Schrijfvaardigheid leerjaar 3 e-mail 2024

Schrijfvaardigheid
zakelijke e-mail
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid
zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen en wat is het doel?

- Voorkennis ophalen. Wat weet je nog van vorig jaar?
- Uitleg opbouw e-mail. Aan het eind van deze les weet jij hoe een goede e-mail eruit moet komen te zien.
- Aan de slag met een aantal opdrachten. Kun je de theorie ook herkennen en toepassen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een persoonlijke en een zakelijke e-mail?

Slide 3 - Open vraag

Heb je weleens een zakelijke
e-mail geschreven?
A
Ja, heel vaak
B
Ja, een paar keer
C
Nee, nog nooit

Slide 4 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk dat je een correcte e-mail moet kunnen sturen?

Slide 5 - Open vraag

Wat denk je hoeveel zakelijke e-mails een volwassen werknemer gemiddeld per dag ontvangt/verstuurt?
A
25
B
50
C
75
D
100

Slide 6 - Quizvraag

Wat is volgens jou belangrijk bij het sturen van een zakelijke e-mail?

Slide 7 - Open vraag

Zo ontvang ik weleens een mail van leerlingen. Dat kan beter...

Slide 8 - Tekstslide

Maar hoe ziet een goede zakelijke e-mail er dan wel uit?
Aan: hier typ je het juiste e-mailadres of juiste e-mailadressen. Één klein foutje zorgt ervoor dat de e-mail niet naar de juiste persoon verzonden wordt.

Onderwerp: noteer hier kort en bondig het onderwerp van jouw e-mail. Hierop oordelen mensen al of ze jouw e-mail (met spoed) openen. Zorg dat jouw onderwerp netjes geformuleerd wordt.

Slide 9 - Tekstslide

Aanhef:
De aanhef is het woord dat je gebruikt om aan te geven hoe je ontvanger van jouw e-mail aanspreekt. 
In een zakelijke e-mail ziet de aanheft er als volgt uit:

Geachte heer/mevrouw,
Geachte mevrouw Bakker,
Geachte heer Smit,

Na de aanhef volgt een verplichte witregel.

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding * Vertel hierin wat het doel van je e-mail is.
* Niet met `ik´ beginnen.
Je kunt iedere zakelijke e-mail beginnen met:
Deze e-mail stuur ik, omdat ….
  › witregel
Kern Zet hier alle belangrijke informatie in. Bij iedere opdracht staat er duidelijk onder elkaar geschreven wat je moet zeggen of doen. Verdeel de kern in meerdere alinea´s. Wees volledig!
› witregel
Slotzin Geef hier aan wat je hoopt of verwacht. Bijvoorbeeld:
Ik hoop zo spoedig mogelijk een reactie van u te ontvangen.
› witregel
Slotgroet Met vriendelijke groet,
› witregel
Jouw voor- en achternaam
 Ellen van der Meer


Inleiding

- Vertel hierin wat het doel van je e-mail is.
- Niet met `ik´ beginnen.

Tip:
- Je kunt iedere zakelijke e-mail beginnen met:
Deze e-mail stuur ik, omdat ….

Sla na de inleiding een witregel over




Slide 11 - Tekstslide

Kern

- Zet hier alle belangrijke informatie in. 
- Bij iedere opdracht staat er duidelijk onder elkaar geschreven wat je moet zeggen of doen. 
- In de kern moet de ontvanger alle informatie krijgen, die hij/zij nodig heeft om jouw e-mail te kunnen beantwoorden.
-Verdeel de kern in meerdere alinea´s.
-Wees volledig.
- Sla na de laatste alinea van de kern een witregel over.

Slide 12 - Tekstslide

Slot

Geef hier aan wat je hoopt of verwacht.

Bijvoorbeeld: 
- Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
- Ik hoop zo spoedig mogelijk een reactie van u te ontvangen.

Sla na het slot een witregel over.

Slide 13 - Tekstslide

Slotgroet

Je eindigt een zakelijke e-mail altijd als volgt:

Met vriendelijke groet,

Ellen van der Meer

Slide 14 - Tekstslide

Let op je spelling
  • Controleer je e-mail altijd op taalfouten. Verbeter zinnen die niet goed lopen en haal spelfouten uit je e-mail.
  •  Maak korte zinnen. Zo maak je minder fouten.
  • Gebruik leestekens zoals je die ook geleerd hebt bij Nederlands.
  • Zorg voor een logische volgorde.
  • Spreek de persoon aan wie je schrijft altijd aan met "u".

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk in tweetallen de uitgewerkte e-mail en haal er zoveel mogelijk fouten uit.
1. Zoek naar taalfouten en naar fouten in de opbouw. Welk duo kan de meeste fouten vinden?
2. Geef de schrijver van deze e-mail een tip en een top.

Tijd: 5 minuten
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Nabespreking opdracht

1. Welke fouten hebben jullie gevonden?

2. Welke tips en tops hebben jullie?

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Je krijgt een e-mail, maar de alinea's staan niet in een logische volgorde. Zet de alinea's weer op volgorde, zodat het een logisch verhaal wordt.

Tijd: 3 minuten
timer
3:00

Slide 19 - Tekstslide

Vooruitblik volgende les
Jullie weten nu hoe een goede e-mail eruit moet komen te zien en vooral ook hoe dit niet moet.

Volgende week ga je proberen om een goede zakelijke e-mail te schrijven, die jouw klasgenoten en ik ook gaan voorzien van feedback.

Slide 20 - Tekstslide