Antwoorden Wondzorg

• MTH
• MBO
• Studiejaar 2

Antwoorden Wondzorg

• Plaats van de wond
• Aard van de wond
• Aanwezigheid van vreemde voorwerpen
• Aantal en aanvalskracht van ziektekiemen
• Verminderde afweer
• Circulatiestoornissen

Ontstekingsinfiltraat en abces vorming.

1. Ontstekingsfiltraat: een ophoping van dood weefsel, witte bloedcellen en ziektekiemen.

• Is vaak herkenbaar aan een pijnlijke rode zwelling.
  
• Kan geresorbeerd worden door witte bloedcellen die de ziektekiemen onschadelijk maken en het dode weefsel afvoeren via het wondvocht of de bloedbaan.
  

1. Wondinfiltraat: behandelen met een nat verband.
2. Abces: een holte gevuld met pus en omgeven door een dikke wal van afweercellen.
   

WCS Classificatiemodel (Woundcare Consultant Society).

De rode wond: 

• Herkenbaar aan een gekorreld rood uiterlijk (granulatieweefsel). 
• Het is een schone wond die aan het genezen is.
• Doel: beschermen van de wond.

De gele wond

• In de wond bevindt zich ontstekingsmateriaal.
• Het ontstekingsmateriaal (geel beslag) bestaat uit dode cellen en ziektekiemen.
• Doel: reinigen van de wond.

Zwarte wond.

• Herkenbaar aan dood (necrotisch) weefsel.
• Doel: verwijderen dood weefsel.

WCS

1. Brandwond. Die wordt ingedeeld in eerste, tweede en derde graads brandwond.
2. De nadruk van de behandeling ligt op de meest storende factor. Een beetje zwart is behandelen als zwart. 

Wonden worden ingedeeld in wond zorgcategorieën.

Wondzorgcategorie 1 en 2: zorg bij een nieuwe wond die (ook) in de eerste lijn gegeven kan worden.

Bijv. categorie 1: traumatische onderbeenwond van enkele dagen oud die goed lijkt te genezen.

Bijv. categorie 2: een acute tweedegraads brandwond of een flinke ontvelling.

Wondzorgcategorie 3 en 4: 

complexere wonden waarbij de patiënt vaak bijkomende factoren heeft die de wondgenezing sterk negatief beïnvloeden.

Bijvoorbeeld:

• DM of
• sterk verminderde doorbloeding of
• gebruik van meerdere medicijnen tegelijk.

Wondzorgcategorie 3: een doorligwond die ondanks basiswondzorg onvoldoende neiging tot genezen vertoont.

Wondzorgcategorie 4:

traumatische wond waarbij ook bot- of zenuwweefsel beschadigd is of grote tweede- of derdegraads brandwonden.

Wondbehandeling.

Acht stappen bij wondverzorging:

1. Reinigen
   
2. Ontsmetten
   
3. Wondexcisie of wondtoilet
   
4. Zo nodig plaatselijke verdoving
   
5. Wondsluiting
   
6. Keuze van de wondbedekker
   
7. Nazorg
   
8. Verslaglegging
   

Ontsmetten. 

• Alcohol 70 en 95%. Sterk bacteriedodende en schimmeldodende werking.
• Chloorhexidine. bacteriedodend.
• Jodiumtinctuur. Dood bacterieën, virussen, schimmels en sporen.
• Povidonjodium. Werkzaam tegen vrijwel alle ziekteverwekkende bacterieën en schimmels.

• Natriumhypochloriet (Eusol). Desinfecterende werking en losmakend en oplossend effect op necrotisch weefsel (decubitis en ulcus cruris venosum).
• Zilversulfadiazine. Bacteriedodende werking. Wordt bij moeilijk te verbinden oppervlakkige tweedegraads brandwonden gebruikt (max 7 dagen).

Wondexcisie of wondtoilet

Wondtoilet: 

het schoonmaken van de wond en het wegsnijden van ontstoken of beschadigd weefsel zodat de wondranden glad zijn en makkelijk gehecht kunnen worden. 

De wond:

• kan soms door omstandigheden niet helemaal gereinigd worden
  
• wordt meestal niet helemaal gesloten 
• bij totale sluiting blijft een drain achter zodat het wondvocht kan worden afgevoerd

Wondexcisie:

De wondranden zijn na het schoonmaken van de wond mooi recht gemaakt.

Rafelige wondranden                   Wondranden na excisie

Primaire wondsluiting: 

De wond is na de excisie meteen helemaal dichtgemaakt.

Geen wondsluiting:

• Bij een wond ouder dan 12 uur (bacteriën)
• Bij een gecompliceerde wond; er is teveel weefsel beschadigd.