Coachen en coördineren Les 6

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 3

Coachen en coördineren les 6

Wat gaan we doen?

- AWR

- Doelen

- terugblik

- theorie

- filmpje

- theorie

- filmpje

- aan het werk

AWR

Doelen

Aan het eind van de les 

- Kan je uitleggen wat ketenzorg is.

- Je kunt vertellen hoe coördineren van zorg en ondersteuning in zijn werk gaat.

Wat is de zevenstappendans?

Wat is de sociale kaart?

1. Het coördineren van de dagelijkse ondersteuning van de cliënt in overleg met de cliënt en zijn naasten.
2. Het geheel aan contacten rond een cliënt, dat kan bijdragen aan de begeleiding en zorg.
3. Het overzicht van voorzieningen op het gebied van zorg, hulpverlening, onderwijs, sport, dienstverlening en/of welzijn.
4. Het samenwerkingsverband tussen hulp- en zorgverleners van diverse organisaties.

Ketenzorg

• Het samenwerkingsverband tussen hulp- en zorgverleners van diverse organisaties wordt ook wel aangeduid als ketenzorg.​
  
• Het begrip ketenzorg betekent hulp en zorg die goed op elkaar is afgestemd.​
  
•  In een goed samenwerkingsverband werken aanbieders van zorg, welzijn en wonen als één team samen met de cliënt en zijn omgeving. ​
  
• Door het gezamenlijk organiseren van hulp en zorg heeft de cliënt minder last van de ‘muren’ tussen verschillende zorgorganisaties.​
  
• De cliënt staat centraal en kan bij één loket terecht voor zijn of haar zorgvraag. ​
  
• Goede samenwerking tussen professionals in een keten of netwerk verhoogt de kwaliteit van de begeleiding en de tevredenheid van cliënten.

Coördineren van zorg en ondersteuning

• Aan het coördineren van de hulpverlening rondom de cliënt en het waarborgen van continuïteit besteed je als persoonlijk begeleider doorgaans veel tijd. ​
  
• Bij een goede coördinatie is de begeleiding afgestemd op de situatie, wensen en behoeften van de cliënt en zijn directe naasten. 

Het coördineren van zorg en ondersteuning houdt in:

• maken van goede afspraken: je spreekt met elkaar af wie wat, wanneer doet in de dagelijkse ondersteuning van de cliënt, zodat iedereen weet wat hij moet doen;​
  
• plannen van het werk: je overdenkt wat je moet doen en plaatst je taken in een logische volgorde, voordat je aan het werk gaat;​
  
• organisatie van het werk: je denkt er op tijd over na wat je nodig hebt om je werkzaamheden goed te organiseren;​
  
• overleg voeren: je voert werkoverleg met collega’s, overleg met cliënten en mantelzorgers, maar ook overleg met professionals buiten je organisatie;​
  
• informatieoverdracht: denk aan de rapportage van gegevens of nieuwe afspraken aan collega’s of het geven van informatie aan de cliënt.

Coördineren van zorg en ondersteuning 2

• Coördinatie van de hulpverlening is dus een belangrijk middel bij de zorg voor goede kwaliteit van de hulpverlening.​
  
• Het waarborgen van de continuïteit speelt bij een goede coördinatie een grote rol. ​
  

Continuïteit wil zeggen: voortgang zonder onderbreking. ​
Een cliënt krijgt soms gedurende lange tijd met verschillende hulpverleners te maken. ​
Veel professionals zijn betrokken bij de hulp aan eenzelfde cliënt. ​
In de huidige visie op goede hulpverlening is het de bedoeling dat elke cliënt één aanspreekpunt als vaste begeleider heeft, die de cliënt kent en alle hulp coördineert. ​
Deze vaste begeleider wisselt informatie uit tussen de andere betrokken hulpverleners. ​

Een goede communicatie en samenwerking is daarbij noodzakelijk.

Coördinatie van de onderlinge samenwerking

Voor een goede coördinatie van de hulpverlening en samenwerking tussen de verschillende hulpverleners zijn de volgende vijf punten van belang: 

1. 

Voor de cliënt is duidelijk wie van de betrokken hulpverleners:

• het aanspreekpunt is voor vragen;
  
• de verantwoordelijkheid heeft voor de hulpverlening;
  
• de coördinatie heeft van de hulpverlening aan de cliënt.

Bij voorkeur heeft de cliënt voor deze drie taken te maken met één aanspreekpunt.

2.

Alle betrokken professionals hebben inzage in het gezamenlijk ondersteuningsplan en stellen zich op de hoogte van alle relevante gegevens van de cliënt.

3.

Elke hulp- en zorgverlener informeert andere collega’s en vult het dossier aan.

4.

Alle betrokkenen in het samenwerkingsverband maken duidelijke afspraken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de hulpverlening aan de cliënt.

5.

Waar nodig worden controle momenten ingepland voor overleg en evaluatie.

Concreet gaat het bij een goede coördinatie van de hulpverlening om:

• samenwerking met de cliënt en zijn naasten;
  
• samenwerking binnen de eigen organisatie;
  
• samenwerking buiten de organisatie.

Hoe zorg je voor een gemeenschappelijke bril?

Een samenwerking is kansrijk als mensen en organisaties zich met elkaar weten te verbinden en op deze manier alles in goede banen weten te leiden zodat cliënten de juiste zorg krijgen.

Welke taak heb jij NIET bij het coördineren van hulpverlening

1. Afstemmen
2. Bevooroordeeld
3. Regelen
4. Aansturen

Het kan zijn, dat jij de begeleiding moet coördineren. Welke zinnen daarover zijn juist?

1. Jij moet dan de voorwaarden creëren die nodig zijn
2. Jij regelt dan de intake, het ontslag en de overdracht
3. Jij zorgt dat er afspraken worden gemaakt met betrokken disciplines
4. Jij signaleert verandering

Hoe zorg je voor een goede samenwerking?

Wat neem je mee van deze les?

Wat vond je van de les?

0100

Volgende week

Volgende week gaan we het hebben over samenwerken met cliënt en zijn naasten.

Aan het werk.

Maak de opdrachten van learning matters

Kijk eerst even naar wat je precies moet maken!!

mzprofiel-albeda.learningmatters.nl