In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Planning voor de les:
20 minuten: KWT
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
25 minuten: uitleg
10 minuten: aan het werk!
Slide 1 - Tekstslide
Aan de slag!
Wat? Keuzewerktijd
Hoe? Volgens het stoplicht
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat
Uitkomst? Je hebt geoefend met leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak
timer
20:00
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen:
1. Je kan de bedrijfskosten berekenen.
2. Je kan de verkoopprijs berekenen.
3. Je kan de brutowinst berekenen.
4. Je kan de brutowinstmarge berekenen.
5. Je kan de nettowinstmarge berekenen.
HUISWERK: Bouwsteen 5.2
Slide 11 - Tekstslide
Feyenoord speelt dit weekend een wedstrijd tegen ADO Den Haag. De kaartjes voor deze wedstrijd zijn € 9,99 per stuk. Per kaartje zijn er weinig inkoopkosten, alleen het ticket moet uitgeprint worden en er zijn administratieve kosten per kaartje. De inkoopprijs voor een kaartje is € 0,77. Er zijn nog wel andere kosten verbonden aan het laten spelen van deze wedstrijd. Er moet personeel, gas, water en elektra betaald worden. De kosten hiervoor zijn € 85.000. Feyenoord verwacht vooraf 9.254 kaartjes te verkopen.
Guus van Zon verkoopt zonnepanelen die hij bij een fabriek inkoopt voor € 200 per stuk. Het winkelpand huurt hij voor € 3.000 per maand. Guus heeft een verkoper in dienst. De loonkosten van deze verkoper bedragen € 2.600 per maand. De energierekening bedraagt € 4.800 per jaar. De overige bedrijfskosten zoals telefoon, verzekeringen en schoonmaakster bedrage € 3.000 per maand.
Slide 15 - Tekstslide
Bouwsteen 4.1
Guus van Zon verkoopt zonnepanelen die hij bij een fabriek inkoopt voor € 200 per stuk. Het winkelpand huurt hij voor € 3.000 per maand. Guus heeft een verkoper in dienst. De loonkosten van deze verkoper bedragen € 2.600 per maand. De energierekening bedraagt € 4.800 per jaar. De overige bedrijfskosten zoals telefoon, verzekeringen en schoonmaakster bedrage € 3.000 per maand.
Slide 16 - Tekstslide
Bereken de totale bedrijfskosten voor januari.
Slide 17 - Open vraag
Uitwerking
De bedrijfskosten waren:
Huur: €3000,00 per maand
Loon: €2600,00 per maand
Energie: €4800,00 per JAAR dus €400,00 per maand
Overig: €3000,00 per maand
3000+2600+400+3000 = €9000,00
Slide 18 - Tekstslide
Bereken de verkoopprijs per zonnepaneel als Guus een brutowinst wil hebben van 75% van de verkoopprijs.
Slide 19 - Open vraag
Uitwerking
Brutowinst is 75% van de inkoopprijs = 200 / 100 x 75 = €150
Guus van Zon verkoopt zonnepanelen die hij bij een fabriek inkoopt voor € 200 per stuk. Het winkelpand huurt hij voor € 3.000 per maand. Guus heeft een verkoper in dienst. De loonkosten van deze verkoper bedragen € 2.600 per maand. De energierekening bedraagt € 4.800 per jaar. De overige bedrijfskosten zoals telefoon, verzekeringen en schoonmaakster bedrage € 3.000 per maand.
In januari verkoopt Guus 100 zonnepanelen.
Slide 21 - Tekstslide
Bereken de totale brutowinst voor januari.
Slide 22 - Open vraag
Uitwerking
Totale omzet = €350,00 x 100 = €35.000,00
Totale inkoopwaarde van de omzet = €200,00 x 100 = €20.000,00
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet
Brutowinst = 35.000 - 20.000 = €15.000,00
Slide 23 - Tekstslide
Bereken voor januari de brutowinstmarge. Rond af op één decimaal
Slide 24 - Open vraag
Uitwerking
Totale omzet = €350,00 x 100 = €35.000,00
Brutowinst = 35.000 - 20.000 = €15.000,00
Brutowinstmarge = brutowinst / totale omzet x 100%
Brutowinstmarge = 15.000 / 35.000 x 100% = 42,9%
Slide 25 - Tekstslide
Bereken voor januari de nettowinstmarge. Rond af op één decimaal
Slide 26 - Open vraag
Uitwerking
Nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten
Nettowinst = 15.000 - 9.000 = €6.000,00
Totale omzet = €350,00 x 100 = €35.000,00
Nettowinstmarge = nettowinst / totale omzet x 100%
Nettowinstmarge = 6.000 / 35.000 x 100% = 17,1%
Slide 27 - Tekstslide
Bereken bij welke verkoopprijs de nettowinst over januari gelijk is aan nul
Slide 28 - Open vraag
Uitwerking
(Verkoopprijs - Inkoopprijs) x afzet - bedrijfskosten = 0
(Verkoopprijs - 200) x 100 - 9000 = 0
(Verkoopprijs - 200) x 100 = 9000
(Verkoopprijs - 200) = 9000 / 100 = 90
Verkoopprijs = 90 +200 = €290,00
Slide 29 - Tekstslide
Bereken bij welke verkoopprijs de nettowinst over januari gelijk is aan €12.000,00
Slide 30 - Open vraag
Uitwerking
(Verkoopprijs - Inkoopprijs) x afzet - bedrijfskosten = 0
(Verkoopprijs - 200) x 100 - 9000 = 12000
(Verkoopprijs - 200) x 100 = 21000
(Verkoopprijs - 200) = 21000 / 100 = 210
Verkoopprijs = 210 +200 = €410,00
Slide 31 - Tekstslide
Wat kan je leren voor H4
Wat is een ondernemingsplan?
Wat is een marketingplan?
Wat is de SWOT-analyse?
Wat zijn de 4 P's?
Slide 32 - Tekstslide
Aan de slag!
Wat? Bouwsteen 5.2
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of leer stof uit hoofdstuk 4 en 5 van economie.