveren aan de staat, kon de opbouw van industrie van worden betaald.
Slide 13 - Tekstslide
Collectivisatie
Opstanden: verstoppen van graan en slachting van vee.
Boeren en arbeiders die zich tegen de collectivisatie verzetten werden vermoord of gedeporteerd naar Siberië.
Collectivisatie leidde in 1932-1933 tot een enorme hongersnood.
Collectivisatie: samenvoeging van privé boerderijen in grote gemeenschappelijke landbouwbedrijven
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Er komen 4 quizvragen aan...
Slide 17 - Tekstslide
NEP is een voorbeeld van...
A
Privatisering (eigen bezit)
B
Collectivisatie (eigendom van staat)
Slide 18 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij de planeconomie van Stalin?
A
vijfjarenplan
B
NEP
C
collectivisatie van de landbouw
D
industrialisatie
Slide 19 - Quizvraag
Welk begrip past er bij de afbeelding?
A
Collectivisatie
B
Strafkamp
C
Eigendom
D
Planeconomie
Slide 20 - Quizvraag
Welke begrippen horen bij de bron?
A
censuur en totalitair
B
censuur en zuivering
C
collectivisatie en totalitair
D
collectivisatie en zuivering
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Stalinisme
Snelle industrialisatie en collectivisatie van landbouw
Geheime politie en verzet collectivisatie leidde naar strafkampen
Censuur en propaganda
Persoonsverheerlijking
Totalitaire staat
Stalinisme: extreme onderdrukking en verering van één machtige leider.
Slide 23 - Tekstslide
Persoonsverheerlijking
Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider: een vader voor het volk.
Dit heet persoonsverheerlijking
Slide 24 - Tekstslide
Komsomol: de jongerenorganisatie van de Sovjet-Unie
Al het goede kwam van vadertje Stalin!
Slide 25 - Tekstslide
Collectivisatie in de landbouw
Ook collectivisatie in de landbouw: Kolchozen (boerderijen mét vrijheid) en Sovchozen (boerderijen zonder vrijheid, staatseigendom).
Idee: zo kunnen de boerderijen meer en goedkopere producten leveren aan de staat, kon de opbouw van industrie van worden betaald.
Realiteit: Rampzalig, veel tekorten
Slide 26 - Tekstslide
Collectivisatie
Boeren en arbeiders die zich tegen de collectivisatie verzette (boeren: 'koelakken') werden vermoord of gedeporteerd naar Siberië.
Fabrieksmanagers kregen de schuld (niet Stalin), werden opgepakt door geheime politie.
Slide 27 - Tekstslide
Goelag
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een Goelag, een strafkamp.
In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
Iedereen die werd aangegeven bij de geheime politie kon ook familie zijn werd zonder proces gevangengezet.
Slide 28 - Tekstslide
De Grote Zuivering
Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die
een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen
'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.
Slide 29 - Tekstslide
Stalin gebruikte alles om zijn macht in het land te vergroten en te behouden, zoals censuur.
Stalin bepaalde wat er in de kranten én de geschiedenisboeken kwam te staan: vroegere medestanders werden 'er uit geschreven'