Les 3: Over taal blok 4-5

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Doddema
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Doddema

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 
  • Telefoon op stil in de telefoontas of in je eigen tas.
  • Ga rustig zitten.
  • Pak je boek.
  • Zodra de les start luister je naar de docent en ben je stil.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
blok 5 Over taal
Inhalen toetsen
herhaling

Doelen

- je weet wat een dubbele ontkenning is.
- je weet wat een verhaspeling is.
- herhaling van Engelse leenwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Raadsel
Om 18:00 uur wordt Pieter dood gevonden, de politie komt ter plaatse en constateert dat er op het moment dat de moord gepleegd werd, er vijf mensen aanwezig waren in de woning:
- Marie de kokkin, zij was eten aan het koken,
- Mark de tuinman, hij was de vijver aan het leegscheppen,
- Tante Zus, zij was met haar broer een potje aan het schaken,
- Vrouw Evelien was tv aan het kijken,
Wie arresteert de politie en waarom?

Slide 4 - Tekstslide

Oplossing
Tante zus, haar broer was Pieter.

Constateert: Vaststelt.

Slide 5 - Tekstslide

Pleonasme
Komt van het Griekse woord 'pleonasmos', betekent: overvloed.

Bij een pleonasme is er sprake van twee verschillende woordsoorten, waarbij het ene woord iets uitdrukt wat al in het andere woord besloten ligt. 

Slide 6 - Tekstslide

De afgelopen toets
Echt heel keurig gemaakt! Maandag kunnen jullie de toetsen allemaal bekijken.

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken
Blok 4: Pagina 157 -  opdracht 1 en 2
Blok 5: Pagina 267, opdrachten 4, 5, 6 en 7


Slide 8 - Tekstslide

Stijlfouten
Het is een stijlfout als je een stijlfiguur verkeerd gebruikt. 

Voorbeelden
De ballon stijgt omhoog.
De winkel is open, maar er is echter niemand.
De tak is uit de boom omlaag gevallen.

Slide 9 - Tekstslide

Tautologie en pleonasme

Bij tautologie wordt hetzelfde nog eens gezegd met andere woorden. 
Deze woorden moeten tot dezelfde woordsoort behoren 
Een tautologie werkt versterkend. 

Een voorbeeld van tautologie is: mijn ouders blijven voor eeuwig en altijd bij elkaar.

Slide 10 - Tekstslide

Pleonasme
Het groene gras, de witte sneeuw

Slide 11 - Tekstslide

Dubbele ontkenning

Slide 12 - Tekstslide

 Dubbele negatie - dubbele ontkenning
Bij een dubbele ontkenning gebruik je in een zin twee ontkenningen, waardoor je eigenlijk weer het tegenovergestelde zegt. 

bijv. Ik ben nooit niet ziek. (Hier staat dus eigenlijk dat hij/zij altijd ziek is.)

Slide 13 - Tekstslide

Dubbele ontkenning - negatie
Een dubbele ontkenning is het herhalen van een ontkennend woord in een zin. Soms versterken / vaak fout.

Voorbeeld:
Ik ontken dat ik daar niet ben geweest.
Met het werkwoord ontkennen zeg je al dat je iets niet hebt gedaan.

Slide 14 - Tekstslide

Contaminatie - verhaspeling
Een contaminatie is een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen. Deze worden dan door elkaar gebruikt, waardoor dus een contaminatie ontstaat. 

bijv. 
Je moet dat overnieuw doen! (overnieuw is de contaminatie)
Je moet dat opnieuw doen.
Je moet dat over doen.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden verhaspeling
  • medeklasgenoot - klasgenoot
  • de prijs is duur - is te hoog
  • zwaar wegen - veel wegen / is zwaar
  • volgens mijn mening - volgens mij / naar mijn mening
  • nachecken - checken / nakijken
  • behoort tot een van de - is één van de / behoort tot
  • optelefoneren - opbellen / telefoneren

Slide 16 - Tekstslide

Maken

Slide 17 - Tekstslide

Volgende les
Lob opdracht

Slide 18 - Tekstslide