3.2 Athene en Sparta

3.2 Athene en Sparta
3.2 Athene en Sparta
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Athene en Sparta
3.2 Athene en Sparta

Slide 1 - Tekstslide

De beschaving overwint

Slide 2 - Tekstslide

Tirannie in Athene
- Athene +/- 600 v Chr. is een aristocratie.
- Tiran Pseisitratos verjaagt aristocratie en geeft grond aan arme boeren, maar onderdrukt volk ook.
- De gewone Atheners wilden geen tiran meer.

democratie Manier van besturen waarbij het volk invloed heeft op het bestuur.

Slide 3 - Tekstslide

De samenleving van Athene
  1. Atheense mannen, zij hadden stemrecht.

  2. Niet-Atheense mannen, zij hadden geen stemrecht.

  3. Vrouwen.

  4. Slaven.

  • Maatschappij is een ander woord voor samenleving

Slide 4 - Tekstslide

Heerschappij van het volk
- Alle Atheense mannen mochten stemmen / besturen in de volksvergadering
- Dagelijks bestuur: raad van 500
- Vergoeding voor mannen die van veraf kwamen.

Slide 5 - Tekstslide

Heerschappij van het volk
burger
Inwoner die bepaalde rechten heeft, zoals het recht om mee te doen aan het bestuur.
volksvergadering
Vergadering van burgers over het bestuur.
directe democratie
Een democratie waarbij burgers zelf mee mogen praten en stemmen.

Slide 6 - Tekstslide

Ostracisme
Ostracisme =
Manier voor de volksvergadering om te stemmen wie ze willen verbannen

Ook wel 'schervengericht' genoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Verschillen tussen Athene en Sparta
Sparta: Monarchie, 2 koningen en een raad van oude mannen.
Jongens werden opgeleid tot soldaat
Harde maatschappij.

Athene: democratie
Jongens werden onderricht in lezen, kunst, muziek en sport. Zij moesten een burger worden.

Slide 8 - Tekstslide

De samenleving van Sparta
Sparta als stadstaat:
  • Geen Akropolis
  • Lag op een open vlakte

Gevolg: extra sterk leger was nodig
Gevolg: mannen hielden zich alleen met militaire zaken bezig
Doel: opvoeden tot goede soldaten/gedisciplineerde mensen 

Slide 9 - Tekstslide

Sparta


  • ook een volksvertegenwoordiging, maar minder macht dan in Athene
  • raad van 30 oude wijze mannen
  •  2 koningen: legeraanvoerders bij oorlog
  • 5 opzichters uit angst voor Tiran

Slide 10 - Tekstslide

De Perzen vallen aan

Slide 11 - Tekstslide

De Perzen vallen aan
Athene en Sparta werken samen om de Perzen te verslaan. De Perzen hadden Turkije veroverd en wilden daarna Griekenland innemen. (492-479 v.Chr.)

Sparta=landleger / Athene= Marine
bondgenootschap Een verbond van landen, groepen of personen die elkaar helpen in een oorlog.

Slide 12 - Tekstslide

Oorlog in Griekenland
Athene ging zich steeds machtiger gedragen en onderwierp andere stadstaten onder haal controle.

Sparta wil voorkomen dat Athene gaat overheersen en er ontstaat een oorlog tussen twee Griekse bondgenootschappen: De Peloponesische oorlog

Slide 13 - Tekstslide

Oorlog in Griekenland
Oorlog in Griekenland

Slide 14 - Tekstslide

Waarom hadden de Grieken kolonies?
A
Ze wilden hun cultuur verspreiden.
B
In Griekenland was te weinig landbouwgrond. Mensen gingen daarom in andere gebieden wonen.
C
Hoe meer land, hoe meer macht. Ze wilden dus machtiger worden.
D
Ze wilden dat iedereen democratisch werd. Gebieden waarin de mensen dat niet wilden, werden voor straf veroverd.

Slide 15 - Quizvraag

Ik ben de heerser in deze polis omdat mijn vader dat ook was 
In deze polis nemen we de beslissingen met alle burgers samen
Ik weet wat het beste is voor deze polis. Goed dat ik hier de macht heb gegrepen! 
Laat dat besturen maar aan ons over. Wij hebben er verstand van en er de tijd voor 
Monarchie

Aristocratie
Tirannie
Democratie

Slide 16 - Sleepvraag

Polis Athene
Niet in de polis Athene
Monarchie
Tiran
Democratie
Schervengericht
Aristocratie
Volksvergadering

Slide 17 - Sleepvraag

In Sparta was het dagelijks leven anders. Wat past niet bij Sparta?
A
Vrouwen hadden nog minder rechten dan in Athene
B
Alles in de samenleving gefocust op oorlogvoering
C
In Sparta werden jongens vanaf 7 opgeleid tot militair
D
Spartaanse meisjes werden door hun moeder opgevoed

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de opdrachten bij de 3.2

6, 8, 12 en 13

Slide 19 - Tekstslide