Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Blok 4 spelling (herhaling kofschip/bijvoeglijk nw)
2 BK Blok 4 Spelling
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2 BK Blok 4 Spelling
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Na deze les
- heb je een herhaling van het
't ex kofschip
gehad.
- kun je
bijvoeglijke naamwoorden
op een goede manier spellen.
Slide 2 - Tekstslide
'
T
e
X
-
K
o
FSCH
i
P
of
S
e
X
y
-F
o
KSCH
aa
P
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
2 BK Blok 4 Spelling
Kijk het volgend filmpje voor uitleg !
Let op !
Je krijgt ook vragen tijdens het filmpje.
Slide 5 - Tekstslide
2
Slide 6 - Video
01:21
Als de rode letter in 't kofschip zit dan voeg je ....... toe
A
TE
B
DE
Slide 7 - Quizvraag
02:18
Vorige week .... (verven) wij het huis.
A
verfde
B
verfden
Slide 8 - Quizvraag
't (Sexy-)kofschip
Wanneer je niet kunt horen of je in de verleden tijd
-t(en) of -d(en) moet spellen maak je gebruik van
't K
o
fsch
i
p of 't S
e
x
y
F
o
ksch
aa
p.
Dit heb je vorig jaar al geleerd.
We gaan het nog even
herhalen.
Slide 9 - Tekstslide
stappen
1. Zoek de stam van het werkwoord.
2. Kijk naar de laatste letter. Zit die in 't Kofschip?
ja? > dan eindigt het woord op -t(en)
nee? > dan eindigt het woord op -d(en)
3. noteer de ik-vorm (dus niet de stam!) + -t(en) of -d(en)
Een voorbeeld:
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld
Ik ... (puffen) gisteren toen ik de trap op liep.
1) Zoek de stam van puffen:
puff
2) staat de 'f' in 't Kofschip?
ja >
dus moet er
-
t(en)
achter.
3. Ik
pufte
gisteren toen ik de trap op liep.
We schrijven geen 'n' want 'ik' is enkelvoud dus zonder 'n'
Slide 11 - Tekstslide
'
T
e
X
-
K
o
FSCH
i
P
of
S
e
X
y
-F
o
KSCH
aa
P
We gaan oefenen !
Slide 12 - Tekstslide
De baby ... (huilen) de hele dag.
A
huilde
B
huilden
C
huilte
D
huilten
Slide 13 - Quizvraag
De peuters ... (huilen) de hele dag.
A
huilde
B
huilden
C
huilte
D
huilten
Slide 14 - Quizvraag
Dominic .... (kneuzen) zijn pols.
A
kneuzde
B
kneuzden
C
kneusde
D
kneusden
Slide 15 - Quizvraag
De skaters .... (kneuzen) hun pols.
A
kneuzde
B
kneuzden
C
kneusde
D
kneusden
Slide 16 - Quizvraag
Wij ... (bereiken) de finish niet.
A
bereikden
B
bereikde
C
bereikten
D
bereikte
Slide 17 - Quizvraag
Ik ... (bereiken) de finish niet.
A
bereikden
B
bereikde
C
bereikten
D
bereikte
Slide 18 - Quizvraag
Moeder ... (braden) het vlees.
A
brade
B
braadde
C
braade
D
bradde
Slide 19 - Quizvraag
De tandarts ... (verdoven) me eerst.
A
verdoovde
B
verdoofde
C
verdovde
D
verdoofden
Slide 20 - Quizvraag
De gidsen ... (durven) niet langs die afgrond.
A
durfden
B
durvde
C
durfde
D
durvden
Slide 21 - Quizvraag
De leerlingen ... (werken) thuis erg hard.
A
werkte
B
werktten
C
werkde
D
werkten
Slide 22 - Quizvraag
Mijn oma ... (verhuizen) vorige week naar een bejaardenhuis.
Slide 23 - Open vraag
Onze buren ... (vergissen) zich vroeger altijd in onze namen.
Slide 24 - Open vraag
Mijn broer ... (passen) vorige week op de hond van de buren.
Slide 25 - Open vraag
Het vliegtuig ... (landen) afgelopen vrijdag op Schiphol.
Slide 26 - Open vraag
De vliegtuigen ... (landen) afgelopen vrijdag op Schiphol.
Slide 27 - Open vraag
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 28 - Tekstslide
meestal
eindigt het op een
-e
de blauw
e
trui het dikk
e
boek de kal
e
kop
Slide 29 - Tekstslide
Materiaal
Als het bijvoeglijk naamwoord aangeeft van welk
materiaal
het is gemaakt, dan schrijf je er altijd
-en
achter.
de hout
en
stoel de goud
en
ring de woll
en
trui.
Slide 30 - Tekstslide
modern materiaal
als het van een
modern
materiaal is gemaakt komt er
niets
achter.
de plastic tas de aluminium trap de polyester boot
Slide 31 - Tekstslide
bij 'een-woorden'?
Als het zelfstandig naamwoord een 'het-woord' is, dan verdwijnt de -e van het bijvoeglijk naamwoord als je er 'een' voor zet.
het kleine meisje het lieve konijn het grote huis
een klein meisje een lief konijn een groot huis
Slide 32 - Tekstslide
Huiswerk
opdr 2 - 3
blz 171- 172
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
spelling opdr 1-2-3 (SLR)
Juni 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 2
B2A Spelling Blok 4
Mei 2024
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Nederlands 't sexy fokschaap
September 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Werkwoordspelling herhaling periode 1
November 2022
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Spelling - Voltooid Deelwoord
Oktober 2022
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, vwo
Leerjaar 1
Spelling - Voltooid Deelwoord en voltooid deelwoord als bn
Oktober 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
November 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
herhaling werkwoordspelling
April 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-6