Voorbereiding PTA Commercieel hst 1 t/m 4
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een verkoopzwakke zone?
A
Buitenste gangpaden
B
Midden van de winkel
C
Goede verlichte plekken
D
Stelling bij de kassa
Slide 2 - Quizvraag
Stel de Kruidvat gaat kerstballen verkopen. Is hier sprake van tijdelijke of vaste artikelpresentatie?
A
Vaste artikelpresentatie
B
Tijdelijke artikelpresentatie
Slide 3 - Quizvraag
Je ziet de huisstijl van een winkel in het exterieur en in het interieur.
Wat betekent exterieur?
Wat betekent exterieur?
A
Winkelinrichting
B
Gevel
Slide 4 - Quizvraag
Het winkelconcept noemen wij ook wel het bedrijfsconcept
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
De winkelformule bestaat uit de volgende onderdelen:
A
Assortiment, doelgroep, winkelconcept
B
Doelgroep, bedrijfsconcept, assortiment
C
Prijs, product, promotie
D
Assortiment, doelgroep, marktpositie
Slide 6 - Quizvraag
De ...... is de plaats die een winkel op de markt inneemt ten opzichte van de concurrenten
A
Doelgroep
B
Branche
C
Marktpositie
D
Prijs
Slide 7 - Quizvraag
Imago is het beeld dat je bij klanten wilt oproepen als ze aan jouw winkel denken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
De marketingmix bestaat uit:
A
Prijs, product, promotie, personeel, presentatie
B
Kwaliteit, prijs, promotie, personeel, presentatie, plaats
C
Product, prijs, plaats, promotie, presentatie, personeel
D
Prijs, plaats, promotie, personeel, presentatie
Slide 9 - Quizvraag
De winkels Zeeman, C&A en de Primark zijn:
A
Zelfbedieningwinkels
B
Bediening winkels
C
Semi-zelfbedieningwinkels
Slide 10 - Quizvraag
De marketingmix bestaat uit:
A
Prijs, product, promotie, personeel, presentatie
B
Kwaliteit, prijs, promotie, personeel, presentatie, plaats
C
Product, prijs, plaats, promotie, presentatie, personeel
D
Prijs, plaats, promotie, personeel, presentatie
Slide 11 - Quizvraag
Winkels die gevestigd zijn op een B-locatie zijn gevestigd:
A
De binnenstad
B
Op het industrieterrein
C
Aan de rand van de binnenstad
Slide 12 - Quizvraag
Welk assortiment biedt een juwelier aan?
A
Breed assortiment
B
Smal assortiment
Slide 13 - Quizvraag
De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50. Wat is de bruto winst van de maand mei.
A
€ 7.500
B
€ 10.00
C
€ 12.500
D
€ 15.000
Slide 14 - Quizvraag
De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50. Daarnaast betaald List en bedrog € 10.000 aan kosten. Wat is de netto winst van de maand Mei
A
-€ 2500
B
€ 2.500
C
€ o
D
€ 5000
Slide 15 - Quizvraag
Een ander woord voor afzet =
A
omzet
B
verkoopprijs
C
aantal verkochte artikelen
D
inkoopwaarde
Slide 16 - Quizvraag
De inkoopprijs van een I phone is € 300. De brutowinstmarge is 400%. Bereken de verkoopprijs
A
€ 400
B
€ 700
C
€ 1200
D
€ 1500
Slide 17 - Quizvraag
De kostprijs van een spijkerbroek is
€ 15. De verkoopprijs van een spijkerbroek is € 50. Bereken de kostprijs in procenten van de verkoopprijs.
€ 15. De verkoopprijs van een spijkerbroek is € 50. Bereken de kostprijs in procenten van de verkoopprijs.
A
10%
B
20%
C
30%
D
50%
Slide 18 - Quizvraag
Saim B.V. Heeft een omzet van 1.200.000. De inkoopwaarde bedroeg. 600.000. De bedrijfskosten bedroegen 450.000.
Wat is de brutowinst
Wat is de brutowinst
A
€ 1.200.000
B
€ 1.000.000
C
€ 600.000
D
€ 450.000
Slide 19 - Quizvraag
Saim B.V. Heeft een omzet van 1.200.000. De inkoopwaarde bedroeg. 600.000. De bedrijfskosten bedroegen 450.000.
Wat is de Netto winst?
Wat is de Netto winst?
A
€ 1.200.000
B
€ 1.000.000
C
€ 600.000
D
€ 150.000
Slide 20 - Quizvraag
Coen koopt voor € 2,99 een doosje frambozen (inc 9% btw). Wat is de verkoopprijs exclusief btw
A
2,47
B
3,17
C
2,74
D
3,62
Slide 21 - Quizvraag
Yoshua koopt een nieuwe scooter voor € 2460. Dit is de verkoopprijs excl btw. Hoeveel is de consumentenprijs
A
€ 2607,60
B
€ 2976,60
C
€ 2320,75
D
€ 2033,06
