Hoofdstuk 2 paragraaf 2 deel b

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je  boek + pen en rekenmachine. 
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je  boek + pen en rekenmachine. 
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Tekstslide

Economie 
Economie 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1.  Welkom woordje
2. Terugblik op de vorige lessen ( paragraaf 2 deel a Begrippen) 
3. Uitleg hoofdstuk 2  paragraaf 2 deel b berekeningen
6. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
2. Ik weet hoe ik de verhoudingstabel kan gebruiken. (rente)
3. Ik weet wat het huiswerk is.
4. Ik weet wat ik moet doen als ik vragen heb.

Slide 4 - Tekstslide

Inloggen in Lessonup
        Lesson up                                                 Google Classroom

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik vorige les paragraaf 2 deel a
Je weet welke redenen je kunt hebben om te sparen.
Je weet wat rente is.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is geen spaarmotief?
A
Voorzorg
B
Doel
C
Vakantie
D
Rente

Slide 7 - Quizvraag

Sarah spaart om een scooter over twee jaar te kunnen kopen. Haar spaarmotief is
A
Sparen met een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor rente
D
Sparen voor behoefte

Slide 8 - Quizvraag

Als je bij de bank spaart krijg je rente. Wat is rente?
A
Salaris als je bij de bank werkt
B
Een beloning van de bank voor het uitlenen van jouw geld
C
Een schuld die je aan de bank hebt
D
Een schuld die de bank heeft

Slide 9 - Quizvraag

Hoe gebruik jij geld?

Slide 10 - Tekstslide

Geldfuncties

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de drie geldfuncties?
A
ruilmiddel, verkoopmiddel en spaarmiddel
B
verkoopmiddel, uitgeefmiddel en spaarmiddel
C
ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel
D
spaarmiddel, bewaarmiddel en betalingsmiddel

Slide 12 - Quizvraag

Welke van de 3 geldfuncties herken je in het onderstaande voorbeeld?

Yara koopt voor € 80 een tweedehands fiets.

A
Rekenmiddel
B
spaarmiddel
C
Ruilmiddel

Slide 13 - Quizvraag

Maakwerk 
timer
10:00
Wat ga je doen
Opdrachten paragraaf 2.2
opdr 28 t/m 32
bladzijde 61, 62
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 14 - Tekstslide

Rente berekenen met de verhoudingstabel.
ZELFSTANDIG - Bekijk en lees de voorbeelden van het blad.

Klaar? rustig wachten

KLASSIKAAL - daarna de opdrachten.

Slide 15 - Tekstslide

Maakwerk 
timer
5:00
Wat ga je doen
Opdrachten paragraaf 2.2
opdr 25 t/m 27
bladzijde 61, 62
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
2. Ik weet hoe ik de verhoudingstabel kan gebruiken. (rente)
3. Ik weet wat het huiswerk is.
4. Ik weet wat ik moet doen als ik vragen heb.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe goed ging het maken van de opdrachten
A
goed
B
voldoende
C
matig
D
slecht

Slide 19 - Quizvraag

Wat moet je voor volgende les meenemen en maken?

Slide 20 - Open vraag

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll