In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Stereo-isomerie: Wat is het en hoe werkt het?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je stereo-isomerie uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
De leerling moet aan het einde van de les begrijpen wat stereo-isomerie betekent en hoe het werkt.
Wat weet je al over stereo-isomerie?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is stereo-isomerie?
Stereo-isomerie verwijst naar de situatie waarin twee moleculen dezelfde atomen hebben die op verschillende manieren gerangschikt zijn in de ruimte.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat stereo-isomerie is en geef een voorbeeld van een paar stereo-isomeren.
Chiraliteit
Chiraliteit is een eigenschap van moleculen die niet samenvallen met hun spiegelbeeld.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat chiraliteit is en hoe het verband houdt met stereo-isomerie.
Enantiomeren
Enantiomeren zijn stereo-isomeren die elkaars spiegelbeeld zijn en niet superponeerbaar zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Laat zien wat enantiomeren zijn en hoe ze zich verhouden tot elkaar.
Diastereomeren
Diastereomeren zijn stereo-isomeren die niet elkaars spiegelbeeld zijn en niet superponeerbaar zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Laat zien wat diastereomeren zijn en hoe ze zich verhouden tot elkaar en enantiomeren.
Meso-verbindingen
Meso-verbindingen zijn stereoisomere moleculen die een intern spiegelvlak hebben en daardoor optisch inactief zijn.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat meso-verbindingen zijn en hoe ze zich verhouden tot enantiomeren en diastereomeren.
Toepassingen van stereo-isomerie
Stereo-isomerie speelt een belangrijke rol in de farmaceutische industrie, omdat enantiomeren verschillende farmacologische eigenschappen kunnen hebben.
Slide 9 - Tekstslide
Toon de praktische toepassingen van stereo-isomerie.
Samenvatting
Stereo-isomerie verwijst naar de ruimtelijke rangschikking van atomen in moleculen en kan worden onderverdeeld in enantiomeren, diastereomeren en meso-verbindingen.
Slide 10 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en herinner de leerlingen aan het leerdoel.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.