4. Observeren en veiligheid: Voordat je begint met fouilleren, observeer de persoon zorgvuldig. Let op verdachte gedragingen, fysieke reacties of ongebruikelijke bulten onder kleding die kunnen duiden op het verbergen van verboden voorwerpen.
5. Methode van fouillering: Bij fouillering worden verschillende methoden gebruikt, waaronder een oppervlakkige fouillering, waarbij je met je handen over de kleding en lichaamsdelen van de persoon wrijft om eventuele verboden voorwerpen te detecteren. In sommige gevallen kan een visitatie worden uitgevoerd, waarbij de persoon wordt gevraagd om bepaalde kledingstukken uit te trekken, zoals een jas of schoenen, voor verdere inspectie.
6. Respect en communicatie: Behandel de persoon met respect en communiceer duidelijk tijdens de fouillering. Leg uit welke acties je gaat uitvoeren en waarom. Zorg ervoor dat de persoon begrijpt dat het doel van de fouillering is om de veiligheid te waarborgen.
7. Documentatie: Als onderdeel van de procedure moet je de fouillering documenteren. Noteer de datum, tijd, locatie en reden voor de fouillering. Het kan ook nuttig zijn om de resultaten van de fouillering op te nemen, zoals de aanwezigheid of afwezigheid van verboden voorwerpen.