2.2 - Organen van planten (1BK)

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/Chromebook op tafel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/Chromebook op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Biologie
Organen en cellen

Slide 2 - Tekstslide

Organen en cellen
2.1 - Organen van mensen
2.2 - Organen van planten
2.3 - De microscoop
2.4 - Werken met een microscoop
2.5 - Cellen van dieren
2.6 - Cellen van planten
2.7 - Cellen delen

Slide 3 - Tekstslide

Thema 2- Organen en cellen

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van de vorige les
Je kunt uitleggen wat organen en orgaanstelsels zijn
Je kunt organen in een torso benoemen
Je kunt drie orgaanstelsels van de mens beschrijven

Slide 5 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je kunt de organen van planten beschrijven

Slide 6 - Tekstslide

Planten
Bloem
Bladeren
Stengel
Wortels

Slide 7 - Tekstslide

Wortels
Water opnemen
Wortelstelsel
Hoofdwortel+zijwortels
Wortelharen

Reservevoedsel
Stevig in de grond

Slide 8 - Tekstslide

Stengel
Tussen wortels en bladeren

Transport van stoffen
Stevigheid aan plant geven

Houtachtige planten -> gaan niet slap hangen
Kruidachtige planten -> gaan slap hangen

Slide 9 - Tekstslide

Bladeren
Bladsteel - vast aan stengel
Bladschijf
-> Nerven - stevigheid/transport
-> Bladmoes - fotosynthese

Slide 10 - Tekstslide

Vatenstelsel
Vaten lopen door plant
soms in groepen bij elkaar: vaatbundel

Water en voedingsstoffen verplaatst door de plant

Slide 11 - Tekstslide

Vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
Voor de volgende les:
Maken: 
Opdracht 1, 2, 4, 5, 7, 8, 9

Klaar? - 

Slide 13 - Tekstslide

Extra opdracht: Blooket

Maak vragen die gebruikt kunnen worden in Blooket. Je kan dit doen:
- Op papier
- In word/kladblok op je chromebook
- In Blooket zelf
Hoe moet een vraag er uit zien?
Begin met de vraag
Daaronder 3 of 4 mogelijke antwoorden (A, B, C, D)

Voorbeeld:
Wat is een steen?
A. Levend
B. Dood
C. Levenloos

Slide 14 - Tekstslide