RTGB

KennisToets RTGB
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
HTVMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

KennisToets RTGB

Slide 1 - Tekstslide

Wat is geweld?
A
Elke dwingende kracht van grote betekenis.
B
Elke dwangmatige kracht van grote betekenis.
C
Elke dwangmatige kracht van meer dan geringe betekenis.
D
Elke dwingende kracht van meer dan geringe betekenis.

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer mag je wettelijk gezien handboeien aanleggen bij een verdachte?
A
Schreeuwende verdachte
B
Zittende verdachte
C
Vluchtgevaarlijke verdachte
D
Zeer grote sterke verdachte

Slide 3 - Quizvraag

Een bevoegd boa houdt een verdachte aan en gebruikt geweld. Bij wie moet hij dit geweld melden?
A
Bij zijn/haar collega
B
Bij de politie
C
Bij zijn/haar afdelingsmanager
D
Bij zijn/haar meerdere

Slide 4 - Quizvraag

Welke taken hebben de boa's volgens art 3 van de politiewet?
A
handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp
B
handhaving van de openbare orde en het verlenen van hulp
C
handhaving op strafbare feiten en verlenen van hulp
D
handhaving op rechten en plichten en verlenen van hulp

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer moet je waarschuwen voordat je geweld gebruikt als boa?
A
Nooit
B
Altijd
C
Indien mogelijk
D
Achteraf

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer mag je een veiligheidsfouillering uitvoeren?
Als..
A
er wettelijk toegekende bevoegdheid voor de boa is
B
dit noodzakelijk is ter afwending van gevaar
C
uit feiten/omstandigheden blijkt dat een gevaar dreigt
D
Combinatie van alledrie de antwoorden

Slide 7 - Quizvraag

Tot welke plaats heeft een boa toegang bij het verlenen van hulp voor zover dit nodig is?
A
De openbare weg
B
Elke plaats
C
Alle plaatsen, behalve de woning
D
Alle plaatsen, behalve tijdens kerkdienst

Slide 8 - Quizvraag

Wat valt volgens de ambtsinstructie NIET onder het aanwenden van geweld?
A
Het dreigen met geweld
B
Het ter hand nemen van vuurwapen
C
Het gebruiken van geweld
D
Het ter hand nemen van de handboeien

Slide 9 - Quizvraag

Wat moet je wettelijk gezien melden na het aanwenden van geweld? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Feiten en/of omstandigheden
B
De gevolgen van het aanwenden van geweld
C
Niets
D
Wat je collega heeft gedaan

Slide 10 - Quizvraag

Een boa gebruikt geweld? Wanneer moet hij dit melden?
A
Onverwijld
B
Binnen 24 uur
C
Binnen 72 uur
D
Binnen 5 werkdagen

Slide 11 - Quizvraag

Wat doe je als je een veiligheidsfouillering toepast?
A
het zoeken naar zaken ter inbeslagname
B
het oppervlakkig aftasten van de kleding
C
het oppervlakkig aftasten van het lichaam
D
het grondig aftasten van de kleding

Slide 12 - Quizvraag

Noodzakelijke verdediging van eigen lijf, tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding:



A
Noodweerexces
B
Noodweer
C
Noodverweer
D
Noodweerexcuus

Slide 13 - Quizvraag

Als een boa handboeien gebruikt, meldt hij dit:
A
Onverwijld mondeling
B
Schriftelijk binnen 48 uur
C
Dit is niet nodig
D
Onverwijld schriftelijk

Slide 14 - Quizvraag

Wat is GEEN kritisch punt tijdens een praktijktoets RTGB?
A
Locken van de handboeien
B
Waarschuwen voor geweld
C
Houding en afstand tov verdachte
D
Zeggen waarvoor verdachte aangehouden is

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer roep je "Assistentie Collega" over de portofoon?
A
Bij direct gevaar voor eigen of collega's leven
B
Bij een flinke aanrijding met letsel
C
Als je hulp wil van een collega om verkeer te regelen
D
Als je de weg kwijt bent

