- Voorkennis ophalen: wat weet je al over bijvoeglijk naamwoorden
- Uitleg blok 5 Spelling: bijvoeglijk naamwoord
- Zelfstandig werken/verlengde instructie
- Antwoorden bespreken
- Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
... weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is
... weet je hoe je een bijvoeglijk naamwoord correct spelt
(Spelling blok 5)
Slide 3 - Tekstslide
Welke bijvoeglijk naamwoorden herken je hier?
Het liggende meisje eet haar gesmolten pepernoot op in de vroege ochtend. In de avond moet zij naar haar vermoeiende werk gaan om daar het harde werk te gaan verrichten.
Slide 4 - Tekstslide
Welke bijvoeglijk naamwoorden herken je hier?
Het liggende meisje eet haar gesmolten pepernoot op in de vroege ochtend. In de avond moet zij naar haar vermoeiende werk gaan om daar het harde werk te gaan verrichten.
Slide 5 - Tekstslide
Bijvoeglijk
naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe spel je een bijvoeglijk naamwoord?
https://www.youtube.com/watch?v=2efrvQeo_Fs
Slide 7 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord spellen
Regel
Voorbeeld
Meestal eindigt het bijvoeglijk naamwoord op -e
De blauwe vogel
Het kleurrijke meisje
De bekende zanger
Als het bijvoeglijk naamwoord bij een het-woord hoort, verdwijnt de -e als je er een voor zet
Het bezorgde pakje - een bezorgd pakje
Het heerlijke ijsje - een heerlijk ijsje
Het grote kasteel - een groot kasteel
Gaat het bijvoeglijk naamwoord over het materiaal waarvan het gemaakt is? Schrijf er dan -en achter
de ijzeren koevoet
de kartonnen doos
het stoffen mandje
Maar is het een modern materiaal?
Schrijf er dan niets achter.
De titanium ring
Het kunststof speelgoed
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Regel 1: Meestal eindigt het bijvoeglijk naamwoord op -e
(slim) Het ..... meisje loopt snel door
(groot) Dat ..... huis is gisteren verkocht
(lief) Het ..... kindje is vrolijk
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Regel 1: Meestal eindigt het bijvoeglijk naamwoord op -e
Het slimme meisje loopt snel door
Dat grote huis is gisteren verkocht
Het lieve kindje is vrolijk
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Regel 2: Als het bijvoeglijk naamwoord bij een het-woord hoort, verdwijnt de -e als je er een voor zet
(slim) Een ..... meisje loopt snel door
(groot) Een ..... huis is gisteren verkocht
(lief) Een ..... kindje is vrolijk
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Regel 2: Als het bijvoeglijk naamwoord bij een het-woord hoort, verdwijnt de -e als je er een voor zet
Een slim meisje loopt snel door
Een groot huis is gisteren verkocht
Een lief kindje is vrolijk
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld 3
Regel 3: Gaat het bijvoeglijk naamwoord over het materiaal waarvan het gemaakt is? Schrijf er dan -en achter
(stof) Het ..... doekje is snel vies geworden
(karton) De ..... doos zit vol verhuisspullen
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld 3
Regel 3: Gaat het bijvoeglijk naamwoord over het materiaal waarvan het gemaakt is? Schrijf er dan -en achter
Het stoffen doekje is snel vies geworden
De kartonnen doos zit vol verhuisspullen
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld 4
Regel 4: Maar is het een modern materiaal?
Schrijf er dan niets achter.
(polyester) Dat is een ..... trui
(plastic) Ik heb een ..... tasje nodig
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld 4
Regel 4: Maar is het een modern materiaal?
Schrijf er dan niets achter.
Dat is een polyester trui
Ik heb een plastic tasje nodig
Slide 16 - Tekstslide
Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Blok 5 Spelling
Blz. 181 - opdr. 2
Blz. 185 - opdr. 12
Hoe
Boek
Hulp
Zelfstandig / verlengde instructie (bij mij)
Tijd
15 minuten
Klaar?
Dan mag je iets voor jezelf doen
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Behaald?
... weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is
... weet je hoe je een bijvoeglijk naamwoord correct spelt