Quiz gezondheid

Volgens WHO is gezondheid
A
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beschrijft gezondheid als een toestand van Volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn
B
Volledige financiële welzijn
C
Volledige psychische welzijn
D
Volledige gezondheid
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Volgens WHO is gezondheid
A
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beschrijft gezondheid als een toestand van Volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn
B
Volledige financiële welzijn
C
Volledige psychische welzijn
D
Volledige gezondheid

Slide 1 - Quizvraag

Gezondheid is afhankelijk van
A
Demografie
B
Opleiding
C
Technische ontwikkelingen
D
Alles is waar

Slide 2 - Quizvraag

Tegenwoordig zijn meer chronische ziektes
A
Waar
B
C
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Bepaalde groepen mensen worden vaker ziek omdat ze:
A
erfelijk aanleg hebben
B
ongezond leven
C
oud zijn
D
alles is waar

Slide 4 - Quizvraag

Gezondheidzorg gericht op cure betekent
A
mensen beter maken
B
mensen advies geven
C
mensen voorlichting geven
D
zorgen dat ze niet zieker worden

Slide 5 - Quizvraag

Gezondheidzorg gericht op care betekent:
A
gericht op de gevolgen van een aandoening
B
gericht op zelfredzaamheid
C
gericht op de wensen van zieken
D
gericht op gezonde voeding

Slide 6 - Quizvraag

Sporten en gezond eten zijn een voorbeeld van
A
Goede opvoeding
B
Goede voorlichting
C
Gezond leefstijl
D
Goede kennis van zaken

Slide 7 - Quizvraag

Volgens model van Lalonde is gezondheid afhankelijk van
A
leefstijl, omgeving, voorzieningen en erfelijkheid
B
Voorzieningen, land van herkomst en leeftijd
C
opleiding, erfelijkheid, werk en sociaal leven
D
Chronische ziektes, leefstijl en erfelijkheid

Slide 8 - Quizvraag

Als verpleegkundige moet je
A
begrijpen wat de zorgvrager wil
B
Goed samenwerken
C
rekening houden met de beperkingen van de zorgvrager
D
alles is waar

Slide 9 - Quizvraag

Bij gezondheidsbevordering zorg je ervoor dat:
A
gezondheid verbetert of goed blijft
B
behandel je de ziektes
C
gezondheid goed blijft en ziekte geneest
D
zorg je voor goede organisatie van de zorg

Slide 10 - Quizvraag

Zelfredzaamheid is
A
Voor zichzelf kunnen zorgen
B
koken en wassen
C
Boodschappen doen
D
sporten en gezond eten

Slide 11 - Quizvraag

Als verpleegkundige weet je dat
A
Elke zorgvrager anders zijn gezondheid beleeft
B
Zorgvragers weinig van gezondheid afweten
C
Alle zorgvragers hetzelfde zijn
D
Alles is juist

Slide 12 - Quizvraag

Soorten van gezondheid zijn
A
Lichamelijk, psychisch en geestelijk
B
Lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk
C
Lichamelijk, financieel en sociaal
D
Lichamelijk, psychisch, en sociaal

Slide 13 - Quizvraag

Gezond eten heeft invloed op
A
lichamelijke gezondheid
B
maatschappelijke gezondheid
C
psychische gezondheid
D
A, B, C zijn juist

Slide 14 - Quizvraag