2T Unité 3 les 6

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Unité 3 - les 5

2tl

THÈME 3: LA SOCIÉTÉ FRANÇAISE
C’est quel évènement sportif dans la vidéo?

1. Le Tour de France
2. La Coupe du Monde de football
3. Le grand Prix de Monaco de Formule 1
4. Roland Garros

Le programme du 19 mars

1.Luisteren/maken: 9,10,11,12

2. Uitleg bijv.nw (=3.5)

3. Maken: 16abc

4. Scribbl!

Aan het eind van deze les:

- ken jij de woordjes van 3.6

- kun jij verstaan wat er omschreven wordt

- weet je hoe je een bijv. naamw maakt

We gaan nu de opd. 9,10,11,12 (blz. 93-94 of écouter op de site) maken

(Ben je vandaag thuis? Maak de opdrachten dan via de site)

In de volgende dia's krijg je uitleg over het bijvoeglijk naamwoord

Franse bijvoeglijk
naamwoorden

Kies de juiste vorm:
Il est (groot)

1. grande
2. grand
3. grandes
4. grands

Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)

1. bleu
2. bleus
3. bleue
4. bleues

Kies de juiste vorm:
Les voitures sont (groen)

1. vertes
2. verte
3. vert
4. verts

Kies de juiste vorm:
Les chats sont (rood)

1. rouge
2. rouges
3. rougee
4. rougees

La ceinture est (blauw)

1. bleu
2. bleus
3. bleue
4. bleues

Les voitures (v) sont (groen).

1. vertes
2. verte
3. vert
4. verts

Les chats (m) sont (rood).

1. rouge
2. rouges
3. rougee
4. rougees

Olivier et Marc sont (frans).

1. français
2. française
3. françaiss
4. françaises

Marianne est (verdrietig).

1. tristée
2. tristes
3. tristées
4. triste

L'actrice est (mooi).

1. beaux
2. belles
3. belle
4. beau

Les sacs (m) sont (nieuw).

1. nouveau
2. nouvelles
3. nouvelle
4. nouveaux

Mon grand-père est (oud).

1. vieux
2. vieille
3. vieilles
4. vieu

Bijzondere vormen

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -x-, krijgt de vrouwelijke vorm -se- op het einde.

Heureux - heureuse

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -f-, krijgt de vrouwelijke vorm -ve- op het einde. 

Sportif - sportive

De vrouwelijke (enk) vorm van jaloux

1. jaloux
2. jalouxe
3. jalouse
4. jalouses

De vrouwelijke (mv) vorm van sportif

1. sportif
2. sportive
3. sportivee
4. sportives

We gaan nu starten met het huiswerk: 16abc (blz. 97-99 of Grammaire II)

We gaan oefenen met app. 3.6!

(Als je vandaag thuis werkt, oefen de woorden dan nu zelf)

Hoe goed snap je het bijvoeglijk naamwoord?

😒🙁😐🙂😃

Hoe goed ken je de woordjes?

😒🙁😐🙂😃