Een tekst bestaat uit zinnen. Dat zijn geen losse zinnen: ze hebben iets met
elkaar te maken. Tussen de zinnen bestaan verbanden of relaties. Als je de
verbanden tussen zinnen in een tekst begrijpt, dan begrijp je vaak de hele tekst
beter.
Wat de zinnen met elkaar te maken hebben, weet je door een signaalwoord.
Een signaalwoord geeft het soort verband aan dat er bestaat tussen twee
zinnen. Als je een signaalwoord leest, ga je bedenken welk verband het
signaalwoord aangeeft.