Dinsdag 9 november

Dinsdag 8 november
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dinsdag 8 november

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Pak je chromebook, zet je tas op de grond.
Start 10 minuten lezen
Telefoons uit en niet zichtbaar.
Zit klaar zodat we direct met de les kunnnen beginnen.
Magister; controle absentie, chromebook en huiswerk. 

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke data
* iedere les Nederlands; boek meenemen

* donderdag  11 november; Inhalen toetsen; 14.25 uur, lokaal 1.03
* dinsdag 16 november; SO Lezen H3 en Woordenschat H3
* maandag 22 november; leesautobiografie inleveren


Slide 3 - Tekstslide

Lesopbouw
  • Wat weet je al?
  • Doel
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting + huiswerk noteren

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al?
1. hoe je de persoonsvorm kunt vinden:
    - zin vragend maken
    - zin in een andere tijd zetten; tt > vt of vt >tt
    - enkelvoud > meervoud of meervoud > enkelvoud
2. hoe je het onderwerp in een zin vindt;
     - wie/ wat + pv

Slide 5 - Tekstslide

DOEL

Enkelvoud of meervoud


In deze les leer je herkennen of de het onderwerp enkelvoud of meevoud is.



Slide 6 - Tekstslide

We bekijken het uitlegfilmpje in het digitale boek:

Taalverzorging H3

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

de klas met leerlingen / juichen / vakantie











de klas met leerlingen / juichen / vakantie










de klas met leerlingen / juichen / vakantie












Wat is in de volgende zin de persoonsvorm?
De klas met leerlingen (juichen) voor de vakantie.


Slide 9 - Open vraag

de klas met leerlingen / juichen / vakantie











de klas met leerlingen / juichen / vakantie










de klas met leerlingen / juichen / vakantie












Wat is in de volgende zin het onderwerp?
De klas met leerlingen (juichen) voor de vakantie.


Slide 10 - Open vraag

Is 'De klas met leerlingen' enkelvoud of meervoud
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 11 - Quizvraag

de klas met leerlingen / juichen / vakantie











de klas met leerlingen / juichen / vakantie










de klas met leerlingen / juichen / vakantie











Schrijf nu de goede werkwoordvorm van juichen op.
De klas met leerlingen (juichen) voor de vakantie.


Slide 12 - Open vraag

Huiswerk
Woensdag voor begin van de les moeten de volgende zaken af zijn;
- Lezen H3 > verbanden en signaalwoorden, opdr. 1, 2, 3, 4
- Schrijven H3 > opdr. 4; 1 t/m 6
- Woordenschat H3> figuurlijk taalgebruik; opdr, 1, 1, 2 en 3
- Taalverzorging H3 > Persoonsvorm MV/EV; opdr. 1, 1, 2, 4, 5 en 7
Zie Planning in je digitale boek. Succes!

Slide 13 - Tekstslide

Namen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link