Spelling overig: hoofd- en tussenletters

Spelling overig
HOOFDLETTERS en tussenletters
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spelling overig
HOOFDLETTERS en tussenletters

Slide 1 - Tekstslide

Juiste schrijfwijze
A
christendom
B
Christendom

Slide 2 - Quizvraag

Juiste schrijfwijze
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 3 - Quizvraag

Juiste schrijfwijze
A
paaseieren
B
Paaseieren

Slide 4 - Quizvraag

Juiste schrijfwijze
A
zuid-Holland
B
Zuid-Holland

Slide 5 - Quizvraag


A
koning
B
Koning

Slide 6 - Quizvraag

Juiste schrijfwijze
A
kopieert
B
kopiëert

Slide 7 - Quizvraag

Juiste schrijfwijze
A
museum
B
museüm

Slide 8 - Quizvraag

Juiste schrijfwijze
A
elektriciën
B
elektricien

Slide 9 - Quizvraag

Juiste schrijwijze
A
geärresteerd
B
gearresteerd

Slide 10 - Quizvraag

Juiste schrijfwijze
A
ruine
B
ruïne

Slide 11 - Quizvraag

Goed of fout?
In Januari is het winter
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Goed of fout?
Jan Van der Veen
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Goed of fout?
ik ga op vakantie naar Australië
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Goed of fout?
Noord-Holland
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Goed of fout?
Meneer hazelaar
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde

Slide 17 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO

Slide 18 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
Pinksteren
B
pinksteren
C

Slide 19 - Quizvraag

Wat is juist?
A
groentenmix
B
groentemix

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist?
A
huilebalk
B
huilenbalk
C
huilbalk

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist?
A
kuddendier
B
kuddedier
C
kuddesdier

Slide 22 - Quizvraag

Wat is juist?
A
reuzemooi
B
reuzenmooi

Slide 23 - Quizvraag

Wat is juist?
A
reuzensprong
B
reuzesprong

Slide 24 - Quizvraag

Wat is juist?
A
vitaminenpil
B
vitaminespil
C
vitaminepil

Slide 25 - Quizvraag

Wat is juist?
A
zonnenbril
B
zonnebril

Slide 26 - Quizvraag

Noteer de juiste samenstelling
paard + sport

Slide 27 - Open vraag

Noteer de juiste samenstelling
maan + schijn

Slide 28 - Open vraag

Noteer de juiste samenstelling
machine + kamer

Slide 29 - Open vraag

Noteer de juiste samenstelling
persoon + bus

Slide 30 - Open vraag

Noteer de juiste samenstelling
verkeer + centrale

Slide 31 - Open vraag

Spelling overig
Blijf oefenen!!

Slide 32 - Tekstslide