Slide 16 - Quizvraag

Wat is instrumenteel geweld? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Toepassen van Traptechnieken
B
Tik met de wapenstok
C
Klap met een zaklamp
D
Vuistslag geven

Slide 17 - Quizvraag

Waarom legt een boa handboeien aan?
A
Ten behoeve van de veiligheid van de verdachte
B
Ten behoeve van controle van de verdachte
C
Ten behoeve van vervoer
D
Ter voorkoming van ontvluchting

Slide 18 - Quizvraag

Twee mannelijke boa's houden een vrouwelijke verdachte aan! Wie fouilleert de verdachte?
A
Een vrouwelijke voorbijganger
B
Geen van beiden
C
Een van de mannelijke boa's
D
Allebei de boa's ieder een kant

Slide 19 - Quizvraag

Wat bespreek je voorafgaand aan een duoprocedure in een doel-aanpak-analyse? Meerdere antw.
A
Evt. vluchtwegen
B
Ambtshalve kennis over verdachte
C
Rolverdeling boa's
D
Dat je sowieso geweld gaat gebruiken

Slide 20 - Quizvraag

Wat is subsidiariteit?
A
De hoeveelheid geweld die je aanwendt
B
Met welk middel je geweld toepast
C
Waarom je geweld aanwendt
D
Hoeveel geld iets kost

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer mag je handboeien aanleggen? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Bij gevaar voor veiligheid van verdachte, boa of omstanders.
B
Bij elke aanhouding
C
Bij elke aanhouding van een volwassene
D
Bij gevaar voor ontvluchting

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer en hoe meldt je dat je een veiligheidsfouillering hebt toegepast?
A
Dit hoeft niet
B
Onverwijld schriftelijk aan meerdere
C
Onverwijld mondeling aan meerdere
D
Binnen 72 uur mondeling aan meerdere

Slide 23 - Quizvraag

Wat is proportionaliteit?
A
Welk middel je toepast om geweld aan te wenden
B
Hoeveel geweld je aanwendt
C
Dat je evenveel geweld toepast als je collega
D
De reden dat je geweld aanwendt

Slide 24 - Quizvraag

Het aanwenden van geweld heeft zwaar lichamelijk letsel veroorzaakt. Wat gebeurt er nu?
A
De hOvJ stelt de OvJ binnen 48 uur in kennis
B
De hOvJ stelt de OvJ onverwijld in kennis.
C
De hOvJ stelt de OvJ binnen 24 uur in kennis
D
De hOvJ stelt niemand in kennis

Slide 25 - Quizvraag

Hij die een feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift, .....
A
is strafbaar
B
is niet strafbaar
C
wordt veroordeeld met 1/3 straf meer
D
wordt veroordeeld met 1/3 straf minder

Slide 26 - Quizvraag

Welke geweldsmiddelen mag een BOA eventueel hebben als hij hierin getraind is en toestemming heeft?
A
vuurwapen
B
handboeien en wapenstok
C
handboeien
D
handboeien wapenstok pepperspray vuurwapen surveillancehond

Slide 27 - Quizvraag

Hoe vaak mag je pepperspray gebruiken op een verdachte (mits het raak is natuurlijk)?
A
1 maal
B
2 maal
C
3 maal
D
net zo vaak tot het effect heeft.

Slide 28 - Quizvraag

Wat is GEEN gebruik van geweld?
A
het gebruik van het vuurwapen
B
het trekken van het vuurwapen
C
dreigen met het gebruik van de wapenstok
D
het aanleggen van handboeien

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Welk wapen zag je op de vorige sheet?
A
Walther P5
B
Walther P99
C
Walther P22
D
Glock 17

Slide 31 - Quizvraag

Als je een tuin binnen komt met een loslopende Labrador, mag je deze dan uit voorzorg pepperen?
A
Ja,eigen veiligheid, redelijkerwijs aannemen bij ontstaan situatie
B
Nee,hond kan hier niet als agressief dier aangemerkt worden.
C
Ja, hond verdedigd territorium bij agressief gedrag.
D
Ja, Om hond onder controle te krijgen / te houden.

Slide 32 - Quizvraag