Ordening
1 / 26
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een organisme?
A
Deel van het lichaam met een functie.
B
Iets dat leeft.
C
Een aantal organen die samenwerken
D
alle planten en dieren
Slide 3 - Quizvraag
Bij ordening verdeel je
alle organismen in
alle organismen in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen
Slide 4 - Quizvraag
Noem de 4 RIJKEN
Slide 5 - Open vraag
Wat is dus GEEN rijk bij het ordenen?
A
Bacteriën
B
Dieren
C
Mensen
D
Schimmels
Slide 6 - Quizvraag
Plant
Dier
Schimmel
Bacterie
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Op je brood zit een organisme.
Bij welk RIJK hoort dit organisme?
Bij welk RIJK hoort dit organisme?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Geleedpotigen
D
Dieren
Slide 9 - Quizvraag
Wat is bij het ordenen van dieren een kenmerk.
A
Soort skelet
B
de Kleur
C
Soort poten
D
de leef omgeving
Slide 10 - Quizvraag
Een organisme met bladgroenkorrels is altijd een:
A
schimmel
B
bacterie
C
dier
D
plant
Slide 11 - Quizvraag
Dieren hebben cellen
A
met een celwand en met een celkern
B
met een celkern en met bladgroenkorrels
C
zonder celwand en zonder celkern
D
zonder celwand en met celkern
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet
D
kan ik niet zien
Slide 13 - Quizvraag
Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet
D
kan ik niet zien
Slide 14 - Quizvraag
Wat is GEEN geleedpotige dier
A
slak
B
mier
C
vlinder
D
garnaal
Slide 15 - Quizvraag
Een insect heeft altijd...... poten
A
4
B
6
C
8
D
10
Slide 16 - Quizvraag
Sporenplant of zaadplant?
A
Zaadplant
B
Sporenplant
Slide 17 - Quizvraag
Naaktzadig of bedektzadig?
A
Naaktzadig
B
Bedektzadig
Slide 18 - Quizvraag
Sleep het dier naar de juiste kolom
Uitwendig skelet
Inwendig skelet
Slide 19 - Sleepvraag
Dit is een kwal.
Bij welke STAM hoort dit dier?
Bij welke STAM hoort dit dier?
A
Sponzen
B
Eencelligen
C
Stekelhuidigen
D
Holtedieren
Slide 20 - Quizvraag
Een klein spinnetje.
Dit dier is GEWERVELD
Dit dier is GEWERVELD
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 21 - Quizvraag
Is dit dier
gewerveld?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Een dolfijn is levendbarend... Bij welke groep hoort dit gewerveld dier?
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
Amfibieën
D
Reptielen
