Toets boek 2a thema 1 Ademhaling en verbranding

Toets Ademhaling en verbranding
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toets Ademhaling en verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Geef aan of de volgende stellingen waar of niet waar zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Kalkwater is een indicator.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

In je lichaam vindt alleen overdag verbranding plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Alleen als het warm is, adem je waterdamp uit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

In ingeademde lucht zit meer stikstof dan in uitgeademde lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Hieronder is de verbranding in je lichaam schematisch weergegeven. Twee woorden zijn vervangen door cijfers.

1 + zuurstof water + 2 + energie

Op de plek van cijfer 1 moet stikstof worden ingevuld.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Hieronder is de verbranding in je lichaam schematisch weergegeven. Twee woorden zijn vervangen door cijfers.

1 + zuurstof water + 2 + energie

Op de plek van cijfer 2 moet koolstofdioxide worden ingevuld.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Hieronder is de verbranding in je lichaam schematisch weergegeven. Twee woorden zijn vervangen door cijfers.

1 + zuurstof water + 2 + energie

Links van de pijl (1 + zuurstof) staan de verbrandingsproducten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Uitgeademde lucht heeft dezelfde temperatuur als ingeademde lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Lees de tekst in de volgende slide en bekijk de afbeelding. Over deze tekst en
de afbeelding  gaan de beweringen in de vragen die daarna volgen.

Slide 11 - Tekstslide

Een meisje loopt rustig naar school. Plotseling ziet zij een eind voor zich een vriendin lopen. Het meisje gaat rennen om haar vriendin in te halen.

Slide 12 - Tekstslide

Door het rennen vindt er in het lichaam van het meisje meer verbranding plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Door het rennen gaat het hart van het meisje sneller kloppen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Tijdens het rustige lopen komt er in het lichaam van het meisje meer warmte vrij dan tijdens het rennen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De volgende vragen zijn sleepvragen. Sleep het antwoord naar de juiste plek.

Slide 16 - Tekstslide

longblaasjes
longen
brochien
Luchtpijptakje
luchtpijp

Slide 17 - Sleepvraag

Beantwoord de volgende meerkeuzevragen.

Slide 18 - Tekstslide

In de afbeelding hiernaast zijn enkele longblaasjes met een longhaarvat schematisch getekend. Enkele plaatsen zijn aangegeven met nummers. Hierover gaan de volgende 3 meerkeuze vragen.

Slide 19 - Tekstslide

Welk nummer geeft de plaats aan waar ingeademde lucht het eerst terechtkomt?
A
1
B
2
C
3

Slide 20 - Quizvraag

Bij welk nummer bevindt zich bloed dat rijk is aan zuurstof?
A
1
B
2
C
3

Slide 21 - Quizvraag

Welke pijl geeft de richting aan waarin koolstofdioxide gaat, pijl P of pijl Q?
A
Pijl P.
B
Pijl Q.

Slide 22 - Quizvraag

Beantwoord de volgende meerkeuzevragen.

Slide 23 - Tekstslide

Water speelt een rol bij de verbranding van een kaars.
Wat voor rol?

A
Bij de verbranding van een kaars wordt water verbruikt.
B
Bij de verbranding van een kaars ontstaat water als verbrandingsproduct.
C
Bij de verbranding van een kaars wordt water omgezet in energie.
D
Bij de verbranding van een kaars wordt energie omgezet in water.

Slide 24 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een afbeelding van de luchtwegen en longen (schematisch).

Slide 25 - Tekstslide

Komen trilhaarcellen voor in buis 2?
En in buis 3?

A
Zowel in buis 2 als in buis 3.
B
Alleen in buis 2.
C
Alleen in buis 3.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de functie van het strotklepje?

A
Het strotklepje voorkomt dat er lucht in de slokdarm komt tijdens het ademhalen
B
Het strotklepje voorkomt dat er voedsel in de neusholte komt tijdens het slikken
C
Het strotklepje voorkomt dat er lucht van de neusholte in de mondholte komt tijdens het ademhalen
D
Het strotklepje voorkomt dat er voedsel in de luchtpijp komt tijdens het slikken

Slide 27 - Quizvraag

Waardoor wordt het slijm in de luchtwegen verplaatst?

A
Door de langsstromende lucht
B
Door slijmproducerende cellen
C
Door bewegingen van trilharen
D
Door bewegingen van het middenrif

Slide 28 - Quizvraag

Delen van het ademhalingsstelsel zijn: bronchiën, longblaasjes en luchtpijp. Welke van deze delen bevatten kraakbeenringen?

A
De bronchiën, de longblaasjes en de luchtpijp
B
Alleen de bronchiën en de luchtpijp
C
Alleen de bronchiën en de longblaasjes
D
Alleen de luchtpijp

Slide 29 - Quizvraag

In de afbeelding hiernaast is de borstkas viermaal schematisch getekend.
Welke figuren geven de stand weer na een inademing?

A
Figuur 1 en 3
B
Figuur 1 en 4
C
Figuur 2 en 3
D
Figuur 2 en 4

Slide 30 - Quizvraag

De toets is af!
Klik op het kruisje, dan op 'inleveren' en dan op 'ja, inleveren'.

Slide 31 - Tekstslide